------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




15 mei 2016: Pinksteren

        "Dat vuur van het begin, wij ademen het in"

Marcel Braekers

Openingszang 394: “Spreek opdat woorden zich ontvouwen”

Begroeting


Vandaag vieren we het feest dat voor veel christenen als het mooiste van alle feesten wordt ervaren: Pinksteren of het neerdalen van de Geest over de leerlingen. Pinksteren of pentecostè (vijftig) is de voltooiing van de Jezus-geschiedenis. Hij die in woord en daad had getuigd van Gods grootheid en nabijheid, stierf voor zijn overtuiging op het kruis, Hij werd door God voorbij de dood opgenomen in zijn liefde, maar keerde terug als gave en als inspiratie over zijn leerlingen. Zoals het Joodse volk eens op de vijftigste dag op de Sinaï de 10 geboden ontving, zo ontvangt nu de nieuwe gemeente geen geboden, maar het liefdevuur, de nieuwe alles beheersende wet, en de inspiratie van de Geest. Het wordt de universele taal waarin voortaan alle mensen de oproep van Petrus horen en het vuur van de Geest ontvangen.

Op het feest van Hemelvaart vierden we hoe Jezus zegenend afscheid nam van zijn leerlingen. Vandaag vieren we dat wij als gemeenschap in zijn naam elkaar zegenen en over elkaar de Geest afroepen. Laten we daarom in een grote kring heel de kerkruimte vullen en elkaar zegenen terwijl we lied 390 zingen.

Lied 390: “Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer”
Gebed

Dit is de dag, Heer God,
Dat Gij uw levensadem aan deze wereld geeft,
Dat Gij een vuur van liefde in mensen ontsteekt.
Op deze dag worden wij bijeengeroepen
Om uw kerk te zijn:
Mannen en vrouwen, jong en oud, zwakken en sterken,
Allen verschillend,
Maar onmisbaar voor elkaar,
Want allen delen wij in dat ene lichaam,
Bezield door uw kracht.
Kom daarom over ons, heiligende Geest
Verwarm wat koud is,
Inspireer onze zoektocht naar gerechtigheid,
Behoed de groeikracht in mensen.
Gij, Geest ons eens en altijd opnieuw gegeven. Amen

Inleiding op de lezingen
Zo dadelijk horen we het verhaal van de toren van Babel en de verwarring die onder de volken ontstond. Dit verhaal ontstond toen de zwervende Hebreeën in de buurt van de steden in Babylonië kwamen. Uit archeologisch opgravingen weet men dat veel steden in Babylonië volgens een vast patroon werden gebouwd. In het midden een hoge toren en daaromheen de woonwijken. Die torens waren niet alleen een bewijs van macht, men geloofde ook dat via de toren de goden naar de aarde kwamen, want Babel betekent ‘poort van God’. De Hebreeën begrepen dit Babel als 'balal' wat ‘verwarren’ betekent, want ze vonden die Babyloniërs maar verwarrend met hun andere taal, andere gewoonten.

Deze eenvoudige nomaden waren getroffen door de macht die van deze steden uitging. De poorten en wallen, stadswachten en gebouwen straalden zelfzekerheid en macht uit. Dat gevoel werd nog versterkt, omdat men geloofde dat de goden er hun tijdelijke woonplaats hadden. Voor de Hebreeën was die machtsuitstraling onbegrijpelijk, alleen aan hun God kwam immers alle macht toe. En het feit dat mensen zich organiseerden en via structuren een hiërarchie opbouwden was voor hun vrijheidsgevoel onbegrijpelijk. Zo groeide het verhaal van de verspreiding en verwarring. Het werd een theologisch verhaal.

God drijft de samenleving uit elkaar om haar te verzwakken. En de verspreiding vindt haar bezegeling doordat groepen een eigen taal gingen spreken. Babel werd het symbool van verwarring en ijdel machtsvertoon. Alleen aan de Ene kwam immers alle macht toe.

Genesis 11,1-9
Lied 381: “Veni, sancte Spiritus”
Handelingen van de apostelen: ‘Koning op een ezel’ van Nico ter Linden p.229 e.v.

Homilie


In een prachtige preek die hij hield op het feest van Pinksteren (preek 47: Spiritus Domini replevit orbem terrarum) zegt Meister Eckhart dat alle schepselen getekend zijn met een goddelijk zegel of teken dat hen in staat stelt in heel de werkelijkheid uit te stromen. Mensen kunnen die goddelijke kracht op twee manieren in zich laten stromen: vanuit de wortels zodat ze groeien als een boom, en als een kracht die verenigt en samenbrengt wat nu afgezonderd en dikwijls in eenzaamheid verder moet. Ik zou niet mooier en kernachtiger kunnen zeggen wat de heilige Geest betekent dan hier in enkele zinnen staat geschreven.

De heilige Geest als kracht in ons, God van onderuit, waardoor we de goddelijke levensstroom in ons toelaten en groeien als persoon. En het vraagt een hele kunst om zich innerlijk vrij te maken, opdat die kracht kan stromen. Ik heb in mijn leven vele uren gesproken met mensen die geblokkeerd waren, omdat ze door het leven waren gekwetst. Ze moesten geheeld en vrijgemaakt worden om weer geopend dat stromen in zich te laten gebeuren. Maar opdat die goddelijke energie zich van ons kan meester maken moet veel meer gebeuren. We moeten ons met heel onze persoon durven beschikbaar stellen, letterlijk het waaien van de Geest toelaten om vrije mensen te worden. In dat opzicht is Pinksteren het feest van de vrijheid en de democratie en zou het heel onze kerkgemeenschap in haar greep moeten hebben.

Maar diezelfde Geest en diezelfde energie heeft een tweede functie: ze brengt samen wat nu is verdeeld, wat is verbrokkeld en staat in eenzaamheid en afzondering. Pinksteren is daarom de tegenpool van de toren van Babel. Plots ontdekten mensen dat boven de afzonderlijke talen, boven de verschillen van cultuur, huidskleur en godsdienst er een universele taal bestaat die iedereen kan verstaan en iedereen kan leren: de taal van de liefde. Liefde die verbindt, die geduldig en hoopvol verschillen respecteert én tegelijk een brug bouwt.

Heilige Geest als goddelijke energie. Het doet me een beetje denken aan het taoïsme, waar tao wordt omschreven als de goddelijke energie waaraan men zich moet leren toevertrouwen door ascese, meditatie en mededogen om zo de cirkel van de wedergeboorten te stoppen. Het is het grote proces waarin het kleine Ik van de enkeling deel wordt van een eeuwige stroom van leven. Of zoals ik het een boeddhistisch monnik hoorde zeggen: vogels vliegen niet maar worden meegenomen door de wind, en vissen zwemmen niet maar worden opgenomen in de stroom. Zo moet ook de mens worden door zijn schamele, beperkte Ik te overstijgen en zich over te geven aan een kracht die van elders komt toegewaaid. Daarom moet hij zich bekeren en durven toevertrouwen.

Is het niet mooi dat we eenzelfde gedachte in ons christendom kennen, gelijkend en ook verschillend, want van die levensenergie zeggen we dat het de Geest van Jezus Christus is en de kracht van de Vader die rechtstreeks in de grond van ieder van ons werken. De Geest die stuwt en verenigt, die boven tegenstellingen en beperkingen mensen doet geboren worden in een nieuwe identiteit. Het is de transformatie waartoe wij geroepen zijn.
Dat die Geest vandaag en altijd bij ons mag zijn en ons begeleiden.

Groot dankgebed
Tijdens groot dankgebed refrein 140: “Tui amoris ignem”

P. Heilige Geest van God
Wij openen ons hart voor U, in ontvankelijkheid,
Om te verstaan
Hoe diep en ongezien Gij overal aanwezig zijt.
Gij zijt de lucht die wij ademen,
De verte waarin wij turen,
De ruimte die ons gegeven is.
Gij zijt het vriendelijk licht,
Waarin mensen voor elkaar aantrekkelijk zijn.

Wij bidden U, scheppende geest van God,
Voltooi het werk dat Gij begonnen zijt ;
Voorkom het kwaad dat wij kunnen aanrichten,
En beweeg ons tot het goede : tot trouw en geduld,
Tot mededogen en zachtmoedigheid ;
Ontsteek in ons de vriendschap voor alles wat leeft
En de vreugde om wat goed en menselijk is. (refrein)

P. Alles wat leeft ontvangt zijn groeikracht van U,
Vreemd en onbenoembaar is uw werking,
Diep verborgen in ieder van ons
Als een gist, een zaad van vuur.
Onze levenswil zijt Gij,
De liefde die ons vasthoudt hier op aarde,
En die ons bindt aan onze God.

Gij spoort ons aan om tot het einde te gaan
En alles uit te houden,
Om alles te verdragen, om alles te hopen,
Zoals liefde doet. (refrein)

P. Gij spreekt in alle stilte
En alle talen vertolken U.
Van alle woorden zijt Gij de waarheid
Hun duurzaamheid, de troost die zij schenken.
En ieder die ontvankelijk is mag u verstaan in zijn eigen taal
In zijn eigen leven.

Geef ons dan woorden in de mond
Die troosten en verlichten,
Maak ons bedacht op recht en gerechtigheid
Zucht in ons naar een nieuwe schepping.
Geef richting aan ons hart en ons geloof,
Geef vruchtbaarheid aan ons zwoegen en denken,
Geef ons het brood van de vrede. (refrein)

P. Gij zijt de adem en de gloed
Waarmee het woord van God gesproken wordt,
De wind waarop het evangelie wordt gedragen
Tot waar en wie dan ook.
Het is uw werk, het wonder van uw inspiratie
Wanneer er mensen zijn die ondervinden
Dat Jezus lééft.

Instellingswoorden

P. Gij zijt de geest die levend maakt en bevrijdt –
Gevaarlijk en meeslepend
Voor allen die zich vastklampen aan hun goed en bloed.
Belofte zijt gij en onzekerheid,
Armoede zijt Gij en genade.
Waar Gij komt brengt Gij de vergeving der zonden.
Zo zijt Gij uitgestort over deze wereld,
Zo wordt Gij nog vandaag, gezonden tot de Kerk
Die, vormeloos en verweesd, een nieuw begin van U verwacht.

Wij bidden U : wek ons ten leven
Zoals Gij in den beginne
De mens bezield en begenadigd hebt
Zoals Gij Jezus onze broeder
Van de doden hebt opgewekt.
Maak ons vuur van uw vuur
En licht van uw licht,
Zoals in U de zoon der mensen, Jezus Christus,
Licht is van het eeuwige licht en God van God,
Vandaag en alle dagen
Tot in eeuwigheid. Amen
(refrein)                  (H. Oosterhuis
)

Na de communie lied 392: “De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt.
Zegening van elkaar 197: “Moge de zegen van God op je rusten.”

Acclamatie : lied 795 ‘Hier in de stilte verzameld’

Slotgebed

God,
In de stilte van de natuur
Ervaren wij U als wij er voor open staan.
Maak ons open.
In de pauze tussen 2 activiteiten kunnen wij u ontmoeten;
In de stilte van ons hart kunnen wij uw stem horen.
Help ons alert te zijn, ons af te stem opverbondenheid met U.
In de stilte groeit ons bewustzijn dat we uw kinderen zijn
en dat we allen gelijkwaardig en één zijn.
Houd ons bij de hand en zegen ons
Dat vragen we u in de naam van Jezus
Amen

 

Zegenen wij elkaar vanuit de stilte in onszelf met lied 197 . Hierbij doen we de soefigebaren zoals we een paar jaar geleden een aantal keer deden.

 

 

------