------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




21 februari 2016: 2e zondag van de vasten

              Goddelijke uitstraling van Jezus (Lc. 9-28-36)

Marcel Braekers

Openingszang 510: “Wees hier aanwezig, woord ons gegeven”

Begroeting


Welkom op deze tweede zondag van de vastentijd. Het is een bijzonder inspirerende tijd om dichter bij zichzelf te komen en open te staan voor de vragen van deze wereld. Ik hoop dat u kleine of grote voornemens hebt gemaakt om anders te leven, om te luisteren naar uw lichaam en zo helemaal geopend en luisterend Gods Woord te horen. Vasten en lichamelijkheid horen volgens mij onlosmakelijk samen.

In deze vastentijd hebben we ook meer nog dan anders oog voor wat er aan onrecht in onze wereld gebeurt. Dat is meer dan een gewone mens mentaal kan verwerken, maar Broederlijk Delen trekt de aandacht vooral op Columbia, het land dat vele jaren als het gevaarlijkste druggebied ter wereld werd bestempeld, maar waar de laatste jaren veel is veranderd. Broederlijk Delen heeft zich gefocust op de Causa, een agrarisch gebied in het zuidwesten van Columbia dat bedreigd wordt door suikerriet- en mijnbedrijven. Veel boerenfamilies verkochten een beetje naïef hun grond en beseften niet hoe ze voortaan als paria’s verder zouden leven. De suikerrietbedrijven hebben de ondergrond vergiftigd en de mijnbouw bedreigt de traditionele samenleving.

‘Met een leven speel je niet’ is de slogan in deze vasten en vandaag staat daarbij Deyanira centraal. Ze studeerde rechten en leert de boerenfamilies wat hun rechten zijn en er voor op te komen. Het gaat om veel meer dan rechten: een heel sociaal netwerk, een op de traditie gebouwde cultuur wordt bedreigd. In deze vastentijd willen we ons door de noden van deze Indianengroepen laten raken en roepen en smeken we tot de God van gerechtigheid om mee met ons te strijden voor een betere wereld.

Schuldbelijdenis 412: “Wat ik gewild heb”

Gebed

Als het duister over ons valt
En de toekomst verborgen blijft,
Als onzekerheid ons bekruipt,
Ontvouw dan, Ene, uw hemel vol sterren
En geef ons een teken van uw verbond met ons.
Gij die er altijd zijt voor ons
En voor uw dierbare aarde.
Vandaag en de dagen die komen.

Inleiding op de lezing

In de zondagen van de vasten zijn de evangelielezingen zo gekozen dat ze ons een spiegel voorhouden van wie wij zijn en in welk perspectief we leven namelijk Jezus als de Christus. Vorige zondag was de focus gericht op de persoon van Jezus als Degene die weerstaat aan allerlei verleidingen van de wereld. Vandaag wordt verteld over zijn toekomstig lijden en de oproep aan elke leerling om zijn kruis op te nemen. En als krachtig tegenbeeld krijgen we het verhaal van de transfiguratie van Jezus, zeg maar het verrijzenis perspectief dat de leerlingen wordt aangereikt. In de zondagen daarna ligt het accent op ons: de dorre vijgenboom die geen vruchten draagt en toch mag rekenen op een geduldige tuinman, de liefdevolle vader die uitziet naar zijn weggelopen zoon, en ten slotte de overspelige vrouw door de overheid aangeklaagd maar liefdevol opgevangen door Jezus. Het is een tweeluik waarbij vandaag nog het accent ligt op Jezus zelf en vanaf zondag naar de mens en de barmhartigheid van God.

Een korte situering: Lucas beschrijft hoe Jezus vanaf nu definitief op weg gaat naar Jeruzalem en er zal geconfronteerd worden met de geïnstalleerde machten, zowel de religieuze als de wereldse. Hij beseft dat Hij die confrontatie misschien wel met zijn leven zal bekopen. Hij spoort ook zijn volgelingen aan niet te wijken voor onrecht en onwaarheid, maar zijn kruis op te nemen. Tegen deze achtergrond plaatst Lucas nu het gebeuren van de gedaanteverandering. Het is een mystiek moment, de ervaring van de leerlingen wie deze Jezus voor hen is.

Evangelie Lucas 9,22-24.28-36
Na het evangelie 313: “Christus de gestalte van God”

Homilie


Het klinkt misschien wat oneerbiedig als ik zeg dat de eerste christenen alles uit de kast haalden om gezegd te krijgen welk een overweldigende betekenis deze Jezus van Nazareth voor hen had. Je moet het verhaal op de eerste plaats lezen tegen een Joodse achtergrond en gegroeid na de verrijzenis.

Er zijn daar allereerst allerlei verwijzingen naar de Joodse traditie. De berg was voor hen een bijzondere plek waar de mens op uitzonderlijke manier God kon ervaren. Iedereen kende het verhaal over Mozes die de berg opging en daar 40 dagen verbleef mediterend en vastend. Ook Mozes nam net als Jezus daarbij drie mannen met zich mee die hij achterliet. En nog een parallel met Jezus: toen hij terugkeerde straalde zijn gezicht een bijzondere glans uit. De leerlingen zagen met andere woorden in Jezus de nieuwe leider, die de mensheid naar een nieuwe Exodus zou voeren. Maar de eerste christenen deden er nog een schepje boven op. Jezus is zelfs meer dan Mozes, daarom is Hij in gesprek met Mozes en Elia, de twee belangrijkste representanten van de Thora en de profeten. Voor die eerste bekeerde Joden oversteeg Jezus heel de Thora en het getuigenis van de profeten.

En nog is het niet genoeg: met alle mogelijke symbolen en beelden roepen zij op hoe die Jezus helemaal doordrongen is van goddelijkheid. Zijn kleren zijn wit als sneeuw, zijn gezicht heeft een bijzondere uitstraling, een donkere wolk komt aangedreven en vanuit de hemel klinkt een stem ‘dit is mijn zoon, mijn uitverkorene’. Prachtige evocatie van een mystieke ervaring van deze eerste christenen. Jezus oversteeg voor hen niet alleen alles wat ze vanuit hun traditie hadden geleerd. Hij was licht, openheid, Diegene door wie God helemaal in deze wereld kon aanwezig komen.

De stem uit de hemel zegt iets merkwaardig. Ze zegt niet ‘kijk naar Hem’, maar ‘luister naar Hem’. Van de ene kant worden ons allerlei visuele beelden aangereikt om het uitzonderlijke van Jezus te onderlijnen, maar plots is er iets voorbij beelden dat belangrijker is: het horen. Dat brengt mij in het centrum van wie Jezus voor de leerlingen was en wat Hij ook voor ons kan zijn: Hij is het Woord van de Onnoembare, de Ene.

Er heeft zich in de 12e-13e eeuw een interessante wending voorgedaan in de theologie. Onder invloed van de pest, de vele oorlogen, de nieuwe armoede die was ontstaan gingen een aantal spirituele leiders vooral de menselijkheid van Jezus onderlijnen. Op de kruisbeelden werd Jezus als een verwrongen, onmenselijk gemartelde man voorgesteld die dat alles leed voor het onrecht en de zonden van deze wereld. Franciscus van Assisi was daar een sterke aanhanger van. Niet toevallig was hij de eerste die de stigmata op handen en voeten kreeg, omdat hij zich helemaal inleefde in deze menselijke Jezus. Ook Bernardus van Clairvaux stelde zich Jezus zo voor.

Heel merkwaardig is dat Meister Eckhart daar niet van moest weten, hij vreesde een te volkse, sentimentele Christusverering. Voor hem was Jezus het Woord van God. Jezus van Nazareth was een mens als wij, maar het bijzondere van Hem was dat Hij meer dan gelijk welke mens Gods Woord kon horen en in zich vlees en bloed laten worden. Dat was de echte transformatie die Hij doormaakte en die zijn gelaat deed schitteren. Daarom werd Hij de Christus. Maar, zo voegt Eckhart er onmiddellijk aan toe, ieder mens is voortaan geroepen om ook meer en meer hoorder te worden, om zich helemaal beschikbaar te stellen zodat God in en door ons kan spreken. In plaats van die moeilijke uitdrukking dat Jezus God en mens zou zijn, twee naturen in één persoon, geeft Eckhart een mooie wending aan dit probleem en zegt hij in de lijn van Johannes: Jezus is Gods Woord.

Ik vind dat een fantastische christologie, want spreken creëert tegelijk een band en laat de ander in zijn eigenheid intact. Je kan dus zonder schroom zeggen dat die Jezus helemaal mens was zoals wij, maar dat Hij voor ons Weg, Waarheid en Leven werd omdat hij helemaal ontvankelijk was voor Gods spreken. Daarmee krijgt dit verhaal van de transfiguratie een eigen diepte. Na de lijdensvoorspelling worden eerst allerlei beelden opgeroepen opdat men naar die Jezus zou kijken. En vervolgens wordt gewezen op zijn luisterbereidheid naar de Stem, op het Woord dat voorbij alle beelden ons de diepte geeft van zijn persoon en boodschap. ‘Shema Jisraël’ ‘hoor, Israël, de Heer is uw God’.
Ook wij gewone stervelingen zijn maar op weg Christus te worden als we ons meer en meer afstemmen op dit horen. Wij kunnen ‘van gedaante veranderen’ door ons luisterend af te stemmen op die Ander. De vastentijd is een gunstige tijd om ons lichaam gereed te maken door ons iets te ontzeggen, door regelmatig in een goede lichaamshouding ons te ontledigen en in stilte te horen.
Ik zou daarom deze bezinning willen afsluiten met een kort gedicht van Leonard Nolens.

Laat
Vertraag. Vertraag. Vertraag je stap.
Stap trager dan je hartslag vraagt.
Verlangzaam. Verlangzaam. Verlangzaam je verlangen.
En verdwijn met mate.
Neem niet je tijd
En laat de tijd je nemen – Laat.

      (L. Nolens, "En verdwijn met mate. Hart tegen hart."
       Uit Gedichten 1975-1996)

Groot dankgebed 162: Tafelgebed in de veertigdagentijd
Na de communie 319: “Woestijnlied”

 

------