------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




10 januari 2016:

                     Doop van Jezus

Marcel Braekers

Openingszang 550: “Zolang nog wordt gezegd”

Begroeting


Heel pedagogisch is het niet om een viering met een beetje rationele uitleg te beginnen, en toch doe ik het maar. Zoals u wel weet zijn de evangeliën vele jaren na de dood van Jezus opgetekend, zodat het moeilijk met zekerheid te weten is wat Jezus precies heeft gezegd en gedaan. En toch zijn er criteria om dat voor een deel te achterhalen. Ik noem slechts één: wanneer iets in de tekst staat dat tegen de visie van de eerste christenen ingaat, is de kans groot dat het authentiek is. Ik geef een voorbeeld en verwijs daarmee naar het feest van vandaag. Het doopsel van Jezus door Johannes bezorgde de eerste christenen veel problemen. Waarom zou Jezus zich wel laten dopen, Hij was toch zonder zonden en de Zoon van God? Dat het gebeuren toch in het evangelie wordt vermeld wijst erop dat het quasi zeker heeft plaats gehad, anders had men het gewoon weg gefoefeld.

Het is trouwens grappig om te lezen hoe de evangelisten tewerk gaan. In het evangelie van Marcus staat dat onmiddellijk na het doopsel Jezus zag hoe de hemel openging en God Hem zijn geliefde zoon noemt, dus Jezus is groter dan Johannes. Mattheüs gaat een stapje verder en last een gesprek tussen Jezus en Johannes in waarin Johannes zijn onwaardigheid uitdrukt. Lucas vermeldt dat Johannes door Herodes was gevangen genomen voor Jezus werd gedoopt. En Johannes die helemaal in de discussie stond tussen de volgelingen van Jezus en Johannes lost het nog eenvoudiger op. Hij laat de passage gewoon weg. Indien je dat zo leest moet je twee dingen vaststellen: het is zeker dat Jezus zich door Johannes heeft laten dopen, want het feit gaat tegen het geloof van de eerste christenen in. Het was voor Jezus een beslissend moment dat heel zijn leven heeft omgekeerd. De jonge profeet uit Galilea zal nooit meer naar Nazareth terugkeren en begint vanaf nu zijn familie en vrienden te ergeren of met stomheid te slaan. En ten tweede: het feit zelf doet ons nadenken hoe wij naar Jezus kijken. Is Hij zoon van God en beschikt Hij daardoor over buitengewone macht om mirakels te doen, om te doorzien wat mensen denken of om de toekomst te voorspellen of denken we liever over Jezus als de mens zoals wij; maar waar zit dan dat goddelijke van Hem?

Dat alles zeg ik zonder afbreuk te willen doen aan dat prachtige verhaal van Jezus’ doop. In een beeldrijke, symbolische taal wordt gewezen op dit heilige moment. De hemel scheurt open en dat op een ogenblik dat heel het volk de indruk had dat God ver weg was en niet meer tot hen sprak via profeten. God spreekt opnieuw en als symbolische bezegeling daalt een duif op Jezus neer. Elders staat: ze daalde neer en bleef op Hem rusten. Uitdrukking om te zeggen dat God Jezus blijvend inspireerde ‘jij bent mijn zoon, mijn meest geliefde’. Het is aan ons om in woorden van vandaag zo te spreken dat dit mysterie overeind blijft en opnieuw zich kan voltrekken.

Gebed

Alles wat uw hart te zeggen heeft
Is onder ons uitgesproken,
Vlees geworden,
Mens onder de mensen.
Een Zoon die naar zijn Vader aardt,
Die met uw geest ook ons doopt.

Op de weg van al uw kinderen is Hij voorgegaan –
Een uittocht koersvast in vertrouwen.

Geef dat ook wij in verwondering
Het Licht opnieuw aanschouwen
En trouw en betrouwbaar zijn zoals Hij. (S. de Vries)

Lied 537: “Zingt van de Vader”

Inleiding op de lezing


Toen een stunami de aarde verwoestte stuurde Noach na 40 dagen een raaf uit, maar die keerde onmiddellijk terug. Toen hij daarna een duif losliet, kwam die terug met een groen takje in de bek. Dat was een teken van hoop en is op vandaag het symbool van de vredesbeweging. Tijdens of na de doop van Jezus door Johannes daalde de duif weer neer als symbool van Gods aanwezigheid. Jezus koos voor de boodschap van Johannes, zijn eerste profetische daad schreef Schillebeeckx, en God koos voor Hem.

Zang 130: “Alleluia”
Doop van Jezus – Kinderbijbel van Klink
Zang 130: “Alleluia”


Homilie

Niet alleen de eerste christenen hadden moeite om de doop van Jezus te plaatsen, ook in de volgende eeuwen zorgde dit voor veel speculaties. In het brevier kon je in de loop van de week allerlei uitspraken lezen.
- Cyrillus van Alexandrië (+ 444) schrijft: ’als men zegt dat Christus de Geest ontvangen heeft, is dat in zover Hij mens geworden is en het voor Hem als mens passend was de Geest te ontvangen. Hij bestaat immers als Zoon van God de Vader, is uit Hem voortgekomen voor zijn menswording en zelfs voor alle eeuwen.’
- Petrus Chrysologus (+450) schrijft: ‘wij vieren vandaag dat Christus in het water van de Jordaan is afgedaald om de zonden van de wereld af te wassen. ... vandaag neemt een dienaar zijn Meester bij de hand, een mens zijn God, Johannes Christus, en dit niet om vergeving te schenken maar om die te ontvangen.’
- Maximus van Turijn (+420) schrijft: ‘wellicht zal iemand zeggen: waarom wilde Jezus gewassen worden? Luister dan: Christus wordt niet gedoopt om door het water geheiligd te worden, maar om zelf het water te heiligen, om door zijn eigen reiniging de stroom te reinigen die Hij aanraakt’.
Ik zou deze citaten kunnen voortzetten tot vandaag en dan verwijzen naar de trilogie die paus Benedictus over Jezus schreef.

Een heel andere taal lees je bij een aantal hedendaagse theologen. José Pagola schrijft in zijn Jezus-boek dat Jezus getroffen was door de radicale boodschap van Johannes, die vond dat het volk een grondige bekering moest doormaken. Jezus, zo schrijft hij, had tot dan nog geen duidelijk persoonlijk project en maakte een grondige omkering door tijdens de doop. Hij nam Johannes’ visie over maar gaf er een eigen wending aan. Pagola beklemtoont zo sterk de evolutie in Jezus’ bewustzijn. (Jésus, approche historique, Ed. du Cerf 2012)

Schillebeeckx legt een andere klemtoon maar ook hij heeft als vertrekpunt de aardse Jezus. Schillebeeckx ziet in het doopsel de eerste profetische daad van Jezus. Zoals alle grote profeten heeft Jezus dingen gedaan als een soort ogenopener. Zo wilde Hij door zich te laten dopen uitdrukken dat heel Israël aan bekering toe was, maar ook dat de doop teken van redding zou zijn, vandaar dat ook zijn volgelingen gingen dopen. (Jezus, het verhaal van een levende)

Pagola en Schillebeeckx redeneren beiden vanuit de menselijkheid van Jezus, maar anderen vertrekken vanuit zijn godheid: twee manieren van geloven en van denken over de persoon van Jezus, elk met eigen sterkten en zwakten.
Indien Jezus de zoon van God is die voor alle tijden reeds in God was maar zichzelf vernederde door het bestaan van een mens aan te nemen, dan staat men in een specifieke lijn. Hij is dan verlosser, omdat Hij onze zwakke natuur, die getekend is door de zonde, van binnenuit openbrak. Hij kon dat precies omdat Hij ook God was. Zijn lijden en dood waren een offer aan God. En zijn verrijzenis was de overwinning van zijn goddelijkheid (Hij stond op uit de dood). U begrijpt dat een dialoog met andere godsdiensten moeilijk wordt, want het gaat om een unieke verlossing waaraan niets of niemand kan tippen.

In de omgekeerde visie is deze Jezus radicaal mens, een Joodse gelovige die 2000 jaar geleden leefde. Een mens die zich helemaal beschikbaar stelde voor Gods handelen, begeesterd door Gods nabijheid. Iemand die mensen aanspoorde om diezelfde nabijheid toe te laten en vandaaruit anders met elkaar om te gaan. Die daarom zich verzette tegen de geïnstitutionaliseerde godsdienst van zijn tijd, tegen uitsluiting en schijnheiligheid, enz. Zijn dood was het gevolg van zijn niet aflatende hardnekkigheid, zijn verrijzenis was een daad van God die dit leven als een echte weg naar Leven bevestigde (Jezus werd opgericht zo gelooft men). Die Jezus is een uniek venster op God, maar naast Hem zijn er ook andere en dus is een gesprek met andere godsdiensten belangrijk.

Zo zou ik nog even kunnen verder gaan op gevaar af de twee visies te polariseren tot wat ze zelf niet willen. Het neemt niet weg dat we in onze kerk altijd met deze verschillende visies te maken hebben. Elk heeft zijn eigen aantrekkelijkheid en eigen logica maar ook moeilijkheden om bepaalde vragen te beantwoorden. Hoewel mijn sympathie naar het tweede model uitgaat, vind ik veel waardevol in het andere. Ik denk daarom dat het belangrijk is om respect te hebben voor de ander en de verschillen juist op te nemen als vertrekpunt voor gesprek, want dat is onze rijkdom. Door het open gesprek als plaats van waarheid aan te wijzen krijgt ons geloof een eigen diepte en maken we de weg vrij om steeds meer gefascineerd te worden door deze Jezus en zijn boodschap voor onze tijd.

Groot dankgebed 150: “Die naar menselijke gewoonte met een eigen naam genoemd werd”
Na de communie 363: “Gij zijt voorbijgegaan, een steekvlam in de nacht.”

------