------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




29 november 2015: 1e zondag van de advent

           Een droom om te overleven

Marcel Braekers

Openingszang 201, 1-3: “Rorate caeli desuper, et nubes pluant justum”

Begroeting


Vandaag begint volgens de kerkelijke jaarrekening een nieuw jaar. Het is geen begin met vuurwerk en champagne, maar een wending naar de stilte. Vandaar het begin van de viering met de meditatieve, gregoriaanse zang: ‘Rorate coeli’. Ik vind dat het geen Advent is geweest als ik niet deze prachtige zang heb gehoord, liefst in het Latijn gezongen, waarbij je in het refrein op ‘caeli’ de hoogste noot zingt als beweging naar boven, terwijl je bij de regen van gerechtigheid die uit de wolken neerdaalt ook daalt in de zang. De Nederlandse vertaling ‘Heer Jezus, kom en hoor onze bede en schenk ons liefde en vrede’ kan dat niet uitdrukken. Zonder dit lied is het geen Advent geweest.

Advent is afgeleid van ‘adventus’, ‘advenire’ het naderen van God. Je kan die zin op twee manieren begrijpen: wij die door extra aandacht en de juiste houding tot God willen naderen, zoals omgekeerd Hij ons nabij komt en zich wil geven, want dat is zijn diepste wezenheid. De twee zijn in elkaar verstrengeld: wij die ons beschikbaar maken om de Ene die zich geeft. Om dit naderen wachten wij in stilte door ons leeg en beschikbaar te maken.

In het boek De kunst van de stilte spreekt Charles Vergeer over stilte als meer dan afwezigheid van geluid. Er is Stilte waarin voorbij woorden de dingen beginnen te spreken en iets van het Oneindige zich aandient. Dat is anders dan eucharistie vieren waar we met woorden, liederen en symbolen dat oneindige oproepen en weinig ruimte voor die stilte is.
Daarom is het nodig naast de wekelijkse viering ook aan huisliturgie te doen: thuis een moment van stilte zoeken en bij kaarslicht zwijgend te verwijlen of een klein gebed te zeggen dat meer zwijgt dan het zegt, opdat zo stilte zich van ons meester maakt.
In de liturgie keren vaste symbolen terug: de paarse kleur van de stola, de adventskrans met de vier lichtjes, de woorden van de profeten die willen bemoedigen en hoop geven. Bij dat gegeven van de hoop wil ik in deze eerste zondag langer stilstaan.

In de klassieke voorstelling wordt de hoop voorgesteld als een engel met een mantel in groene kleur en met een anker bij zich. Hoop heeft te maken met verankering, met gerichtheid naar de aarde, de groene planeet, ook al is die verscheurd en misbruikt. Toch is het onze eigenste moeder waaruit we voortkwamen, die we meer dan ooit moeten beschermen en waarop mensen leven, soms in de meest deplorabele toestand. Naar aanleiding van de klimaattop in Parijs is er straks een voorbede. Onze hoop en verwachting moeten vanuit dit aardse leven starten, anders is het verdrongen wanhoop. En die hoop verbinden we met de messiaanse tijd: het zal veranderen, er is Iemand die aan het lot van mensen een keer gaf en die ons komt troosten. Dat is het thema van deze Advent.

Nog even terugkerend naar het ‘Rorate’: de mooiste strofe is de laatste. ‘Consolamini’, twee keer gezongen opdat je het nooit zou vergeten. ‘Wees getroost, mijn volk, wees getroost, want weldra komt uw redding. Ik, uw God, zal u redden, want Ik ben uw verlosser.’ Dat ‘consolamini’ is zo mooi, omdat we meer dan ooit troost nodig en moed nodig hebben om onze weg verder te gaan. Je moet dit lied zingen, opdat het zou gebeuren. Je moet de weemoed en de verwachting toelaten om anders naar het leven te kijken. Kom, laten we daarom vanuit ons diepste zelf en in diepe ingetogenheid die laatste strofe van 201 zingen.
Lied 201,4: Rorate

Gebed

Keer op keer was het uw Naam
Die geschreven werd
In de geschiedenis der mensen:
Als een baken dat uitweg wees,
Als een geleide door donkere schaduwen,
Als een stem die wegriep uit bezetenheid.
Laat ook nu uw Naam van kracht zijn.
Wil ons noemen
Met het tegoed van uw liefde,
Met de roep uit de verstarring
En zeg ons aan
Onvermoede, ongekende genade
In Hem, onze Heer (S. de Vries)

Inleiding op de lezingen

In de psychoanalyse zegt men dikwijls: als het slecht gaat, gaat het goed. Dat is natuurlijk maar een boutade, maar er is iets van waar. Als het ons voor de wind gaat, laten we ons lekker drijven, denken we niet na, plukken we de dag en genieten ervan. Pas als er een breuk ontstaat, de samenleving geschokt wordt, de grond onder onze voeten wegschuift, gaat men nadenken. Dat is zo van alle tijden. Ook Israël ging zich vragen stellen toen ze als gedeporteerden leefden in Babylon. Merkwaardig is dat het zich pas dan bewust wordt van zijn roeping. ‘We moeten groeien naar een gemeenschap waar aan weduwe en wees wordt recht gedaan, we moeten zo leven met elkaar de hoop onze drijfveer wordt om te kijken naar de toekomst’, dat was zo ongeveer de overtuiging die groeide in die donkere tijd. Luister hoe Jeremia het verwoordt.

Jeremia 33,10-16
Lied 210: “De nacht loopt ten einde”
Lucas 21,25-36

Homilie


Mijn medebroeder Ignace D’Hert is werkzaam in Zeeuws Vlaanderen en maakte een mooie paper als handleiding voor de Advent onder de algemene titel ‘Een geschiedenis van hoop’. Hij schrijft daarin:

Hoop is niet in eerste instantie een uitzicht op een leven na de dood. Het gaat veeleer om de kwaliteit van het leven dat we hier en nu met elkaar delen. Hoop is geen slaperig gevoel waarbij we onszelf wijs maken dat alles goed komt. Het is evenmin een soort geforceerd optimisme van “na regen komt zonneschijn”, waarbij alle misstanden, onrecht en lijden gebagatelliseerd worden. Hoop is een verwachting die boven de rede uitstijgt.

Ik vond dit een boeiende omschrijving en wil dit als aandachtspunt voor mijn Adventstijd vasthouden. Ik moest daarbij spontaan denken aan de intussen beroemde of beruchte uitspraak van Angela Merkel “Wir schaffen das”. Zei ze dat als econome die best werknemers kan gebruiken, of als politica die haar achterban gerust wilde stellen? Of zei ze dit als christen? In dat laatste geval zou ik het een bijzonder mooie uitspraak hebben gevonden. “Wij slaan er ons door, wij komen er wel”. Dat is voor mij de kern van hoop. Het wil niet zeggen dat problemen zijn opgelost, je weet zelfs niet wat de uitkomst zal zijn, maar van binnen is er een kracht die gelooft in omkeer.
In de sfeer van vandaag vind ik die houding heel belangrijk. Er is angst voor aanslagen, de klimaattop zal maar lukken mits veel toegevingen, we worden geconfronteerd met die eindeloze stroom van vluchtelingen en de eerste reactie is er een van verlammende verslagenheid. Hoe dit aangepakt? Bestaat er een sluitende bescherming tegen aanslagen? Wat als men er niet in slaagt om de opwarming van de aarde te stoppen? Zijn we in staat om aan de vluchtelingen een waardig bestaan te geven met onderwijs voor hun kinderen, een goede huisvesting en een job? Op geen van die vragen kan ik positief antwoorden. Maar je kan de situatie vanuit een fatalistische hoek bekijken of vanuit innerlijke kracht of hoop.

Toen ik hierbij stilstond moest ik terugdenken aan de Franse filosoof Gabriël Marcel over wie ik ooit mijn eerste scriptie maakte en die mooie bladzijden over de hoop schreef. Ik citeer gewoon enkele uitspraken.
Hoop is geen momentaan gevoel of een verlangen, schrijft Gabriël Marcel, het is ook geen optimisme dat gelooft dat alles wel terecht zal komen. Het is een houding van verzet, maar anders dan opstandigheid. Het tegendeel is wanhoop en defaitisme waarin het leven verstart en alles ijzig kil wordt, maar toch groeit hoop altijd vanuit een situatie van gevangenschap of ballingschap
Wat is het dan wel? Het is een proces van uitzuivering, schrijft Marcel, en hoe puurder ze wordt des te minder slaat hoop nog op dit of dat, maar wordt ze een manier van zijn. (Plus l’espérance sera pure, plus elle portera, non pas sur un ‘objet’, mais sur un mode d’être.)

Er is ook een intens verband tussen hoop en geduld. Je ziet verwachtend uit ook al zijn de feiten niet zo positief. En nog: hoop is verbonden met nederigheid en terughoudendheid vooral tegenover diegenen die zich wanhopig voelen. Je mag hen niet overdonderen. Tegelijk is hoop wezenlijk verbonden met de ander. J’espère en toi pour nous. Ce n’est pas en moi mais en toi que je mets ma confiance. Stel je voor dat je op vandaag zegt tegen een vluchteling: Ik stel mijn hoop op jou in het belang van ons allen. Of tegen iemand die doodziek is of neergeslagen: ik draag jouw wanhoop en verbittering, want jij zult ons redden.


Wir schaffen das”. Wat gebeurt er met degene die dit vanuit zijn of haar geloof kan zeggen? Het heeft te maken met vertrouwen, met iets dat je onverdiend gegeven wordt ook al moet je tegelijk jezelf beschikbaar maken. Vanuit gelovig standpunt zou ik het ‘messianisme’ noemen, verbonden met een belofte. Het is een kracht om de aarde en het dagelijkse leven te dragen en te verdragen. Om aan elkaar door te geven in terughoudendheid, om te behoeden en nabij te zijn en elkaar vrij te maken. Zou dat een programma kunnen zijn voor deze sterke tijd van de Advent, de tijd van het naderen van die Ene?

Groot dankgebed 160
Na de communie 218: “Uit uw verborgenheid”

Slot: voorbede van wereldgroep over klimaattop.

Vandaag zou Parijs stralen van HOOP, want klimaatactivisten planden een massamars,
als openingsact, voor de wereldklimaattop die morgen begint.
Met duizenden zouden ze dansen in de straten van Parijs.
Ze zouden hulde brengen aan de aarde, de lucht, het water, de mensen,
Ze zouden opstappen voor alles waar wij van houden.
Maar ze zouden vooral harde taal spreken. Ze zouden de politiekers wakker schudden, hen voor hun verantwoordelijkheid plaatsen en duidelijk maken dat ze moedige keuzes moeten maken en afspraken nakomen, want de toekomst van de mens is in gevaar.
Ze zouden zeggen dat de verandering van het klimaat volop bezig is en dat de armsten, vooral in Afrika en in het Midden-Oosten daarvan de grootste slachtoffers zijn. En dat juist die landen het minst zullen worden gehoord op de klimaattop.

Ze zouden... ja, maar het feest gaat niet door.
De grootse manifestatie is afgelast omwille van terreurdreiging. Maar de gedrevenheid van de duizenden enthousiastelingen heeft de actie verplaatst. Van overal in de wereld sturen ze vandaag dezelfde boodschap naar de klimaattop.
Het moet gebeuren, NU.
De opwarming moet stoppen. En het kan, want de hele wereld is in Parijs vertegenwoordigd door 150 staatshoofden en regeringsleiders. Zij kunnen, zij moeten het tij doen keren.
Dat staat deze week op het spel.
En wij... zullen wij bereid zijn een beetje 'anders' te leven, anders te consumeren om zo ons steentje bij te dragen . (zie De Standaard p. 50).

Laten we even stil zijn en bidden met woorden van Kris Gelaude:

IK zal er zijn, hebt Gij gezegd.
Eén naam slechts hebt gij ons gegeven, God,
maar onherroepelijk als een handvest dat ons doet vertrouwen,
tegen al het dodelijke in.
Omwille van die naam keren wij ons naar U,
zoekend naar adem en naar inzicht.
Wie anders zou er zijn? Gij horizon, oorsprong en zin van onze hoop.
GIJ, wees aanwezig in het denken en werken van de wereldleiders, dat zij kiezen voor LEVEN. Amen

------