------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




28 juni 2015

Aanraking - Overgave (Mc.5, 21-43)

Geert Craps

Openingslied 370: "Een weg durven gaan"


Begroeting en inleiding

Laten wij hier samen zijn in de eenheid van onze God: vader, zoon en heilige geest.
“Een weg durven gaan van niet weten, rechtop in de kracht van zijn naam” hebben we net gezongen. Marcel heeft de afgelopen maanden, en nog vorige week, herhaaldelijk aangehaald dat geloof geen kwestie van zekerheden, overtuigingen, bewijzen is, maar een vorm van overgave. Over wat dat zo moeilijk maakt, en over een heel speciale manier om die overgave gestalte te geven, wil ik vandaag even reflecteren.
Laten wij eerst samen bidden.

Openingsgebed

Adem in mij.
Oergetij waaruit ik
aangeblazen werd
om mens te zijn.
Doorwaai, doorgroei,
begeester en vervul mij.
Dat ik mij durf toevertrouwen
aan de grote Adem
die alles verzamelt.
Heel en ongeschonden.

Licht in mij.
Sterrenstof dat mij
op weg houdt.
Mij eraan herinnert
dat ik niet uit mezelf ben.
Wees de glans, de verte
in mijn ogen.
Helder wil ik worden
en doorschijnend.
Laat de diepste vonk
door niets of niemand doven.  

Kracht in mij.
Stem die mij uit niets
geroepen hebt.
Bronader vanbinnen,
zoekend dwars door mij.
Trek mij uit de aarde op
om naar het onzichtbare te reiken,
opdat ik durf leven
doorheen twijfel en verlangen.
Vluchtig als een voetstap.
En toch onuitwisbaar.      (Kris Gelaude)

Bezinningslied: 596: “Kleine Psalm”

Woord vooraf


In het evangelie van vandaag horen we twee verhalen die in elkaar zijn gevlochten. Jezus wordt door ene Jaïrus gevraagd om naar zijn enige twaalfjarige dochter te komen, die op sterven ligt. Op weg naar het huis van Jaïrus ontstaat er een grote menigte die Jezus volgt, met daarin een vrouw die ongeneeslijk ziek is. Ze lijdt al 12 jaar aan bloedvloeiingen, ze heeft al alle dokters bezocht. Zij raakt Jezus kleed zelf aan, in de hoop genezen te worden. Ze geneest, en Jezus stelt haar gerust: uw geloof heeft u gered.

Ondertussen is het onvermijdelijke gebeurd: de dochter van Jaïrus is gestorven. Jezus gaat toch naar haar toe, neemt haar bij de hand en trekt haar overeind met de woorden: “Meisje sta op”. Haar levensadem komt terug, en ze staat op.

In de twee gevallen is Jezus voor diegenen die hulp vragen zo’n beetje de laatste strohalm: de uitkomst in hopeloze situaties. De vrouw die genezen wordt, doet op eigen kracht een ultiem beroep op Jezus. Bij het dochtertje van Jaïrus is de situatie anders: iedereen heeft het meisje opgegeven, maar de vader van het meisje gelooft in Jezus’ mogelijkheden, en uiteindelijk zet Jezus zelf de stap, tegen het misbaar van iedereen in, om het meisje op te wekken.

Stel het je voor: de menselijke situatie waarin je zit is totaal ontwricht. En dan heb je gehoord van een of andere goeroe, die zaken oplost. Je gaat ernaar toe. Tegen alle verwachtingen in wordt je weer mens.

Ik denk dat we als westerse mensen die stap heel moeilijk zetten. We zullen eerder vertrouwen op rationele oplossingen, op de geneeskunde, de wetenschap, op mental coaches die ons leren omgaan met verlies en verdriet. De stap om zich in die situatie over te geven in geloof, is voor ons nog veel minder evident dan in het verhaal voor de twee mensen uit de tijd van Jezus zelf. Omdat het geloof zo’n totaal andere functie heeft gekregen in onze samenleving. Marcel heeft het daar vorige week uitvoerig over gehad: zowel over de verschillen in de manier van geloven als ook de overeenkomsten. En over het gratuite van de aanwezigheid van God, waar we naartoe gaan met onze levenservaringen.

Ook in het evangelie van vandaag komt Jezus tussenbeide in een hopeloze situatie. We luisteren naar het evangelie.

Evangelie: Mc., 5, 21-43

Bedenkingen bij de lezing


Er zijn veel elementen die de twee verhalen van vandaag verbinden: het gaat om vrouwen in een totaal hopeloze situatie, in beide verhalen speelt het symbolische getal twaalf een rol, enzovoort. Maar er is een aspect waar ik verder op wil ingaan in dit verhaal: in de twee verhalen speelt aanraking een cruciale rol. De zieke vrouw raakt Jezus aan, als een symbolische daad die haar sterke geloof uitdrukt. Jezus raakt het meisje aan, waardoor ze weer mens wordt.

Die aanraking is echt niet evident. In beide gevallen is de aanraking van Jezus of door Jezus een aanraking van het volstrekt ondenkbare. De zieke vrouw met bloedvloeiing is volgens de joodse traditie permanent onrein, het is alsof ze permanent in “die fase van de maand is”, een periode van onaanraakbaarheid. Ze is een paria in de joodse gemeenschap. Ze kan geen kinderen krijgen, mannen mogen haar niet aanraken. Bij het dode meisje is de aanraking door Jezus even grensverleggend: Jezus raakt een dode aan: eveneens compleet ondenkbaar in joodse kringen. Alles wat in aanraking is gekomen met een dode, moet gereinigd worden, in het joodse begrafenisritueel.

Aanraken is ook voor ons bijzonder. Dat doe je niet (tenzij je gedwongen wordt in een lift of een overvolle trein) zomaar met iedereen. We hebben allemaal onze persoonlijke zone, waarin we alleen heel uitzonderlijk iemand toelaten. We vermijden aanraking. Aanraken is speciaal.

Aanraken heeft iets intiems. Bewuste aanraking is de meest persoonlijke, directe, sterke, intense vorm van contact die we met elkaar kunnen hebben.

Aanraken herinnert. Een aanraking met een vertrouwd iets of iemand kan sterk ons geheugen aanboren, herinneringen losmaken van geborgenheid, van hulp, van samenhorigheid, van gelijkgezindheid, van samen staan in een traditie.

Aanraken communiceert. Bij de vredeswens laten we de woorden niet alleen spreken, we raken elkaar ook fysiek aan, als een taalteken dat de vrede zelf is. In de vorm van de aanraking, zachter, harder, fermer, tederder, brengen we betekenissen over bij de ander. De aanraking als boodschap vinden we misschien daarom ook terug in liturgische handelingen: bij een zalving, een zegening, een handoplegging, een wijding, in het elkaar de hand geven bij het huwelijk spreken we de boodschap van dat moment uit. Ook als we elkaar in deze gemeenschap de communie geven, raken we elkaar even aan, en raken we even Jezus zelf aan. Zijn boodschap komt tot ons in die aanraking van elkaar en van het brood.

Aanraken emotioneert. Aanraken gaat als boodschap verder dan het cerebrale, het inhoudelijke: er komen ook gevoelens mee in de aanraking. Een aanraking kan ontroeren, geruststellen, blij maken, …

Aanraken heelt. Niet door krachtvelden of magie: maar als een steun in de rug, een gebaar van vertrouwen, een duw vooruit, een teken van aanvaarding of vergeving. Aanraking creëert een fysieke band, waardoor je weer een beter mens wordt.
Daardoor kan aanraking mensen veranderen. Daardoor kan aanraking mensen weer tot mensen maken. Zoals de vrouw en het meisje in het verhaal van vandaag.
Daarom is aanraken, aangeraakt worden teken van overgave. Teken van vertrouwen, geloven tegen beter weten in.

Offerande
Muziek: Eternal Source of Light divine (CD Alison Balsom)
Groot dankgebed
Lied 142: “Oergebaar”
Lied 152: “Mijn God zijt Gij”
Onze Vader en Vredeswens
Communie: Muziek: Entrée de Polymnie (Rameau, Les Boréades)
Communielied: 363: “Gij zijt voorbijgegaan”

Gebed van de Wereldgroep (Lut):

Met de Wereldgroep willen we de aandacht vestigen op Laudato si, de encycliek van paus Franciscus die op 18 juni werd voorgesteld. De encycliek begint met de eerste woorden van het zonnelied van Sint Franciscus en is ook in de geest van Sint Franciscus geschreven.
Grote themas van deze eco- encycliek zijn de onlosmakelijke verbondenheid van ecologische en sociale problemen en meer algemeen de lotsverbondenheid van al het geschapene. Zo schrijft de paus: “Omdat alle schepselen verbonden zijn, moeten allen worden gekoesterd met liefde en respect, want wij allen als levende wezens zijn afhankelijk van elkaar.”

Paus Franciscus roept op om tot een breed gesprek te komen over de toekomst van de aarde. Dit zou kunnen leiden tot een bevrijdende politiek die niet wordt beheerst door persoonlijke belangen, of door een vermetel vertrouwen in de technische mogelijkheid van een onbegrensde groei in een competitieve wegwerpmaatschappij. Oplossingen vereisen derhalve een alomvattende aanpak waarbij de strijd tegen armoede, ijver voor de menselijke waardigheid, dialoog tussen politiek en economie in dienst van menselijke voltooiing , dialoog tussen religies en wetenschap en zorg voor de natuur hand in hand gaan.
Franciscus nodigt alle mensen op onze planeet uit tot ecologisch burgerschap. Dit houdt onder andere creatieve soberheid in maar ook het afzweren van attitudes die oplossingen in de weg staan zoals ontkenning, berusting, onverschilligheid en blind geloof in technische oplossingen.

Deze heel interessante en inspirerende encycliek biedt veel stof tot nadenken en discussie en zet aan tot engagement op het persoonlijke vlak en tot samenwerking en dialoog op het lokale vlak, via de structuren van het middenveld, en op het nationale en internationale politieke vlak.

Hopelijk kunnen we in de komende maanden ons in Filosofenfontein verder verdiepen in dit merkwaardig zonnelied van onze huidige Franciscus. In afwachting bevelen we u een eerste lectuur ten zeerste aan. [Voor meer informatie over deze encycliek: zie de analyse door Jacques Haers sj. Er is voorlopig nog geen Nederlandse vertaling beschikbaar, wel een Engelse en Franse.]

------