------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




2 februari 2014: Opdracht van Jezus in de tempel

Marcel Braekers

Openingszang 103: “Gezegend deze dag”

Begroeting


Gezegend deze dag, gezegend het omhelzende licht dat weerspiegeld wordt in mensen, gezegend Gij Vader, Zoon en bezielende Geest.

Vandaag, 2 februari, viert de kerk de opdracht van Jezus in de tempel. Het was immers een Joods gebruik dat 40 dagen na de geboorte elk eerstgeboren jongetje in de tempel aan God werd aangeboden. Bij dit aanbieden hoorde ook het kind terugkopen. Daarmee drukten de ouders uit dat dit kind niet hun bezit was, maar hun in beheer was gegeven. Het was een geschenk waar zij behoeders van waren. 40 dagen na 25 december viert men daarom dit aanbieden van Jezus. Traditioneel werd daarom voor de mis een kaarsjesprocessie gehouden om de intrede van Jezus in de tempel als licht voor de volkeren te vieren.
Tegelijk bracht de moeder een zuiveringsoffer waardoor ze weer binnen de gewone kring van de samenleving kwam. Voor arme gezinnen was dit het offeren van twee tortelduiven. Op vandaag maakt het veel vrouwen opstandig bij de gedachte dat je door het baren van een kind onrein zou zijn, alsof daar iets mis mee is. Ik heb altijd de indruk gehad dat wij deze idee van rein-onrein op vandaag niet meer kunnen aanvoelen, omdat we in een heel andere cultuur met een totaal ander wereldbeeld leven.

Volgens mij had dat niets te maken met hygiëne of met een moreel oordeel, maar ging het om een fundamenteel aanvoelen van het leven. Een vrouw, die een kind baarde stond heel dicht bij het mysterie van leven en dood, daarom hing rond haar een mysterieuze sfeer, waar men tegelijk angstig voor was en door werd gefascineerd. Dat zelfde gevoel had men bij bloed, bij contact met een overledene of bij bedreigende ziektes. Voor ons is daar weinig mysterie mee gemoeid: ze gaat voor de bevalling naar de materniteit en weet meestal via de echo welk geslacht de baby heeft, zelfs of er mogelijke erfelijke belasting bij komt zien, enz. Daardoor is de afstand tussen ons en de wereld van toen onvoorstelbaar groot.

2 februari is dus het feest waarbij men herdenkt hoe Jezus aan God werd aangeboden, waarbij Maria een zuiveringsoffer bracht, en daarbij ging men dit feest verbinden met een oud Keltisch, heidens feest: het Imbolc-feest. Imbolc betekent ‘in de buik’ en is het Keltisch voor ‘lente’. Rond deze tijd krijgen de ooien hun lammeren en begint de zoogtijd. Voor de Kelten was het een vruchtbaarheidsfeest gewijd aan de godin Brigit. Maar zoals zo vaak heeft het christendom die oude gebruiken ingepast in een religieus discours dat gaat over de geschiedenis van Jezus verbonden met de groei van het nieuwe licht nu de zon weer meer macht krijgt en alles tot leven wekt.

Heel bijzonder heet ik de kinderen welkom, want het is een beetje een bijzonder feest. Eigenlijk had ik de idee om alle kinderen die ik in de loop van het voorbije jaar heb gedoopt samen met hun ouders vandaag uit te nodigen. Helaas, belet tijdgebrek mij dit te doen. Maar ik nodig alle kinderen een kaarsje op het altaar te zetten terwijl de gemeenschap het lied 130 blijft doorzingen tot iedereen terug op zijn plaats is.

Lied 130

Gebed

God van licht en leven
Wij zijn hier samen, ieder met een hart vol verlangen.
Allemaal hebben we nood aan licht en warmte,
Aan vriendschap en kracht.
Wij bidden U
Luister naar de taal van ons hart
Naar datgene waarbij woorden tekort schieten
En dat ons ten diepste raakt.
We noemen het licht, we verbinden het met ons kracht tot beminnen,
We vragen dat Gij het ons geeft
Gij God van liefde en licht.

Lezing: het licht van de mens (uit: Hindoeïsme)
Lied 558: “Liefde eenmaal uitgesproken”

Inleiding op het evangelie

We horen zo dadelijk het relaas van de opdracht in de tempel zoals opgetekend door de evangelist Lucas. Enkele merkwaardigheden waar ik nu al op wil wijzen. Blijkbaar kende Lucas de Joodse gebruiken niet meer goed want hij haspelt twee dingen door elkaar: de zuivering van Maria die 40 dagen na de geboorte plaats had en waarbij een koppel duiven werd geofferd, en het terugkopen van het eerstgeboren jongetje (Ex. 13,12-13) als verwijzing naar de Uittocht uit Egypte toen alle oudste zonen van de Egyptenaren door de engel werden vermoord. En nog iets typisch voor Lucas is dat als Jezus in de tempel wordt aangeboden een man en een vrouw het kind komen begroeten. Lucas waakt altijd over dit evenwicht.

Lucas 2,22-40

Homilie


De afstand tussen wat gebeurde toen Jezus in de tempel werd aangeboden en onze tijd vind ik fascinerend. Het vraagt van mij heel veel inlevingsvermogen om te begrijpen wat zich toen heeft afgespeeld. Maar het doet me anderzijds nadenken over wat vandaag gebeurt, hoe men nu men de geboorte van een kind omgaat en wat daarin gelukkig is veranderd, maar ook wat we soms missen.
Als jonge misdienaar moest ik regelmatig na de mis op een weekdag met een kaars de pastoor begeleiden, die naar een vrouw in de kerk ging en over haar een gebed uitsprak. Zij had een kind ontvangen en ging zoals Maria 40 dagen na de bevalling naar de kerk. Het ritueel was er wel, maar de oude betekenis was al lang verdwenen. De nabijheid van leven en dood beleven we totaal verschillend. Risico’s worden tot een minimum herleid. De gynaecoloog, de vroedvrouw, de bevallingskamer, alles is zo sceptisch mogelijk en men is op alle mogelijke verwikkelingen voorbereid. Slechts in een klein procent van de gevallen kan iets verkeerd lopen. Het gevoel zoals dat 2000 jaar geleden bestond – dat het misschien een kwestie van dood of leven was zowel voor de baby als voor de moeder – is voorbij.

Eenzelfde verschil met vandaag deed zich voor na de geboorte. Wie is de bezitter van dit kindje? U zult zeggen: niemand, maar zo dacht men niet altijd. Vruchtbaarheid zowel van mensen als van dieren was een geschenk van de goden. Denk maar aan het offer van Isaac. Bij veel volkeren leefde de overtuiging dat men iets moest teruggeven (eventueel zijn erste kind offeren), opdat de vruchtbaarheid zou blijven voortgaan. Vandaar de kinderoffers en de onvoorstelbare sprong die Abraham maakt als hij niet meer zijn kind, maar een dier offert. Op 2 februari vierden de Kelten het Imbolc-feest om zo de godin te eren, die vruchtbaarheid aan de schapen gaf.

Toen Jozef en Maria hun kindje in de tempel aan God aanboden deden ze twee dingen: ze erkenden dat het leven aan God toekwam en dat Hij dus Heer van dit kind was. Maar ze brachten tegelijk een offer dat in de plaats van kindje kwam, en zo kregen ze hun Jezus terug. Door het ritueel erkenden ze dat God Heer is van het leven, maar dat zij de behoeders waren, ouders in de echte zin van het woord. Kahil Gibran zou zeggen: jullie zijn de boog en uw kinderen de pijlen. En de boog moet spankracht geven, opdat die pijlen kunnen wegzoeven en hun eigen weg zoeken.

Waarom vind ik het nu leerrijk om nog even in die wereld van 2000 jaar geleden terug te duiken? Omdat ik vind dat iets van het mysterie rond zwangerschap, geboorte en opvoeding van kinderen verloren is gegaan. Gelukkig is dat alles niet meer omgeven met angst en onzekerheid en weten we dat vruchtbaarheid niet door goden wordt gegeven, maar in de biologie van ons lichaam schuilt. Maar er is iets dat wegdrijft en dat ik met het woord ‘huiver’ of ‘schroom’ zou weergeven. Je staat immers aan de wieg van een heel nieuw leven, een nieuw begin, een mens die anders dan wij later met het leven zal omgaan, andere vormen van geluk en andere zorgen zal kennen.

Daarom is een ritueel zoals de doop of de opdracht in de tempel zo belangrijk, omdat men zich bewust wordt van de kwetsbaarheid van dit leven en het daarom aan God aanbiedt, niet uit angst maar vanuit een diepe dankbaarheid om het geschenk, met daarbij de bede “dat God zijn beschermende hand over dit kindje zou houden” zoals de priester bidt. Het ritueel en de ermee gepaard gaande gevoelens van 2000 jaar geleden katapulteren mij in het nu met de vraag hoeveel mysterie er blijft ondanks alle technische vooruitgang en alle kennis. Hoe zal de toekomst zijn van de kinderen die ons vandaag zijn toevertrouwd? Welke wereld, welke basis, welke omhulling kunnen we hun geven? En zijn we gereed om het nieuwe dat hier aanvangt zijn plaats te geven en tot recht te laten komen?

Tijdens groot dankgebed refrein 134: “Laudate omnes gentes”
Na de communie 790: “Lofzang van Zacharias”

------