------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




22 september 2013: 25e zondag door het jaar

Je kan geen twee heren dienen (Lc. 16, 1 - 13)*

Arnout Malfliet

Vanmorgen ben ik op mijn stalen ros als moraalridder naar Filosofenfontein gefietst. Er is niets erger dan een moraalridder. Van die mensen die denken te bepalen in jouw plaats wat goed en wat kwaad is. En onze houding tegenover dergelijke individuen is daar relatief ambigu in: enerzijds vinden we het goed dat er richtlijnen zijn en dat alles geordend wordt, ‘Wat zou jij doen, want ik weet het niet.’ Maar anderzijds willen we niet dat de inspraak in onze privacy te ver gaat. Stel je voor dat een of andere vreemde mogendheid onze telefoongesprekken zou beginnen af te luisteren of onze mails zou beginnen lezen…

Maar af en toe duikt er dan toch iemand op die meent te moeten zeggen hoe we te leven hebben. Wel om alle misverstanden uit de weg te ruimen: hij staat hier voor u. Maar wel degelijk met het water in de schoenen en knikkende knieën. Want het verhaal van vandaag is er eentje waar men in de kerk al sinds lange tijd heel veel last mee heeft om uit te leggen. [zie ook de voetnoot onderaan]

Er zijn namelijk van die verhalen die je kan lezen en blijven herlezen en steeds duiken er nieuwe betekenissen in op. Zo is dat vaak met de bijbel. Maar het verhaal van vandaag maakt bij mij daarop een uitzondering. En wel in deze zin; dat er nooit een goede afdoende betekenis aan kan worden gegeven. Althans toch niet voor mij. Het verhaal van vandaag kan niet geïsoleerd gelezen worden. Elke uitleg die eraan gegeven wordt is moraliserend en dus veroordelend. En dat komt omdat het oordelen al in de lezing zelf zit. Daar waar in de andere parabels die eraan vooraf gaan en erop volgen de parabels op zich mogen staan, wordt hier in de parabel zelf geoordeeld. En dat maakt hem best lastig.
Ik voel me vandaag als een baas van een groot bedrijf die een ontzagwekkende opzegpremie krijgt en zegt, ik krijg dat niet aan het volk uitgelegd, ik krijg dat niet aan mijn werknemers uitgelegd en ik krijg dat thuis ook niet uitgelegd. Ik krijg de parabel van vandaag ook niet uitgelegd. Ik kan alleen maar enkele accenten aangeven. Meer niet. Want hoe je het ook draait of keert: het gaat hier om bedrog. Ik kan niet anders dan bidden: ‘ondenkbare, open mijn ogen voor de trekken, duizendvoudig, van uw goddelijk gelaat.’

Lc. 16, 1 - 13

Geen veilig pad om langs te gaan, / geen plek geen been om op te staan, / geen rots om op te bouwen.
Zo voelde ik me enkele weken lang toen ik dit verhaal voorgeschoteld kreeg. Dank u wel Katholica… Het eerste wat me in dit verhaal tegen de borst stuit is het feit dat Lucas het presteert om er zoveel oordeel in te steken.
    - ‘De Heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim gehandeld had’
    - ‘De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het
       licht.


Van de parabels wordt verteld dat ze meest authentieke ‘Jezus-woorden’ zouden zijn. Het zijn in ieder geval verhalen die beklijven en waar we allemaal wel enkele voorbeelden zo voor de vuist van kennen. Ik noem er maar enkele: De barmhartige Samaritaan, de talenten, het mosterdzaadje, de vijf slimme en de vijf dwaze maagden, de verloren zoon.
Bij enkele van deze parabels kunt u zich meteen het hele verhaal inbeelden. Dit is vermoedelijk ook de reden waarom de parabels zeer authentiek zouden kunnen zijn. Het was een middeltje dat je als leraar voortdurend dient te gebruiken. Als ik vroeger in de klas ook maar begon met de woorden ‘Er was eens…’ dan had ik alle aandacht. We vallen voor dergelijke verhalen omdat ze de verbeelding opwekken en onszelf bij de hand nemen en met ons op stap gaan tot er meestal een aha-erlebnis gebeurt dat zegt: ‘zo had ik het nog niet bekeken’.

Dat er dan in de parabel vandaag zo’n rare irrationele wendingen inzitten stuit ons tegen de borst. We volgen niet meer. We kunnen niet meer mee. Waarom prijst die heer een oneerlijke rentmeester? En waarom zijn de kinderen van het licht dan dommer dan die van de wereld?
Een tweede feit in het verhaal dat me stoort is de contradictie in deze passage:
De Heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld.’ En even verder lezen we: ‘..wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat’. Dit zit voor mij te dicht op elkaar. Eerst de oneerlijkheid prijzen en wat verder oneerlijkheid veroordelen. Wat wil je ons vertellen Lukas? In ons dialect zeggen we: eieren of jongen.

In het begin van dit verhaal richt Jezus zich tot zijn leerlingen. Maar de context is niet deze van een besloten kamer. In hoofdstuk 14 lezen we dat een grote mensenmenigte met Jezus meetrok. En uit die menigte komen tollenaars en zondaars hem opzoeken. Farizeeën en schriftgeleerden zien dit met lede ogen gebeuren en Jezus reageert daarop met de drie parabels van vorige week, het verloren schaap, het verloren muntstuk en de verloren zoon.
En hoewel zich Jezus dus tot zijn leerlingen wendt met deze parabel zijn het toch de Farizeeën die als eerste reageren. Deelt Jezus hier een steek onder water uit? Ik denk het niet. Hij weet hoe hebzucht iedereen kan overmannen en nadat hij zich uitvoerig tot de farizeeën en schriftgeleerden had gewend, richt hij zich nu tot zijn leerlingen met de boodschap: Ook gij zult aan de verlokkingen van de mammon moeten weerstaan. Gebruik dus je verstand.

Want als er één klein lichtpuntje in dit immorele verhaal zit, dan is het wel dit: De rentmeester heeft zijn verstand gebruikt. De rentmeester is en blijft oneerlijk, ook in de parabel. Maar dat is niet wat de heer prijst. Hij prijst de oneerlijke rentmeester omdat hij slim heeft gehandeld. Hij handelde met overleg. Hij was verstandig. Jezus volgen is geen zaak van een wilde emotie of een hipe. Uiteraard zit dat erin verweven; niets is emotieloos. Maar laat je emoties niet de loop nemen met je verstand. Blijf bij de pinken. Blijf gefocust en laat je niet in de war brengen. Want je focus kan rap vertroebelen. Je hoeft maar wat rond te strooien van dat ‘mammon’ en mensen doen de gekste dingen. Wie wil niet de jack-pot van de Lotto? Wie wil niet de gouden ajuin met de carnaval van Aalst? En Jezus roept ons op om ook daar gefocust te blijven. Wat ga je ermee aanvangen? Want uiteindelijk zijn we allemaal geworpen in deze wereld en de vraag van vandaag rijst al snel: Hoe zijn wij rentmeester van onze schepping? Hoe gaan wij daarmee om?

Ik had u verwittigd dat de moraalridder vandaag aan het woord zou komen. Je kan geen twee heren dienen zegt Jezus. En tot slot wil ik nog deze vraag opwerpen: In heel onze omgang met de mammon en met God; geraken wij daardoor vervreemd of vertrouwd van onszelf, van onze naaste, van onze omgeving, van onze schepping, en van God?
Amen
-----------------------

* Onze kapelgenoot Marc Waelkens bezorgde ons, vanuit zijn kennis van de historische achtergrond, een zeer verhelderende interpretatie van deze merkwaardige parabel (zie: De onrechtvaardige rentmeester). Zijn historische verklaring bevestigt de hypothese die Ides Nicaise naar voor bracht in de viering van 7 juli.

------