1 september 2013
Wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden
Gond Mertens
Inleiding:
Lc 14,1,7-14
De evangelielezing voor vandaag uit Lc 14 confronteerde mij met
een niet verwerkt trauma
en daarom lukte het me niet om de
boodschap van de tekst op een positieve manier te interpreteren.
De evangelist vertelt over Jezus die door een vooraanstaand Farizeeër
wordt uitgenodigd voor een maaltijd . Jezus observeert aandachtig
het gedrag van de aanwezige gasten
.De strijd om de ereplaatsen
irriteerde hem blijkbaar enorm en hij reageert heel direct en kordaat;
Wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden en wie zichzelf
vernedert zal verhoogd worden
Vanuit een pijnlijke jeugdherinnering was ik blijven steken in,
jezelf vernederen en vernederd worden en kon die woorden
van Jezus nergens een plaats geven in mijn leven en ze nauwelijks
waarderen
daar zat ik dus mee
Gelukkig had Marcel, dit
onmiddellijk doorzien en hij stelde voor om die homilie te herschrijven
Dat
bracht me eerst wel wat van streek en ik dacht er stilletjes aan
dat het beter zou zijn om er helemaal mee te stoppen
Maar die confronterende passage van het evangelie, zonder meer naast
me neerleggen en eventueel een ander thema kiezen voor de viering
van deze dag, zag ik ook niet echt zitten
Dan maar liever de
uitdaging aangaan en van voor af aan opnieuw beginnen
Met een aantal waardevolle ideeën op zak, vooral een positieve
betekenis voor het woord vernederen en met wat zoekwerk
in de bijbel en op internet vond ik vrij snel nieuwe moed en inspiratie
Op hoop van zegen
en die is er gekomen
Lc14,1, 7-14
Lucas vertelt
over Jezus die uitgenodigd is voor een maaltijd, bij een voornaam
farizeeër en er sterk getroffen wordt door het gedrag van de
genodigden
Wat opvalt in het verhaal is de woordkeuze van
de evangelist, hij schrijft; De farizeeën hielden Jezus
voortdurend in het oog en Jezus zelf merkt op
hoe de genodigden zich gedragen
Hij had gezien
hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen
Zien, opmerken, in het oog houden,
Misschien komt het in het
leven op de eerste plaats daar wel op aan. Hoe kijken wij naar de
werkelijkheid; onszelf, de anderen, de wereld, en waar ervaren we
God ? Wat zich voor Jezus ogen afspeelt brengt hij onmiddellijk
in verband met een diepere realiteit. De maaltijd heeft voor hem
ook een religieuze betekenis en verwijst naar het Rijk Gods. Zijn
hemelse Vader is daar de uiteindelijke Gastheer
En tegenover
Gods gratuïte houding ten gunste van armen en zwakken staat
een op winst en eigen voordeel bedacht handelen van de mens, in
schril contrast.
Het bruiloftsmaal is een vertrouwd Bijbels en profetisch beeld,
Jesaja zegt o.a. Op de berg Sion, in het Hemels Jeruzalem
richt De Heer een tafel aan voor alle volken. Iedereen wordt
uitgenodigd
Maar in de eerste plaats krijgen zij die in onze
wereld dreigen uit de boot te vallen, een ereplaats toegewezen;
armen , weduwen, wezen
Wie hen uitnodigt die niets kunnen terugdoen
zal door God beloond worden, Gods liefdevolle aandacht en die van
Jezus, voor uitgestoten en kleine mensen, moet ook de onze zijn
als we tenminste mee willen aanzitten aan zijn feestmaal op de Heilige
Berg.
Paulus waarschuwt de Filippenzen: handel niet uit geldingsdrang
of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker
dan uzelf
Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus
had
Hij heeft zichzelf vernederd
en werd gehoorzaam tot
de dood op het kruis, daarom heeft God hem hoog verheven.
Hoe belangrijker je bent, des te bescheidener je moet zijn,
dan vind je genade bij de Heer. Aan zachtmoedigen onthult Hij zijn
geheimen. ( J Sirach 3, 17-18 )
Wie dus gering is en nederig ontvangt aanzien hij wordt dichterbij
geroepen en gaat hoger op. Jezus zegt : Wie zichzelf gering
acht als een kind, is de grootste in het Rijk der hemelen.(
Mt. 18 ) Wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten
zijn. (Mt. 21, 28; 16, 24) En wie achter mij aan wil komen
moet zichzelf verloochenen. D.w.z. jezelf ontledigen en leegmaken
Maar de mens die vol is van zichzelf en enkel bezorgd is om het
eigen ik zal worden teruggefloten. De eersten zullen
de laatsten zijn
een beschamende en vernederende ervaring
zegt het evangelie. Een gelijkenis is een eye-opener. Als Jezus
in gelijkenissen spreekt verklaart hij niet de werkelijkheid, maar
laat hij wel iets vermoeden van zijn totaal andere kijk op onze
aardse realiteit. Wat wij in deze wereld belangrijk , vanzelfsprekend
of heel normaal vinden is dat wel zo normaal, vanzelfsprekend en
belangrijk?
Hoe zou het leven eruit zien als we minder op eigen recht, voordeel,
geld en succes zouden uit zijn ? Hoe zou het zijn als we de ereplaats
die we aan onszelf toekennen, zouden afstaan aan een ander? Jezus
spreekt over een levenshouding waarin niet status, kennis, diplomas
titels of geleverde prestaties belangrijk zijn, maar hij roept op
tot een nieuwe mentaliteit en àndere prioriteiten
Het evangelie geeft geen algemeen geldende regels of voorschriften
en Jezus zegt niet dat je geen familie, vrienden of bekenden mag
uitnodigen en enkel armen en mensen die je niet kent
Maar
hij legt de nadruk op nederigheid ,dienstbaarheid en openheid voor
het Onverwachte
Zo komen we misschien de Onzichtbare
werkelijkheid op het spoor en ervaren we wellicht iets van het goddelijk
Mysterie, dat schuil gaat achter alledaagse ontmoetingen, gebeurtenissen
en dingen..
De godheid kan zich maar aan ons kenbaar maken als we afstand doen
van alles wat ons belemmert om te ZIEN. Wie hoog wil
vliegen moet ballast uitgooien en zichzelf ontledigen. Jezus zegt
daarover; Ik prijs u Vader van hemel en aarde omdat U deze
dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar
ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld Ja , Vader, zo hebt
u het gewild. Komt allen tot mij en leer van mij, want ik
ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zul je werkelijk rust vinden
voor uw zielen want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
( Mt. 11, )
Gebed
Heer God,
Vol vertrouwen roep ik tot u,
Zie naar mij om en keer u niet ver van mij af.
Ik zoek niet naar wat te groot is voor mij, te hoog verheven,
Toon mij de weg die ik moet gaan,
Zachtmoedig en nederig van hart.
Aan wie klein is en eenvoudig toont gij uw gelaat
Wie niets is kroont gij met uw zegen.
Wend mijn ogen af van hoogmoed en van al wat geen zin heeft
Gij toch kent mijn verborgen gedachten
Soms zwerf ik , als een schaap dat verdwaald is, haal mij dan
terug
Ik bid u in naam van Jezus uw zoon, onze heer en broeder.
Hij heeft zichzelf ontledigd en gij hebt hem hoog verheven
Help mij deemoedig treden in zijn spoor.
Nu en in eeuwigheid.
Amen
|