4 augustus 2013: Pelgrim in het leven
Kris Gelaude
Begroeting
Openingslied: "Zegening"(nr.
195)
Inleiding
Ik zal
met je meegaan
wegen van het onbekende.
En als je twijfelt
of niet weet waarheen
zoek dan mijn woord,
mijn hand, mijn wandelstaf.
(
)
Ik zal je dragen
en mij met jouw lot verbinden.
Vrees niet de nacht.
Mijn zorg ligt om je heen.
De sterren worden je tot mantel.
Een paar verzen
uit een gedicht dat ik ooit schreef voor mensen onderweg...
In deze zomermaanden is zowat iedereen wel even onderweg. Maar uiteraard
gaat deze tekst over een andere betekenis van onderweg zijn. Over
een zoekend onderweg zijn, kwetsbaar, zonder zekerheden, overgeleverd
aan wat te gebeuren staat.
Het verrast mij soms hoeveel verschillende pelgrimages er tegenwoordig
zijn. Enkelingen of groepen, onderweg naar Compostela. Jongeren
naar de werelddagen in Brazilië. Anderen te voet naar Assisi
Ook de Dominicusreis is zon pelgrimage. Een bezinnende tocht
langs de wegen waar, 800 jaar geleden Dominicus predikend rond trok.
Langs plaatsen waar de orde van de Dominicanen in het leven werd
geroepen en vorm begon te krijgen. En waar, in dezelfde tijd, ook
de geschiedenis en de vervolging van de Katharen heeft plaats gegrepen.
Enkele weken geleden heb ik deze reis meegemaakt, zij het onvolledig.
Maar de impressies waren sterk en blijvend. En voor het eerst kon
ik, samen met anderen, aandachtig stilstaan bij de figuur en de
inspiratie van Dominicus.
Op 8 aug. wordt het feest van Dominicus gevierd. En het leek me
zinvol genoeg om deze viering daarmee te verbinden, vanuit de ervaringen
en de bewogenheid die wij als pelgrims van de Dominicusreis samen
deelden.
Lied: Wie
anders zou de hemel dragen (nr. 001)
Gebed
God,
nooit geziene,
ondoorgrondelijk zijt Gij.
En toch
als een minzame vriend
soms genaakbaar dichtbij.
Leg uw hand op de schouder
van wie onderweg zijn.
Doortrek met uw warmte
allen die het leven liefhebben.
Wees zelf de kracht
in wie U blijven zoeken in de ander.
Gij mensenzoeker
met uw woord van licht.
Gij toekomstdroom
van voor het begin.
(Kr. Gelaude)
Duiding
Staan in ruimten
waar ooit Dominicus heeft gestaan en gebeden, lopen langs de veldwegen
die hij predikend heeft bewandeld en verblijven op de plek waar
hij zijn eerste klooster stichtte, is op zijn minst beklijvend.
Maar in diezelfde omgeving ook de geschiedenis terugvinden van zoveel
Bons hommes et Bonnes femmes, zoals de katharen
aanvankelijk genoemd werden, die omwille van hun geloofsbeleving
op de brandstapel werden gezet, dat is hoe dan ook even aangrijpend.
En tegelijk confronterend.
Temeer ook omdat het verhaal van Dominicus niet los te koppelen
is van dat van de katharen. In het boek In de voetsporen van
Dominicus, dat de ervaringen bij de eerste pelgrimage in 2009
samenvat, zegt p. Vaganée zelfs: Geen Dominicus zonder
de katharen.
Ruim 800 jaar geleden, in 1205, ging Dominicus als Spaans kanunnik
samen met zijn bisschop Diego, in Rome toelating vragen om in Occitanië
(in die tijd Catalaans gebied) bekeringswerk te beginnen. Precies
daar was de beweging van de katharen reeds vrij sterk. Het ging
om gelovige mannen en vrouwen, die zochten naar de zuiverste vorm
van evangelisch leven, in grote onthechting en volgens een eigen
doctrine. Die was zeer orthodox en wegens hun dualistisch godsbeeld
niet verzoenbaar met de leer van de Kerk.
Maar bisschop Diego en Dominicus namen het verwijt van de katharen,
dat de kerkelijke dienaren niet evangelisch leefden, ernstig. Daarom
deden zij zelf afstand van hun clericale privileges en van de comfortabele
levensstijl die hen toekwam. Zij begonnen een missie, rondtrekkend
te voet, predikend en bedelend om voedsel en onderdak. In gesprek
en in discussie en vooral levend zoals de katharen deden, probeerden
zij katharen en katholieken tot het juiste inzicht te brengen.
Ondertussen vond Dominicus ook inspiratie in de levenswijze van
de katharen. Zeker in hun leven in armoede, in hun sterke geloofsovertuiging
en zelfs in sommige aspecten van hun samenleving, zoals de evenwaardigheid
van man en vrouw, waardoor bvb. de Dominicaanse vrouwenkloosters
de gepaste erkenning en taken kregen. Allemaal elementen die mee
de voedingsbodem gelegd hebben voor de Dominicaanse spiritualiteit,
tot op vandaag.
Anderzijds heeft de bezieling, het woord en de aanwezigheid van
Dominicus niet kunnen verhinderen dat ontelbare mannen en vrouwen,
precies omwille van hun geloof, letterlijk vernietigd werden. Plaatsen
bezoeken waar dat gebeurd is, dwingt je tot grote deemoed. Ook voor
Dominicus zal het moeilijk geweest zijn om daarmee in het reine
te komen. Want hoe je het ook bekijkt, het blijft een schandvlek
in de geschiedenis van de christelijke beschaving.
Onvermijdelijk doet het je nadenken over het vasthouden aan de eigen
geloofsprincipes, over intolerantie en over de betekenis van waarheid.
Daarover schrijft medereiziger Leo Oosterveen o.p. in zijn reflectie
op onze tocht:
Als waarheid
wordt vereenzelvigd met politieke en religieuze macht dan sneuvelt
de waarheid, die alleen gedijt bij de vrije uitwisseling van argumenten
en bij de vrijheid van geweten. (
) Waarheidszoekers reiken
naar de waarheid, maar hebben haar nooit.
Ik zou eraan
toevoegen: als religie niet in staat is mensen samen te brengen
en te verbinden, ongeacht hun levenswijze of verschil in belijdenis,
dan mist ze haar wezenlijke betekenis. Het zijn inzichten, even
toepasselijk op de gebeurtenissen van vandaag als van toen. Heel
concreet zegt dat hoe belangrijk het voor ons is om steeds weer,
in wederzijds respect, met elkaar in gesprek te gaan, zowel met
anders- als met gelijkgezinden en om zichzelf steeds te bevragen,
zodat er ruimte kan gelaten worden voor een veelzijdig zoeken naar
de weg, de waarheid en het leven.
In de Dominicaanse spiritualiteit is voor mij ook uitgesproken de
keuze voor het onderweg zijn aanwezig. Zonder verworvenheden.
Zonder zekerheden of onwrikbare principes. Bereid om voortdurend
de eigen visie te herzien en confrontaties aan te gaan. En wie zo
met mensen onderweg is, luisterend, zoekend en bezinnend, kan ook
wegen wijzen, weg van zichzelf.
Ik denk dat de vitaliteit van de Kerk vandaag, juist hiervan afhangt.
Die ingesteldheid moeten wij levendig houden. Als gemeenschap zitten
wij in zon fase van herdenken en van zoeken naar een nieuwe
bestaansvorm. Laten wij dat dan doen in een geest van grote onbevangenheid.
En als pelgrims in het leven. Aangewezen op elkaar, op de werkelijkheid
van vandaag en bezield door de geest van het evangelie.
In de lezing van vandaag wordt de vraag gesteld, waarmee wij ons
leven kunnen veilig stellen. Ik denk dat wat zonet gezegd is daarbij
aansluit.
Na het lied Geen weg is te lang beluisteren we de evangeliewoorden.
Lied: "Geen
weg is te lang" (nr. 589)
Lezing: Lc 12, 13-21
Offerandelied: "Oergebaar" (nr. 142)
Tafelgebed: "Gij die mij aankijkt" (nr. 158)
Communielied: "Geproefd, geleefd herkend" (nr. 586)
Slotbezinning: "Pelgrim geworden" (Kr. Gelaude)
Zegening
|