------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




14 april 2013 : 3e Paaszondag

                  Het net scheurde niet (Jo. 21)

Marcel Braekers

Openingszang 102: "Onze hulp is in de naam van de Heer"

Gebed

Het Paaslicht
Hebt Gij ons gegeven,
En tot nieuwe mensen
Hebt Gij ons gemaakt.

Met nieuwe ogen
Mogen wij zien,
Mensen
Met goede moed,
Getroost door Uw Geest;

Blijf onze ogen openen,
En ons de adem geven
Voor het lied
Waarin de bevrijding weerklinkt,
Opdat wij instaan
Voor opstandingsleven,
Vrijheid en bloei
Van uw mensenkinderen.     (S. de Vries)

Begroeting

Vandaag, op deze derde paaszondag wordt ons een merkwaardig stukje evangelie aangeboden. Het zijn de laatste verzen uit het evangelie van Johannes. Ik heb de laatste verzen van het vorige hoofdstuk toegevoegd, zodat je goed hoort dat in feite het evangelie daar werd afgesloten. Een ijverige schrijver vond het dus nodig nog iets toe te voegen, en om meer gezag aan zijn tekst toe te kennen deed hij of het van Johannes was. Ook al is de tekst niet meer van de evangelist, hij is even boeiend, want het geeft een goed inzicht in de evolutie van de eerste kerk en de manier waarop men zich ging organiseren. Het doet mij ook vragen stellen naar vandaag.

Op gevaar af schools te zijn wil ik toch wijzen op enkele merkwaardigheden in de tekst. Allereerst voel je dat het minder om de verrezen Jezus gaat, maar vooral om Petrus en de geliefde leerling en de verhouding tussen die twee. Uit de tekst kun je opmaken dat beiden gestorven zijn. En toch blijft er een probleem voor de lokale geloofsgemeenschappen. De geliefde leerling speelt in het vierde evangelie een belangrijke rol. Wie hij was weten we niet, maar hij had een bijzonder gezag en vermeldt details over het leven van Jezus, die de andere evangelisten niet kenden. Vermoedelijk leefde hij in Efese en was de geloofs-gemeente daar rond hem gecentreerd. Petrus daarentegen leefde in Rome.

De jonge kerk was zich beginnen organiseren en daarbij kreeg Petrus een vooraanstaande plaats. Hij is de actieve die, zoals in het verhaal, uit eerbied voor Jezus zijn kleed aantrekt en over boord springt om naar Jezus te gaan. De geliefde leerling is een meditatieve, mystieke figuur, die op de achtergrond blijft. Maar, weer volgens de tekst, is hij het die Jezus herkent.

Je moet de tekst ook als een symbolisch verhaal beluisteren. Het is nacht en de leerlingen vangen niets. De kerkgemeenschap herkende zich in de leerlingen in de boot, zwoegend zonder wervend te zijn. Uit zichzelf had ze niet veel succes, maar dankzij het Woord van Jezus lukt het. Je krijg de indruk dat het niet om een groep aan het meer van Galilea gaat, maar om een gemeenschap die eucharistie viert, niet met brood maar deze keer met vis.

Johannes 21

Lied 361: “Surrexit Dominus vere” (De Heer is waarlijk opgestaan)

Homilie


Na eerst een nacht niets te hebben gevangen lukt het plots wel. 153 vissen: volgens Hiëronymus kende men in die tijd 153 soorten en wilde de schrijver zeggen dat de leerlingen alle volkeren van de aarde willen verzamelen. (Misschien, maar 153 is ook de optelsom van het Hebreeuwse woord ha pesach = Pasen.) Wel duidelijk is dat de schrijver vermeldt dat het net niet scheurt ondanks de grote hoeveelheid. Symbolisch gezegd: ook al breidde de kerk zich uit, toch ontstond er geen schisma. Zou dat de reden kunnen zijn waarom iemand het nodig vond deze tekst toe te voegen? Want er waren wel degelijk spanningen. De geliefde leerling woonde wellicht in de gemeenschap van Efese, terwijl Petrus naar Rome was getrokken. Hij en de kerk van Rome trokken het laken naar zich toe, zodat de kerk in Klein Azië zich achtergesteld voelde. In de tekst evolueert men naar een merkwaardig compromis. Aan Petrus wordt de eerste plaats toegekend, maar tegelijk wordt gezegd dat de geliefde leerling de echte ziener was. In de evangelietekst ervoor komt hetzelfde terug. Petrus en de geliefde leerling lopen naar het graf van Jezus, de geliefde leerling is eerst maar hij laat Petrus voorgaan. Zo vond men dus een oplossing voor een menselijk probleem en werd een scheuring vermeden. Meer en meer kreeg de bisschop van Rome gezag en ging de kerk zich volgens het Romeinse rechtssysteem organiseren.

Maar er is iets anders dat mij blijft fascineren. Het detail dat bij de vangst het net niet scheurde. Waarom was men zo bang voor tegenstellingen of verschillen? Tegelijk wil men een wereldkerk worden, maar zou alles en iedereen in hetzelfde net moeten blijven. Kan dat? Of nog anders gezegd: waarom was men vanaf de eerste eeuwen bang voor een afwijkende mening of een meer zelfstandige, regionale kerk? Als er één godsdienst is waar men altijd met schisma’s te maken had, waar theologen om een afwijkende mening werden veroordeeld, dan is het toch wel het christendom. Waarom is men altijd zo bang dat het net kan scheuren? Ik weet het antwoord niet. Je kan het volgens mij niet wijten aan de erfenis van de Romeinse manier van besturen, want die was ruimdenkend als het over inhouden ging. Het gevaarlijkste in het christendom was een eigen mening te hebben over de persoon van Jezus. Vervolgens komt de moraal en tenslotte het omgaan met de sacramenten.
Waarom durft men het niet aan te leven met een veelheid van meningen? Indien je een sterk product hebt, moet je toch niet bang zijn voor klantenverlies. De Kerk is op vandaag zo mondiaal gegroeid dat veel problemen volgens mij niet meer centraal kunnen opgelost worden, gewoon omdat in verschillende delen van de wereld heel andere gevoeligheden heersen. Cfr. Gevoeligheid rond homoseksualiteit, statuut van de vrouw, probleem van het celibaat, de manier van liturgie vieren, de visie op het menselijke en goddelijke in Jezus, enz.

Moet ik dan het antwoord zoeken in het probleem van de macht? Het is alleszins opvallend dat de laatste pausen tegen de geest van Vaticanum II in geen respect hadden voor het college van de bisschoppen en dikwijls solo speelden. (cfr. de houding tegenover de Pius X-groep, de aversie van de bevrijdingstheologie, het eigen standpunt rond huwelijksmoraal van Humae vitae) Zou het kunnen dat men op bestuurlijk vlak wel beklemtoonde dat de Kerk een dienende rol heeft te spelen (elkaar de voeten wassen), maar dat men dit alleen begreep voor de caritas, het dienstbetoon, maar niet voor de inhoud van de leer? Hoeveel sympathieker zou een paus niet zijn indien hij de verbindende figuur zou zijn in een grote diversiteit? Ik denk dat het heilzaam kan zijn als dat net weer eens scheurt. Er zou weer discussie komen, men zou doorheen de verschillen moeten zoeken naar een band op een dieper niveau. En zou ons dat niet precies brengen bij de kern van Jezus’ boodschap?

Het evangelie ademt immers zo’n diepe vrijheid en bevrijdende omgang met allerlei wetten en met gezag dat we echt niet bang moeten zijn voor de richting, die we dan zouden varen. Misschien zouden de netten wat voller geraken dan ze nu zijn. U ziet dat de discussie over Petrus en de geliefde leerling, over de visvangst na Pasen niet is achterhaald en ons in deze tijd voor nieuwe uitdagingen plaatst.

Groot dankgebed 155: “Wees hier aanwezig”

Na de communie 364: “Om te zien een nieuwe aarde”

------