------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




28 maart 2013 : Witte Donderdag

       In dienstbaarheid als gemeenschap het brood breken

Marcel Braekers

Openingszang 590: “Tegen de dood”

Gebed

Wees ons genadig God
Wees ons nabij.
Laat ons niet ontbreken op het feest
Dat Gij ons hebt bereid.
Verzamel ons bij de uittocht van Jezus Messias
En bekleed ons met het witte licht
En de liefde van uw Zoon. (S. de Vries)

Begroeting

Ik vermoed dat het eerste optreden van paus Franciscus bij jullie eenzelfde gevoel opriep als bij mij: de man straalde eenvoud en ontwapenende directheid uit. Eerst bleef ik nog wat wantrouwig aan de kant staan, want met Franciscus kun je vele kanten uit. Je kan vogeltjes voeren en hondjes aaien, de armen een aalmoes geven, zodat doorheen je eenvoud alles blijft zoals het was. Daarbij kwamen onrustwekkende berichten van Jezuïeten omtrent zijn vroegere houding als provinciaal van Argentinië tegenover de bevrijdingstheologie. Is zijn visie veranderd of dacht hij toen al onder druk van de omstandigheden dat het anders moest. Ik was alleszins heel blij toen ik in The Tablet een fragment van een toespraak las waarin Bergoglio nog kardinaal zijnde zei:

“Wij kunnen niet oprecht antwoorden op de uitdaging van ontwrichtende uitsluiting en armoede, indien de armen object blijven, mikpunt van paternalistische en liefdadige actie door de staat of andere organisaties. (Wij kunnen slechts eerlijk antwoorden) indien die armen subjecten worden voor wie de staat en de samenleving voorwaarden moeten creëren, die hun rechten bevorderen en respecteren en die toelaten dat zij hun eigen toekomst kunnen opbouwen.”

Ik hoop dat deze paus die houding van bescheidenheid en inzet voor de armen mag blijven gestalte geven en dat bestuurlijke zorgen zijn charisma niet doen verstarren. Reeds direct na het concilie schreef de Franse dominicaan Ives Congar een ophefmakend boek Pour une église pauvre et servante. Arm en in dienst van een wereld of van mensen, die schreeuwen om bevrijding zoals ook Jezus van Nazareth leefde dat is het wezen van de kerk, zei Congar.

Daarmee ben ik helemaal bij de viering van deze avond, beter bekend als Witte Donderdag (wegens de witte doek die over het kruis hing) of het Laatste Avondmaal.
Op een turbulente moment van zijn leven vierde Jezus met zijn volgelingen het Pesach-feest. Altijd waren er reeds relletjes op die feestdagen, maar deze keer hing er veel meer dreiging in de lucht. Er was de rebelse optocht geweest van Jezus samen met gemarginaliseerden, revolutionairen en verpauperde boeren. Er was de opstoot in de tempel geweest waarbij kooplieden en geldwisselaars waren weggejaagd. In die verstikkende atmosfeer vierden ze samen het feest van de Uittocht.

Twee belangrijke gebeurtenissen zullen voor een definitieve wending zorgen. Tegen Petrus (en wellicht tegen veel anderen) zegt Jezus: "Steek het zwaard in de schede, want wie het zwaard hanteert, zal ook door het zwaard vergaan". En er is dat tweede belangrijke gebaar: tijdens het feestmaal knielt Hij neer en begint de voeten van zijn volgelingen te wassen. Een uiterst kwetsbaar gebaar om zijn opgewonden groep tot andere gedachten te brengen. Dus op een ogenblik dat ze samen het feest van de Uittocht vieren, het feest van bevrijding en uitverkiezing, voegt Jezus daar twee nieuwe elementen aan toe: vredelievendheid en dienstbaarheid. Kwetsbare beschikbaarheid voor ieder, die in nood is zelfs je vijand, en vredestichtende solidariteit.
De nieuwe maaltijd of eucharistie moet elke keer symbolisch deze houding wakker maken. Zo zou het voortaan moeten zijn als mensen in Zijn Naam zouden samen komen. Daarom staan hier twee gebaren centraal: de voetwassing en het breken van de ongedesemde broden.

Verhaal van de voetwassing in: N. Ter Linden, Koning op een ezel, p.188-190
Voetwassing
Lied 312: “Niemand leeft voor zichzelf”
Het verhaal van de eucharistie: Klink, p.213-214
Lied 539: “Hij brak het brood”
Aansteken van de menora, offerande
Lied 142

Groot dankgebed

U zegenen wij, Eeuwige,
Om de genezing van ons leven,
Om de liefde, ons aangedaan,
Om de morgen, ons toegesproken.
Zo vaak zijt Gij voor mensen geweest
Een licht, een vuur, een spoor.
En wanneer wij U ontbreken,
Uw naam onder ons is zoekgemaakt,
Dan zijt Gij daar:
Als een lied dat niet verstomt.
Refrein 125: “Neem en eet Mij”

Gezegend zijt Gij om Jezus Messias, Uw Geliefde,
Die de uittocht heeft volbracht,
Die uw woord aan mensen gestand deed.
Hij is geworden tot ons brood voor onderweg
En met zijn leven heeft Hij onze beker gevuld.
Hij ons Paaslam,
Die in de nacht van zijn overlevering …..
Refrein 125

Hier vieren wij zijn dood als een Pascha voor de Heer.
Geef ons te geloven
Dat, wat in liefde is gezaaid,
Niet verloren gaat;
Laat uw Adem, uw Geest
Levenwekkend onder ons zijn,
Ons herscheppen tot kinderen van het Licht,
Die genegenheid en trouw hoog houden,
Die hun meester in het dienen blijven gedenken
Onder de mensen.
Refrein 125

Communie met brood en wijn

Voorbeden + refrein 123

Om de slagen Hem aangedaan
Roepen wij om ontferming
Over wie worden gekleineerd,
Uitgekleed en vertrapt,
Wie tot zwijgen worden gedwongen,
Gemarteld en vermoord.

Om het brood
Door Hem gebroken en gedeeld,
Roepen wij om ontferming
Over wie worden beheerst door honger,
De stille armen ook onder ons,
Over wie dorsten naar vrede:

Om zijn eenzaamheid en verlatenheid
Roepen wij om ontferming
Over wie lijden aan zichzelf,
Wie van angst verkrampt zijn,
Wie eenzaam vervallen aan het donker:

Om zijn zachtmoedigheid
Roepen wij om ontferming
Over de weerlozen onder ons,
Over wie alle geweld verdragen en weerstaan,
Van alle wapens afzien:

Omdat hij een dienstknecht was
Tot het bittere einde,
Roepen wij om ontferming
Over wie leven onder harde heerszucht,
Over wie met macht en geweld
Mensenlevens overmeesteren.

Afscheid in de kapel:
- Leeg maken van altaar en tabernakel
- De schoonste mens

Gebed

Gedenk, o God van genade
Al uw daden van ontferming
En strek uw zegenende handen uit
Over ons en over al die mensen
Voor wie uw eigen Zoon
De pijnen heeft doorstaan,
Verwerping, vernedering, verlatenheid
Tot in de diepste diepten.
In alle eenzaamheid heeft hij,
Uw zoon en onze broeder,
De doortocht gemaakt
Door de duistere nacht
Naar de morgen van het licht,
Zonder U los te laten,
Zonder ons op te geven;
O God, laat zijn zwijgende liefde
Onze grote woorden overstemmen;
Laat zijn zachte kracht
Onze hardheid overwinnen;
Laat zijn offer ons bewegen
Tot overgave aan U en aan elkaar.      
(W.R. van der Zee)

------