------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




27 januari 2013: derde zondag (Lucas 4, 14-21)

              Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt
                en wij zullen hem vieren in vreugde*

Frank Cuypers

Intredelied 568: "Wij zoeken U als wij samenkomen"

Kruisteken en verwelkoming

Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

In de parochie waar ik als kleine jongen naar de mis ging, kregen wij wekelijks voorgedrukte boekjes met de lezingen, gebeden en liederen om de viering te volgen. Ik ging altijd dadelijk kijken naar wat er vermeld stond onder het evangelie. Doorgaans stond er: “Hierna volgt de preek”. Mijn hoop op een korte viering werd daardoor telkens weer de grond ingeboord. Pas na enige tijd had ik begrepen dat dit een standaard formule was, en los stond van het feit of de priester al of niet een homilie had voorbereid, en zelf zin had om te preken. Deze boekjes waren namelijk geen initiatief van de parochie, maar werden voorbereid door een organisatie in Nederland.

In het evangelie van vandaag vinden we Jezus terug in de synagoge. Hij is die dag “voorganger” van dienst, en leest voor uit de profeten, en geeft er duiding bij. Een homilie. Een homilie van één enkele zin: “Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt is thans in vervulling gegaan.
Een dergelijke korte preek zou ook vandaag velen onder jullie ten zeerste bevallen. Nu wees gerust, ik zal mij vandaag beperken. Maar de beknoptheid van Jezus’ preek is omgekeerd evenredig met de inhoud en het belang. Het gaat over het Rijk Gods, hier en nu. Vandaag is een dag van vreugde. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en wij zullen hem vieren in vreugde. Laten wij hier tot rust komen en samen bidden. Wij zingen ons vertrouwen in God uit:

Lied 112: " Heer Jezus, koning en gezalfde Gods"


Openingsgebed

Heer onze God,
menigmaal hebt Gij
door uw profeten tot ons gesproken,
maar in Jezus van Nazaret
herkennen wij gelovig uw mensgeworden woord,
de blijde boodschap
voor alle mensen voor alle tijden.
Wij bidden: maak ons bereid
gelovig naar U te luisteren;
dat wij uw Woord ter harte nemen
en het aan allen verkondigen. Amen.

Lied 124: “Open de woorden”

Evangelielezing: Lucas 4, 14-21

In die tijd keerde Jezus in de kracht van de Geest uit de woestijn terug naar Galilea en men sprak over Hem in heel de streek. Hij trad nu op als leraar in hun synagogen en werd algemeen geprezen. Zo kwam Hij ook in Nazaret, waar Hij was grootgebracht. Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen. Ze reikten Hem de boekrol van de profeet Jesaja aan. Hij opende de rol en vond de plaats waar geschreven stond:
De Geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden dat zij zullen zien: om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer.
Daarop rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten. In de synagoge waren aller ogen gespannen op Hem gevestigd.Toen begon Hij hen toe te spreken: “Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt is thans in vervulling gegaan."

Lied 573: “Hij die de blinden weer liet zien”

Homilie

Situering van het evangelie in de tijd

Vorige week verwees Marcel naar de tijd dat de joodse gemeenschap teruggekeerd was uit Babylonië. Zo’n halve eeuw zijn ze daar tot zware arbeid gedwongen geweest, terwijl hun land aan zijn lot was overgelaten en stilaan ingepalmd werd door andere bewoners. Na hun terugkeer staan ze voor de opgave een nieuw begin te maken. Maar daar is aanvankelijk niet veel van te merken. In de eerste lezing van vandaag, uit de profeet Nehemia – lezing die we vandaag overslaan – zijn het Nehemia en de priester Ezra die de verandering in gang zetten.

Dezelfde sfeer van nood aan een nieuw begin vinden we in het evangelie van vandaag. Jezus is aan zijn openbare optreden begonnen met het doopel van Johannes en de beproeving in de woestijn (deze lezing komt bij Lucas net voor die van vandaag). Doopsel en beproeving hadden Hem toegerust om zijn opdracht uit te voeren. Hij keert dus terug naar Galilea en treedt er op als leraar. Hij komt ook in Nazaret, de plaats waar Hij is opgegroeid.

Wanneer Hij op de sabbat in de synagoge is, krijgt Hij de boekrol van Jesaja aangereikt. Jezus staat op om voor te lezen. En wat leest Hij? Zijn opdrachtsverklaring! Hij is gezalfd met de Geest om de Zoon te zijn en zo het koninkrijk van God te verkondigen. Niet naar de sterken; zelfs niet naar de rechtvaardigen. Hij wordt gezonden naar armen, naar gevangenen, naar blinden, naar verdrukten. Zijn hele optreden zal in het teken staan van het genadejaar dat God voor zijn volk laat aanbreken. De bedoeling van Jezus is: de toehoorders duidelijk maken waaraan zij de komst van het Rijk van God, het Messiaanse rijk, zoals dit door de profeet beschreven wordt, kunnen herkennen. In zijn optreden moet de komst van dat rijk waarneembaar zijn.
Daarom zegt hij na de lezing uit de profeet: "Dit Schriftwoord is nu in vervulling gegaan". Jezus spreekt de woorden zo uit, dat het is alsof deze woorden hemzelf betreffen: “De Geest des Heren is over Mij gekomen, omdat Hij Mij gezalfd heeft”.
De toelichting na de voorlezing hoeft dan ook niet veel meer woorden te bevatten: “Dit Schriftwoord is thans in vervulling gegaan”. Het gelezen woord ging niet over ‘daar en toen’ maar gaat over ‘hier en nu’. Jezus is vervuld van het woord en zal het nu gaan uitdragen.
Ik wil graag op enkele aspecten verder ingaan.

Opdrachtsverklaring en brontekst
Wat Jezus voorleest is zijn opdrachtsverklaring: "Hij heeft Mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen". De Blijde Boodschap, het goede nieuws geldt dus in de eerste plaats voor de armen, de rechtelozen, de uitgestotenen in de samenleving, de marginalen, de verdrukten, de blinden.
Het zou kunnen dat met de armen, de blinden, de verdrukten … in feite één en dezelfde groep bedoeld wordt, maar telkens anders benoemd. Het zijn zij die op niemand nog een beroep kunnen doen. God heeft een voorliefde deze groep. Jezus is de langverwachte Messias; met Hem breekt het Rijk Gods door. Dat moet in de zending van Jezus tot uiting komen.

Maar de tekst is niet enkel de opdrachtsverklaring voor Jezus. Het is ook een brontekst voor ons Christenen. Wat hebben wij in de wereld te betekenen hebben, dat vinden wij in deze brontekst. Wij moeten onze zending niet uitdokteren; in onze zending zijn wij onderaannemers, niet de architect. We zingen in het lied : “Hij heeft mij gezien …” Wat ik ben en doe, komt niet vanuit mij. Dat komt uit een zwaartepunt buiten mij. Alle roepings en zendingsverhalen beginnen met : Hij zag mij, Hij riep mij… Ze beginnen niet met “Ik dacht”
Wat een christen in de wereld te betekenen heeft vertrekt vanuit een toegesproken woord. “Ga”.

Het zwaartepunt van het engagement komt buiten mijzelf te liggen. Hij stuurt ons. Het Rijk Gods breekt (in de eerste plaats) door in een beweging die naar ons komt. We mogen bemind zijn, God is er voor onze genezing en voor ons heil. Dit komt vóór ons doen. Dit dwingt ons tot nederigheid : wat we doen is door de genade van God.
Ook wat we concreet te doen hebben, moeten we niet zelf uitvinden. De kern van onze zending moet zijn: de goedheid en mensenliefde van God in de kleine dingen van elke dag zichtbaar maken.
Dat kan een concreet engagement zijn naar armen en zieken; maar dat kan ook zijn : sociale onderhandelingen in het kader van een herstructurering proberen in te vullen vanuit een evangelisch perspectief, vanuit een diep meeleven met de mensen. Als we Jezus’ boodschap op ons leven leggen, weten we wat ons te doen staat. In onze verkondiging moeten terug te vinden zijn dat onze God een barmhartige God is.

Genadejaar
Jezus kondigt een genadejaar af : “Hij heeft mij gezonden om een genadejaar af te kondigen", staat er in de tekst. Voor de toehoorders van toen was dat genadejaar een bekend begrip. De wet van Mozes bepaalde dat na zeven sabbatjaren, dus na 49 jaar, een genadejaar ingelast moest worden. In zo'n genadejaar moesten alle scheefgegroeide verhoudingen rechtgetrokken worden: goederen, akkers en woningen die verkocht waren, moesten teruggegeven worden aan de oorspronkelijke eigenaar; alle joodse slaven moesten vrijgelaten worden; alle schulden moesten kwijtgescholden worden.
De bedoeling van die wet was: alle sociale ongelijkheden die ontstaan waren in de loop van een halve eeuw, weer ongedaan maken. Het is niet duidelijk of deze bepaling van de wet van Mozes in de loop van de geschiedenis ooit uitgevoerd is of altijd dode letter gebleven is. Of misschien wel uitgevoerd met achterpoortjes. Maar in het Messiaanse rijk zal er geen sociale ongelijkheid meer mogen bestaan.

Door een genadejaar af te kondigen, geeft Jezus deze groep die op niemand nog een beroep kan doen, weer rechten. De boodschap gaat naar elk individu, maar ook naar de hele maatschappij en sociale structuren.
Wij kunnen ons afvragen wat een genadejaar kan betekenen in onze tijd ? Wat het betekent als we het echt au serieux nemen. Wat hebben wij dan te doen, op microschaal rondom ons? En hoe moeten wij het op macroschaal interpreteren ? We kunnen ons afvragen of hier een oproep inzit tot bv kwijtschelding van schulden aan de derde wereld. Ik ga hier vandaag niet verder op in.

Hier en nu
“Dit Schriftwoord is thans in vervulling gegaan”. Het genadejaar wordt nu afgekondigd. Het gelezen woord ging niet over ‘daar en toen’ maar gaat over ‘hier en nu’. Jezus is vervuld van het woord en zal het nu gaan uitdragen. Zo heeft Jezus het toen afgekondigd. Zo had Jesaja het zo veel eeuwen vóór hem afgekondigd. Het is het ‘vandaag’ van alle tijden, van elke dag. In elk gebaar van zorg voor de arme, van aandacht voor de blinde, of hoe die groep ook benoemd mag worden, weerklinkt de boodschap dat het genadejaar van de Heer ‘vandaag’ is aangebroken. Het genadejaar wordt werkelijkheid waar mensen hun leven laten “omkeren door Christus”.

Wij kunnen Jezus vandaag navolgen in onze aandacht naar de anderen. Hiermee vandaag aanvangen is het rijk van God realiseren. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en wij zullen hem vieren in vreugde. Amen.

Offerande: muziek (Haendel – CD1 – Concerto no 6 in B flat major for harp HWV294)

Groot dankgebed 154: “Wij loven en danken U”
Onze Vader + vredeswens
Communie – muziek Vivaldi – Gloria RV589 – Domine Deus (6)

Communielied 529: “Hoort hoe God met mensen omgaat”
Aankondigingen en zegen
Muziek (Haydn –“Double Concerto for Violin and Organ in F HOB XVIII:6)

------------------------
*Met dank aan de Emmaüsgroep – Leuven.
Andere Bronnen : Preek van de week – www.preekvandeweek.be - www.dominicanen.be ; Teksten Federatie Herent; Kerk & Leven

------