------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




4 november 2012: 31e zondag

Met heel uw hart, uw ziel en uw kracht (Mc. 12, 28-34)

Arnout Malfliet

Intredelied 103: "Gezegend deze dag"

In de naam van de vader, de zoon en de Heilige Geest.

Neem allemaal een blaadje papier en schrijf op:
(ja met lijntjes… met ruitjes is ook goed, maar laat dan telkens een lijntje open. Anders staat alles nogal op elkaar… ja, met zonder hoofdding is ook al goed… Vraag er dan eentje aan je buurman… Terug geven he?… Pas op, ik schrijf het op en ik controleer het volgende les… )
Vraag 1: Wat is het allereerste gebod?
Vraag 2: Wat is het tweede gebod?
Ge krijgt 2 minuten. Begin maar.

Waarschijnlijk had je niet gedacht dat we een dergelijke overhoring zouden ontmoeten in de Bijbel. En toch krijgen we ze vandaag voorgeschoteld.
Een schriftgeleerde benadert een Rabbi. Niet ongewoon in het jodendom. Tot op vandaag wordt deze manier van discussie gevoerd. Het is zo dat zich trouwens nieuwe inzichten voordoen. het is een aparte vorm van onderwijs in het Jodendom. Het is een vorm die ik vroeger heel graag gebruikte. In discussie gaan met je leerlingen. Pas wanneer je je op gelijke hoogte stelt voelt een mens zich vrijer ten opzichte van jou en durft hij te spreken. Zo ontwikkelen zich nieuwe inzichten, en niet alleen bij de leerling. Ook de meester moet zich bescheiden opstellen en vooral er niet van uitgaan dat hij de wijsheid in pacht heeft.

Een Rabbi is een Hebreeuws woord voor meester. Het werd in het vroegere Hebreeuws(vòòr Jezus’ tijd) gebruikt voor: ‘de Grote’. Er is een nauwe verwantschap met het Arabisch, waar we trouwens ook het woord ‘Rabbi’ in horen en wat ‘Heer’ betekent. Meestal gebruikt wanneer er over God gesproken wordt. Een goddelijke taal dus.
Een schriftgeleerde is een bijbelkenner, een exegeet. Iemand die de wet en de schrift uitlegt. Het waren leken die de taak van de priesters hadden overgenomen omdat die te druk doende waren met… ja, met wat eigenlijk? ‘t Klinkt trouwens vrij hedendaags als je het mij zou vragen.
En omdat de Farizeeën zich het meest met die wet bezig hielden en probeerden ernaar te leven behoorden vrij veel schriftgeleerden tot de tak van de Farizeeën. Zo was het dus dat niet de Farizeeën vertegenwoordigd waren in het Sanhedrin, zeg maar het joodse parlement ten tijde van Jezus, maar wel de schriftgeleerden. Maar net omdat er zoveel schriftgeleerden zich bij deze Farizeïsche tak hadden aangesloten was dus de invloed van deze groep zeer groot.

Jezus laat zich niet een schriftgeleerde noemen, maar wel een rabbi; alsof hij wat afstand wil nemen van heel deze politieke kwestie. Er waren bovendien 2 grote tendensen in de uitleg van de wet:
1. Er was de tendens om de wet zeer uitgebreid uit te leggen en zo tot een oeverloos veelvoud van regeltjes te komen. De talmoed is daar een voorbeeld van.
2. Er waren ook schriftgeleerden of Rabbi’s die probeerden om de wet te ballen in één kernachtige uitspraak die de gehele inhoud van deze of gene meester inhielden.

Een proseliet (een heiden die zich bekeert tot het jodendom) kwam ooit naar Rabbi Hillel en vroeg hem om de hele wet uit te leggen terwijl hij op één been stond. Waarop Hillel prompt één been introk en sprak: “Wat gij niet wilt dat uzelf wordt aangedaan, doe dat ook niet aan een ander. Dit is de gehele wet. De rest is commentaar. Ga en leer.” Of zoals Augustinus later zal zeggen: “Bemin God en doe wat je wilt.”

Er komt dus een schriftgeleerde naar een rabbi. Niet bepaald de slag der titanen, maar toch voor ons een ietwat ongewone situatie: Waar in ‘s hemelsnaam ondervragen leraren elkaar terwijl leerlingen erop staan te kijken. Dat vormt algauw een haagje van voor- en tegenstanders. Er worden nog net geen weddingschappen afgesloten. Maar dat er een beetje elektriciteit in de lucht hangt dat merk je al vanaf de eerste zin. Luisteren we naar dat verhaal.

Marcus 12, 28 - 34

[28] Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ [29] Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; [30] heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” [31] Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ [32] De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij alleen is God en er is geen andere God dan hij, [33] en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ [34] Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde hem nog een vraag te stellen.

Lied 790: "Gezegend de God van Israel, Hij"

Matheus heeft 5 grote redevoeringen waarvan de bergrede als titel de meest bekende is. Hij heeft dat idee van de bundeling van woorden van Jezus uiteraard gevonden bij zijn voorganger van wie hij overigens netjes afschreef en een beetje anders ordende, namelijk Marcus. Hier in een deel van het 11e, het 12e en het 13e hoofdstuk worden allerlei woorden van Jezus gebundeld en krijgen we dus een hele lange redevoering. De lezing die je zonet hoorde is daar een onderdeel van.

Het is alsof Marcus een soort van geestelijk testament van Jezus opmaakt, want na deze redevoering begint het hele passieverhaal. de man die een week geleden met palmtakken als een koning in Jeruzalem werd onthaald moet enkele dagen later als een dief in de nacht de stad binnensluipen om in één of andere bovenkamer een avondmaal met zijn leerlingen te houden, waarop hij dan nadien vlucht naar een tuin net buiten de stad en daar gearresteerd wordt. Het vervolg kent iedereen hier.

Vòòr dat alles krijgen we dus de woordenwisseling van vandaag.
Jezus stelt zich op in de traditie van Rabbi Hillel en antwoord heel bondig. Dit in tegenstelling tot degenen die de wet uitlegden in verschillende kleine regeltjes. Alle regeltjes waren allemaal even belangrijk en dus een onderscheid daarin gaan maken van wat belangrijk was en wat niet was hoogst gevaarlijk. Het was een beweging die ten tijde van Jezus zeer levendig was.

Als antwoord neemt Jezus dus 2 belangrijke wetten en brengt ze samen. “Luister Israel, De Heer onze god is de enige”. Dit was het Sjema. Je zou het 30 of 40 jaar geleden kunnen vergelijken met het Wees Gegroet in onze culuur. Nog vòòr het Onze Vader, leerden wij het Wees Gegroet en dat werd overal gebeden. Bij het eten, bij talloze kapellekes, in de kerk, wanneer we om hulp vroegen en er geen woorden in ons opkwamen, bij de paternoster nota bene. Een soort van Mantra. Zo was dus ook dit Sjema een dagelijks gebed dat bij het binnenkomen van het huis werd gebeden, bij de maaltijd, enz. Luisteren we naar deze woorden uit het boek Deuteronomium.

Deuteronomium 6, 4 - 9

[4] Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! [5] Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. [6] Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. [7] Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. [8] Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. [9] Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad.

Lied 139: "Wees Gij het woord, Gij de stilte"

Luister, volk van God. Dit was dus een zeer gekende passage uit de wet. Het is trouwens ook een hele mooie passage. Benedictus die in de 5e en 6e eeuw zijn regel voor monniken schreef en zo het westerse monniken-dom gestalte gaf begon zijn regel als volgt:

Luister, mijn zoon, naar de richtlijnen van je meester, en neig het oor van je hart: aanvaard gewillig de vermaningen van je liefdevolle vader en breng ze metterdaad tot uitvoering
Luister…

Daar begint het meestal mee. Daar eindigt het ook vaak. Hoe dikwijls krijg ik thuis niet te horen: ‘Maar gij luistert niet!’ Hoe luister je?
Hoe kan ik een God horen die slechts in de stilte spreekt? Luisteren behoort tot de zachte en breekbare activiteiten van de mens. Voor mij staat het dichter bij het tweede deel van Marcus’ lezing van vandaag dan bij het eerste. Je naaste beminnen als jezelf begint met te luisteren naar jezelf en dan daaraan voorbij, luisteren naar je naaste. Het is niet bepaald een taak waar je een zware opwarming voor moet doen. Het overvalt je meestal. Je kan je alleen maar oefenen door het te doen in alle stilte en empathie.

Het eerste deel van de lezing is veel vuriger. De Heer uw God beminnen met geheel je hart, geheel je verstand en al je krachten. Het klinkt haast onstuimig. Het tweede deel van de lezing: Bemin je naaste als jezelf klinkt veel zachter. Was Jezus ook daar weer de ‘zen-man’ die door meditatie en gebed erbij uitkwam dat deze 2 polen onafscheidelijk bij elkaar horen? Kracht en zacht, luid en stil, koud en warm… en zelfs nog verder. Hoe kan je God beminnen met geheel je kracht, je verstand en je hart? Door te offeren in de hoop dat hem welgevallig zou zijn? Of door zijn hoogste schepping met eerbied, genegenheid en warmte te omringen? Misschien bedoelde Jezus dat wel: dat je God kan beminnen met geheel je hart, je verstand en je kracht door zeer nabij te zijn bij je naaste.

En zo komen we van een verhaal waar een uitdaging in zit tot een bekeringsverhaal. Want de ondervrager, de schriftgeleerde, druipt niet af en zijn op het eerste zicht hooghartig antwoord klinkt toch wat vreemd. Juist Meester, terecht zeg je, Hij is de enige, geen ander dan Hij en Hem liefhebben met heel ons hart, ons verstand en onze kracht en daarin onze naaste herkennen is groter dan alle brand- en slachtoffers.
Die schriftgeleerde had het dus ook niet zo hoog op met die Priesterkaste die van ‘s ochtends tot ‘s avonds het tempelplein afdwijlden met dieren en goederen allerhande die ze netjes versneden, offerden, en zo een zelfvoldane gedachte van Godsrelatie in stand hielden zonder zich verder te bekommeren over het waarom en hoe de wet ten uitvoer kon gebracht worden. Deze uitleg hadden ze al lang aan de leek overgelaten.
Het is dus blijkbaar in Jezus’ tijd al gangbaar om zich af te zetten tegen een officiele tempelcultus die de mensen ver houdt van genade en liefde. Zo wordt Jezus oproep om de naaste te beminnen met geheel je hart, je verstand en al je krachten een oproep naar die priesterkaste.

Zolang de kerk zichzelf probeert in stand te houden en geen belangrijke stap naar de leek zet om zich op gelijke hoogte te begeven, zolang zal deze kerk aan zijn doel voorbijschieten. Er zijn denk ik verschillende kerken binnen onze Katholica. Ik las deze week nog in de krant dat paus Benedictus de 16e in Rome op het einde van een drieweekse synode het volgende zei: ‘We moeten naast de traditionele methoden om schapen weer naar de kudde te loodsen ook nieuwe methoden en een nieuwe taal vinden.’ Het bedroevende van deze uitspraak was dat hij niet specifieerde over welke taal en welke middelen het ging, en dat het eerder om een betere opleiding van kerkleiders in internet en sociale media zou gaan.

Misschien zou een gehoortest een eerste stap in de goede richting kunnen zijn, gevolgd door een empathie-training. Misschien wordt het tijd dat de kerkleiders zichzelf eens uit het centrum plaatsen en zich op gelijke hoogte plaatsen met alle andere leden van de Kerk. Alleen als dienaar kan je meester zijn. En daarmee bedoel ik niet dat je je opstelt als een leider die in Molenbeek gaat wonen tussen allochtonen en ondertussen de mond vol heeft over de rol van de vrouw in de Kerk, maar er zeer scherpe oordelen op na houdt zodat in de praktijk mensen alleen maar verwonderd kunnen staan hoe zo iemand die zo dicht bij het volk staat, zo wereldvreemd kan zijn.

Kardinaal Martini zaliger - die enkele jaren geleden jammer genoeg niet was opgewassen tegen het lobbi-werk van een andere Kardinaal, een Duitser - zei in zijn laatste interview van augustus van dit jaar: "Sacramenten zijn een medicijn en geen middel om te straffen." De houding die wij aannemen ten overstaan van bijvoorbeeld weder samengestelde gezinnen zal bepalen of hun kinderen aansluiting vinden bij de Kerk. De vraag of, uit de echt gescheidenen de communie mogen ontvangen zou moeten worden omgekeerd. Hoe kan de Kerk hulp bieden aan complexe familiale situaties met de kracht van de sacramenten? Alleen in zo’n houding van oprechte liefde voor de naaste zal de Kerk aansluiting vinden. Alleen waar we naar elkaar luisteren en voor elkaar zorgen kunnen wij God beminnen met geheel ons hart, geheel ons verstand en al onze krachten. Amen.

Muziek bij offerande: Ad Matutinum: Invitatorium: Deum Verum
                                 Psallentes & Hendrik Vanden Abeele
                                 De Liège: In Festo Sanctissimae Trinitatis
Bij wijze van Eucharistisch gebed: Lied 586 "Geproefd, geleefd, herkend"
Onze Vader
Vredewens

Muziek bij de communie: Pars III: Et Erit Post Haec - Effundam
                                  Helicon and Euterpe Choir, Geert Hendrix,
                                  Morini: Proemium,
Communielied 569: “Die mij getrokken uit de schoot”

Verhaaltje na de communie

Onverschilligheid en
betrokkenheid
kwamen elkaar
op een dag tegen
ONVOORZIEN
en ze bleken het beter
met elkaar
te kunnen vinden
dan al de andere woorden
dachten.
      (Stef Bos)

------