19 augustus 2012
Wat geloof ik?
Rik Nuytten
Openingslied Lied 564: Gehoord
van mensen (Zij die stom zijn)
Inleiding
Goede morgen,
Het lied wat wij juist gezongen hebben wordt niet vaak gebruikt
als openingslied. Ik heb het gekozen niet alleen omdat het één
van mijn lievelingsliederen is, maar ook omdat het een mooie inleiding
is over het thema wat ik vandaag zou willen aansnijden. Het lied
drukt een sterk geloof uit, dat, niettegenstaande alle weerstand
en tegenslag, er een betere wereld aankomt. Het lied is in zekere
mate een geloofsbelijdenis. En dat is waar ik het vandaag over zou
willen hebben.
Marcel had het op 15 augustus over de ten hemelopneming van Maria,
en hij gebruikte de uitspraak van De Deyn: Een dogma kun je
enkel verstaan als je het zingt. Nu heb ik het altijd moeilijk
gehad met het begrip dogma, hoe het mij werd uitgelegd ten tijde
van het rijke Roomse leven. Het verwijst zo snel naar het woord
dogmaticus, en het begrip fundamentalisme komt ook om de hoek loeren.
Er werd te verstaan gegeven dat wij het niet met ons verstand moeten
proberen te vatten, maar moeten aannemen zoals het is. En ik moet
eerlijk zeggen, beweren dat het te ingewikkeld is voor mij, om het
te verstaan, jaagt mij makkelijk op de kast, ook op het werk!.
Dan ben ik meer te vinden voor hoe Marcel het beschreef op 15 augustus:
Een dogma verwijst naar iets voorbij de werkelijkheid, iets dat
wij niet met woorden kunnen beschrijven. Dat is een manier van bekijken
die ik wel graag heb. Het verwijst naar dingen waar mijn verstand
te kort schiet, maar waarvan ik toegeef dat ik het niet weet, en
ik vermoed, ik voel aan, dat er meer is dan woorden kunnen uitdrukken.
Ik denk dat ik dan op het gebied van het geloof kom.
Ik stel dus de vraag: Wat geloof ik? Dat is een vraag waar ik al
een heel leven mee bezig ben, en waar de zondagse viering en de
gemeenschap van Filosofenfontein een belangrijke rol in spelen.
Maar het nadenken over het verwoorden van mijn geloof kwam in een
stroomversnelling toen Marcel mij suggereerde om mijn geloofsbelijdenis
op papier te zetten. Dat was naar aanleiding naar een viering waar
ik het thema behandelde Wie is God voor jou?. Dat opschrijven
bleek niet zo eenvoudig te zijn. Wat ik op papier zette, bleek na
een tijdje niet meer te passen met wat ik op dat latere moment aanvoelde.
Verwoorden van mijn geloof bleek een onafgewerkt verhaal. Misschien
is dit wel wat geloof is: een weg die ik afleg naar diepgang en
verbondenheid?
Ter voorbereiding van deze viering heb ik er dan maar een project
van gemaakt. Ik heb gezocht welke geloofsbelijdenissen ik kon vinden,
hoe die mij aanspraken, en dan heb ik voor mezelf, mijn eigen akte
van geloof geschreven. Die wil ik ook met jullie delen. Ik stel
voor om in deze viering verslag te doen van mijn zoektocht.
Maar laten wij het eerst stil maken in onszelf en de vergeving van
God vragen.
Kyrie
:Lied 315: "Wat ik gewild heb"
Openingsgebed
In deze stad
van zoveel mensen
in blijvende beweging,
in zoekende onrust
in deze stad
brandt hier uw licht,
roept ons uw stem,
klinkt onze naam.
Hier leven wij
van woorden,
hier worden onze wegen gewezen
met verhalen.
Hier zien wij
met nieuwe ogen,
hier worden wij
aangezien,
worden wij elkaar toebedeeld.
Zoals Gij volhardt
in uw geloof in ons,
bidden wij
dat wij zullen blijven vertrouwen op U,
zoals Hij deed
- wiens verhaal hier op ons leven
wordt geschreven
Jezus Messias, uw Zoon, onze Heer.
Sytze de Vries. Het rijk alleen; p.79
Homilie deel 1
Er bestaan verschillende
vormen van geloofsbelijdenissen. Eén van de allereersten
is het Sjema Israel. Het Sjema geeft uitdrukking aan het absolute
geloof in God, en wordt dan ook op belangrijke momenten in het jodendom
uitgesproken. Onder meer bij het slot van de dienst op Jom Kipoer;
maar ook als men de laatste adem uitblaast, of men in die veronderstelling
verkeert. De tekst gaat als volgt:
Hoor Israël, de HEER is God, de HEER is één.
(Deuteronomium 6:4). Je moet houden van de HEER God met heel je
hart, heel je ziel en heel je vermogen. (Deut. 11:13) en Je zult
deze woorden schrijven op de deurposten van je huis en aan de poorten
van je steden. (Deut. 6:9, 11:20)
Dit is kort en krachtig!
Naast deze geloofsbelijdenis zijn we allen bekend met de akte
van geloof die wij hebben geleerd op de lagere school, en
de geloofsbelijdenis van Nicea die in het Credo gezongen wordt.
Toen ik deze teksten bekeek vond ik dat ik er maar weinig mee kon
doen. Zij herinnerden mij te veel aan het vastspijkeren van uitspraken
en beelden waaraan niet mocht worden getornd. Maar heel toevallig
stootte ik op een belijdenis van de remonstranten.
De remonstranten zijn een strekking binnen de Nederlandse protestantse
gemeenschap met een merkwaardige geschiedenis. Het hoofdkenmerk
van de remonstranten is dat zij tegen bindende voorschriften zijn
van belijdenisteksten. Daarmee kregen deze door mensen opgestelde
belijdenisgeschriften een status vergelijkbaar met de Bijbel, het
Woord van God. Dit was voor de in de Erasmiaanse traditie geschoolde
predikanten niet aanvaardbaar. Bijgevolg stelden zij de predestinatieleer
ter discussie. En zij werden vervolgd. Toen ik hun teksten las viel
het mij op hoe rationeel zij met het geloof omgingen, en toch schroomvol
het mysterie van het geloof, en wat geloven zou moeten zijn, benaderden.
De remonstranten hebben op enkele momenten in hun geschiedenis hun
geloofsverwantschap in een belijdenis tot uitdrukking gebracht (in
1621 en in 1940). Het is naar remonstrants inzicht vanzelfsprekend
dat geen enkele belijdenis een onweersprekelijk gezag bezit. De
bedoeling van een belijdenis kan geen andere zijn dan "in voorzichtigheid
en liefde de weg te wijzen en voor te lichten" (aldus het voorwoord
van de belijdenis van 1621, aangehaald in 1940). In deze geest en
met deze bedoeling heeft het Convent van remonstrantse predikanten
in 2006 de belijdenis opgesteld die we nu gaan beluisteren.
Lezing: Geloofsbelijdenis van
de remonstranten (2006)
Wij beseffen en aanvaarden
dat wij onze rust niet vinden in de zekerheid van wat wij belijden,
maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt;
dat wij onze bestemming niet vinden in onverschilligheid en hebzucht,
maar in wakkerheid en verbondenheid met al wat leeft;
dat ons bestaan niet voltooid wordt door wie we zijn en wat we
hebben,
maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten.
Door dit besef geleid, geloven wij in Gods Geest
die al wat mensen scheidt te boven gaat
en hen bezielt tot wat heilig is en goed,
opdat zij, zingend en zwijgend,
biddend en handelend,
God eren en dienen.
Wij geloven in Jezus, een van Geest vervulde mens,
het gelaat van God dat ons aanziet en verontrust.
Hij had de mensen lief en werd gekruisigd
maar leeft, zijn eigen dood en die van ons voorbij.
Hij is ons heilig voorbeeld van wijsheid en van moed
en brengt ons Gods eeuwige liefde nabij.
Wij geloven in God, de Eeuwige,
die ondoorgronde liefde is, de grond van het bestaan,
die ons de weg van vrijheid en gerechtigheid wijst
en ons wenkt naar een toekomst van vrede.
Wij geloven dat wij zelf,
zo zwak en feilbaar als wij zijn,
geroepen worden om
met Christus en allen die geloven verbonden,
kerk te zijn in het teken van de hoop.
Want wij geloven in de toekomst van God en wereld,
in een goddelijk geduld dat tijd schenkt
om te leven en te sterven en om op te staan,
in het koninkrijk dat is en komen zal,
waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen.
Aan God zij de lof en de eer
in tijd en eeuwigheid
Amen
Lied 317: "De steppe zal
bloeien"
Homilie deel 2:
Toen ik aan mijn
eigen geloofsbelijdenis begon, dacht ik gewoon efkens op te schrijven
en te verwoorden wat ik geloofde. En ik liep hopeloos verloren!
Er waren zoveel dimensies aan, en ik ging alle richtingen uit. Ik
kreeg geen lijn en geen vorm, om een bruikbare tekst te maken. Het
was best frustrerend, want meestal slaag ik daar redelijk goed in.
Uiteindelijk gebruikte ik de geloofsbelijdenis die wij leerden als
kinderen, en iedere zondag opzeggen, en plaatste ik mijn verwoording
ernaast. Dat ging beter. U vindt het uiteindelijke resultaat op
jullie blad.
Bij het uitwerken van de tekst heb ik zelf een evolutie doorgemaakt.
Wat ik vrijblijvend kan zeggen (uitspreken) blijkt op papier veel
harder, of onaf, of naast de kwestie. Iedere keer dat ik de tekst
opnam veranderde ik enkele woorden. Het valt ook op dat ik de tekst
zo opmaak, dat ik die kan voorstellen aan anderen, en dat ik hoop
dat zij met mij de tekst kunnen meezeggen. Iets drijft mij er toe,
om mijn geloof uit te drukken op een manier die past in een gemeenschap
van gelovigen. Ik zoek blijkbaar naar een belijdenis, die enerzijds
de oude kronkels van mijn geloof achterlaat, maar wel streeft naar
een consensus bij mensen waarvan ik verwacht dat zij er op een gelijklopende
manier over denken. Geloven is blijkbaar niet alleen een persoonlijk
gegeven, er zit ook een groepsdenken in.
Het uitspreken van mijn geloof
is niet meer het scanderen van een onwrikbare waarheid, maar eerder
het aarzelend verwoorden waar ik voor sta. Dat is mooi uitgedrukt
in de titel van het boek van Gianni Vattimo: Ik geloof dat ik
geloof. Ik geloof inderdaad dat ik geloof, en ik kom naar deze
gemeenschap om dit aarzelend te verwoorden, om steun en aanmoediging
te krijgen, om bij te leren hoe het beter te verwoorden en om te
horen hoe anderen, jullie, het verwoorden.
Toen ik met een klad van
de tekst bij Marcel kwam, wees hij mij er op dat de betekenis van
de woordjes Ik geloof
in de eerste blokjes verschillend
is. Waar de eerste keer de tekst Ik geloof in een persoonlijke
God betekent dat ik mij toevertrouw aan een persoonlijke,
God, dat ik aanvoel dat ik een persoonlijke relatie met God heb,
betekent de tweede Ik geloof
dat ik overtuigd
ben dat de schepping iets is waar ik voor moet zorgen, en moet doorgeven
aan de mensen die na mij komen. En in de derde blok, waar ik zeg
dat ik geloof in Jezus, spreekt dan weer het feit dat ik mij laat
inspireren door Jezus. Het is fascinerend om daar mee bezig te zijn.
Misschien krijgen sommigen van jullie ook de kriebels om het eens
te proberen, voor jezelf of voor een viering. Ik zal er in alle
geval met interesse naar uitkijken!
De tekst van mijn geloofsbelijdenis
gaat als volgt:
Ik geloof in God de almachtige
Vader,
Schepper van hemel
en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn
enige Zoon, onze Heer,
Die ontvangen is van de Heilige
Geest, geboren uit de maagd Maria,
Die geleden heeft onder
Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven,
Die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
Die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God,
de almachtige Vader,
Vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest;
De Heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de heiligen;
De vergeving van de zonden;
De verrijzenis van het lichaam;
En het eeuwig leven.
Amen.
|
Ik geloof in een persoonlijke
God.
Ik geloof dat de schepping een geschenk is dat wij zo goed
mogelijk moeten beheren en doorgeven aan hen die na ons komen.
Ik geloof in Jezus,
een mens die leefde zoals God het voor ogen had.
Ik geloof in de bezieling die Jezus kreeg vanuit zijn omgeving
en de Joodse traditie.
Ik geloof dat Jezus gekruisigd werd, gestorven is en werd
begraven.
Ik geloof dat God het leven
van Jezus niet als nutteloos heeft laten uitdoven, maar dat
Jezus voortleeft in mensen die door hem geïnspireerd
worden.
Ik geloof dat onze daden niet vrijblijvend zijn.
Ik geloof dat God nog altijd
werkzaam is in mensen en dat God verwacht dat mensen zijn
oproep beantwoorden.
Ik geloof dat mensen vóór mij waardevolle dingen
hebben doorgegeven, in de traditie, en dat van mij verwacht
wordt dit te doen aan hen die aan mij toevertrouwd zijn.
Ik geloof dat de kracht van
liefde sterker is dan het blijven koesteren van wrok en haat.
Ik geloof dat de dood niet
het einde is.
Amen
|
Dit is waar ik
vandaag sta. Morgen zal ik er verder aan werken, want nu ben ik
overtuigd dat geloven een weg is, niet een statisch gegeven. Het
is een fascinerende weg, waarbij de vieringen en de gemeenschap
van Filosofenfontein een belangrijke rol spelen. Misschien kan dit
jullie helpen om ook jullie weg te van geloof te gaan. Ik wens het
jullie van harte.
Lezing Kolossenzen 1,12-20
12 Breng dus met vreugde
dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis
die alle heiligen wacht in het licht. 13 Hij heeft ons gered
uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk
van zijn geliefde Zoon, 14 die ons de verlossing heeft gebracht,
de vergeving van onze zonden.
15 Beeld van God, de onzichtbare, is hij,
eerstgeborene van heel de schepping:
16 in hem is alles geschapen,
alles in de hemel en alles op aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
vorsten en heersers, machten en krachten,
alles is door hem en voor hem geschapen.
17 Hij bestaat vóór alles en alles bestaat
in hem.
18 Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk.
Oorsprong is hij,
eerstgeborene van de doden,
om in alles de eerste te zijn:
19 in hem heeft heel de volheid willen wonen
20 en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen,
alles op aarde en alles in de hemel,
door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.
Afsluiting van de woorddienst
Lied 538: "Ik geloof in de God"
Offerande Muziek
Canon: Lied 120: God heeft Hem
hoog verheven.
Aan de oorsprong van ons leven
weten wij U;
En onze toekomst
is bij U geborgen.
Gij omgeeft ons
van voren en van achteren.
En onze wegen gaan wij
aan Uw hand,
met de kinderen van Abraham.
Wij komen als geroepen,
als pelgrims
naar een beter vaderland,
en ook als ons leven schraal wordt
als in de woestijn,
leeg en doelloos,
leven wij toch uit uw hand.
Zo wil ons leven een lied
zijn
dat U bezingt
om uw liefde en trouw,
een lied dat ons is voorgezongen
door al uw heiligen,
en dat doorgaat
van geslacht tot geslacht.
Het ging van mond tot mond
bij wie ons zijn voorgegaan,
een lied dat blijft klinken
op de vleugels van de hemel,
en dat een echo zoekt
op onze aarde.
Ook vandaag
Stemmen wij daar van harte mee in:
(Acclamatie)
Gezegend om Jezus,
uw liefde in persoon,
uw vleesgeworden barmhartigheid!
Ook Hij kwam
als geroepen
en bleef uw Stem trouw.
Heel zijn leven zette hij in
voor uw bevrijdend Woord
dat Hij alleen maar vol ontferming
met mensen kon delen
tot in die nacht
waarin Hij werd overgeleverd,
(Instellingswoorden)
Gezegend Gij,
in de Geest van liefde
die van U uitgaat,
die Hem dreef
en altijd
ons bezielen wil.
Dat wij ons openen,
de handen naar het licht,
de harten tot bij U,
de een de ander tot naaste,
genegen en betrouwbaar.
(Acclamatie)
Dat wij standhouden
en blijven in dat
spoor van eeuwen
dat voor ons uitwijst
naar het grote feest, als Gij
de hemel aan de aarde huwt.
Sytze de Vries. Bij gelegenheid; p.249
Slotlied: Lied 583: "Uit staat en stand"
|