------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




6 april 2012 : Goede Vrijdag

Gij die belast en beladen zijt…

Lut Saelens

Begroeting

In Spanje, op de pelgrimsroute naar Compostella, net voor Ponferrada, kom je op een bergpad het Crucce de Ferro tegen. Een eenvoudig ijzeren kruis op een mast. Het hoort tot de traditie dat de pelgrim op zijn tocht een steen meeneemt die symbool staat voor datgene wat in zijn leven zwaar om dragen was of is en waarvan hij zich wil bevrijden. De steen legt hij dan neer aan de voet van het kruis.

Toen ik jaren geleden onderweg naar Compostella van deze traditie hoorde raapte ik in de Pyreneeën, op de grens tussen Frankrijk en Spanje twee stenen op: één voor mezelf en één voor de mensen die me meest nabij waren. Met mijn twee stenen in mijn rugzak begon ik op een morgen aan de tocht naar de crucce de ferro. Ik was alleen onderweg onder een gitzwarte, dreigende hemel. Het bergpad was moeilijk en mijn rugzak woog zwaar. En terwijl ik langzaam voortkwam voelde ik plots alsof ik in de voetsporen van Jezus liep, met zijn zware last op weg naar Golgotha. Ik zag hoe hij gebukt onder het kruis in liefdevolle verbondenheid met de ganse lijdende mensheid ook al onze lasten meedroeg.
Toen besefte ik dat sommige lasten zo zwaar kunnen zijn dat enkel een boven- menselijke, goddelijke kracht er ons kan van bevrijden. Doordrongen van eerbied en dankbaarheid legde ik vol deemoed mijn twee stenen aan de voet van het kruis bovenop de enorme hoop stenen in alle maten en gewichten van alle pelgrims die me reeds waren voorgegaan. Het beeld van die duizenden stenen aan de voet van een eenvoudig kruis midden een vrij ruige natuur heeft mij altijd kracht gegeven in moeilijke momenten: het besef dat ik niet de enige was die pijn had of verdriet, maar dat ik enkel een weg ga die velen onder ons moeten gaan en die Christus ons in al zijn menselijkheid is voorgegaan.
Vanavond gedenken wij deze lijdensweg die een weg was van liefde tot het uiterste, van intense verbondenheid met wie belast en beladen is.

Getuigenissen:

Aggie:

Als ik even nadenk wat lijden betekent dacht ik direct aan de bijbelse momenten die NU actueel zijn: je lijdt als iemand je verraadt, je kwetst, jouw vertrouwen breekt: Judas verraadt Jezus. Je lijdt als iemand jouw verdriet, pijn, jouw vraag om hulp niet ziet: Petrus verloochent dat hij zijn vriend Jezus kende. Je lijdt als iemand bang is om op te komen voor de waarheid: Pilatus wou niet kiezen. Hij wou de waarheid niet onder ogen zien. Je lijdt als mensen je bespotten, pesten…je je heel alleen voelt, vernederd, misbruikt: de soldaten bespotten Jezus. Het lijden is een deel van ons menszijn en het is de mens zelf die daar iets kan aan verhelpen als we naar Gods liefde willen leven.

Geert:

Zou je niet het beste over lijden kunnen spreken, als je het zelf ervaren hebt? In mijn eigen leven heb ik nog maar heel weinig echt lijden meegemaakt, zeker niet fysiek, en binnen de mate van het normale psychisch, denk ik. ik prijs mij daar gelukkig om.Hoe kan ik dan zinvol spreken over de betekenis van het lijden van Christus voor mij?

Hij werd onrechtvaardig veroordeeld.Hij werd verraden door zijn vrienden. Hoe heeft Hij kunnen zwijgen onder de publieke vernederingen? Hij is bezweken door fysieke uitputting.Hoe heeft Hij die pijn verdragen, de doodsangst, zonder een woord te zeggen?

Door zijn lijden heeft Hij hetzelfde menselijke lot van zo velen in alle tijden doorstaan. de pijn van de jongere die eenzaam is, in zijn volle klas; het onrecht, de onzekerheid, de schaamte van de ongehuwde moeder die amper de eindjes aan elkaar kan knopen; het lijden van wie getroffen wordt door ziekte of ongeluk, door lichamelijke pijn of materieel verlies, door sociale uitstoting of psychische kwelling; het lijden van de ouder die zijn kind verliest, van het kind dat zijn ouder verliest, van een mens die een dierbare medemens verliest, het lijden van wie doodsangsten doorstaat in oorlog en geweld, in Syrie, in Niger en Mali, en in zoveel landen.

Al dat lijden komt toch hier op neer: de ontkenning van elke zin voor diegene die lijdt, onrecht, ontmoediging, ontmenselijking, ontwaarding, ontluistering?
Ik ken het allemaal niet uit de eerste hand. Alleen de ervaring van het lijden van een ander is mij niet vreemd. Het mee lijden, dat ken ik wel.

Ik put zelf geen hoop of troost uit de verwachting dat het lijden in dit leven gecompenseerd of vergoed zal worden. Ik wil mijzelf er daarom ook voor hoeden om de onrechtvaardigheid of de zwaarte van zijn lijden, van ieders lijden te minimaliseren of weg te sussen. Lijden op zich blijft altijd onrecht, zwaarte, ontkenning, ontluistering; ontmenselijking,

Wat is het lijden van Christus dan anders dan appel aan mij, aan elk van ons, een appel om opstandig te worden van elke onrechtvaardige veroordeling, om gekwetst te worden van elk verraad van elke vriend, om tegen elke collectieve verdwazing, tegen publieke maalstromen van vernedering en veroordeling in te gaan, en die te weerstaan, om bij elk fysiek lijden naast de lijdende te staan, om bij elke angst ten dode niet afzijdig te blijven.

Dat het lijden ons moge raken. Dat we, ook als we zelf het lijden niet uit de eerste hand kennen, gevoelig blijven voor wie ons in lijden nodig heeft.

Lied nr 314: “Nu valt de nacht”

Gebed (samen):

Hij was niet gezien
Werd in zijn zachtmoedig zwijgen voorbijgegaan
Voor gek verklaard en nagewezen
En wij maar denken dat zo iemand door God zelf is vergeten,
Aan de nacht verloren.
Hadden wij Hem aangezien wij hadden geweten:
Hij leed aan ons, aan alle scherven, alle schuld,
Aan alles waarom ik zou moeten schreien
Hij droeg het slagveld van ons leven op zijn nek. (Sytze de Vries)

Muziek: Marc-Antoine Charpentier, Leçons de Ténèbres

‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ De schreeuw waarmee Psalm 22 begint, peilt de diepste nood van een mens die leeft met God. Toen zijn dood nabij was riep ook Jezus vanuit zijn diepste nood tot God. Een wanhoopskreet van iemand die op zo’n ogenblik God het meest nodig heeft: een schreeuw om houvast. Ziekte, verlies, vijandschap en eenzaamheid kunnen je het gevoel geven dat God zijn gelaat verbergt. God, op wie je vertrouwde, laat je in de steek. Hoe ondraaglijk is het dat God juist dan de Afwezige is. Maar is hij echt afwezig of is het onze pijn en ons verdriet die ons blind maakt en gevoelloos voor zijn nabijheid? Dit beseft ook de psalmist die blijft vertrouwen hebben en Gods naam blijft zingen.

Uit Psalm 22      (Sytze de Vries)

Waarom, mijn God,
waarom laat gij mij in de steek?

U roep ik, God, bij dag,
maar nee, gij antwoordt niet.
Bij nacht roep ik tot u
maar stilte vind ik niet.

Gij, heilige, woont gij niet
waar het lied blijft klinken?
Ons voorgeslacht heeft u vertrouwd,
en ja, gij was hun redding!

Maar wat ben ik?
Geen mens, een worm…
de spot van alleman,
geminacht door de mensen.

Van kind af aan
zijt gij mijn God.
Waarom dan zover weg?
Waar zijt gij dan
als alles mij te na komt?
Geen mens die helpt…

Als water dat wegloopt,
zo val ik uiteen;
mijn hart is als was, mijn krachten verdroogd,
mijn tong als een brok in mijn keel.
Ik lig in het stof van de dood
en gij laat mij daar…

Blijf toch niet ver!
Helpt gij mij niet?

En toch zal ik zingen!
Toch houd ik uw naam hoog
bij al wie mij lief zijn.

Voor een vernederd mens
kent hij geen verachting,
verbergt hij zijn aangezicht niet.
Hij hoort wie hem roept.

Ja, toch zal ik zingen
en houd ik uw naam hoog
bij al wie mij lief zijn.

Lied 413: “Blijf mij nabij”

Het lijdensverhaal: korte duiding

Het lijdensverhaal is niet enkel het verhaal van het onnoemelijk lijden dat Jezus geleden heeft. Het is ook het verhaal van de falende en lijdende mensheid, van onze menselijke beperktheid en begrensdheid. Een verhaal over geld als afgod, het verschil tussen droom en daad, schuld, machtsdrang, pijn, lijden, wanhoop. Maar ook een verhaal dat perspectieven biedt om dit alles te overstijgen, perspectieven, geïnspireerd door een oneindige, nooit ophoudende goddelijke liefde. We vinden allemaal wel iets van onszelf terug in de verschillende mensen die hun aandeel hebben in het lijdensverhaal. We maken er allen deel van uit of we het willen of niet. Laten we even in de huid kruipen van enkele van de betrokkenen en luisteren naar hun verhaal dat ook het onze zou kunnen zijn.

Judas:
“We waren vrienden, Jezus en ik. Ik luisterde gefascineerd naar zijn verhalen over het nieuwe koninkrijk. Maar ik begon meer en meer mijn twijfels te hebben over dat koninkrijk dat er volgens mij maar niet kwam. Ik denk dat ik de hoop verloor. Het duurde zo lang. Misschien moesten we het anders aanpakken. Jezus ging zo zijn eigen weg, zo anders dan ik me had voorgesteld. Wat heb ik toch gedaan?
Ik raakte aan de praat met Jezus’ tegenstanders. Ze boden me geld, 30 zilverlingen. Voor mij was dit een beetje als het koninkrijk. Ik ben bezweken aan de verleiding en heb mijn vriend Jezus verraden met een kus. Zoals afgesproken. Zo werd mijn meest dierbare vriend mijn vijand.
Toen ik doorkreeg dat ze hem wilden vermoorden stortte mijn leven in. Het bloedgeld heb ik in de tempel voor hun voeten gesmeten. Waar is het fout gegaan? Ik wilde toch ook dat koninkrijk? Het angstzweet breekt mij uit. Het is gedaan. Er is geen weg meer terug. Het is alsof ik in een bodemloos gat val…Verder leven kan ik niet meer…”

Petrus:
Het was de vreselijkste nacht van mijn leven. Een heel koude nacht ook en ik ging bij het vuur staan dat de soldaten hadden aangemaakt om mij snel even te warmen. Ik was compleet van de kaart. Ze hadden Jezus meegenomen en ik vreesde het ergste. Ik was vreselijk bang dat ook ik in dit hele afschuwelijke verhaal zou worden meegesleurd. Nog maar zo kort geleden had ik vol vuur aan Jezus gezegd dat ik hem nooit in de steek zou laten, ook al zou ik voor hem moeten sterven. Toen die vrouw zegde: “Je hoort bij hem” zegde ik: “helemaal niet!”. Het was eruit voor ik het wist. Zo bang was ik. En een uurtje later hoorde ik mezelf weer hetzelfde zeggen toen iemand anders mij meende te herkennen. De derde keer toen ze dit zegden werd ik kwaad en ontkende ten stelligste dat ik Jezus kende, hij waar ik al die jaren zoveel van geleerd had, die mijn hart en ziel zo gevoed had.
Toen kraaide er een haan. Ik zag Jezus op zijn lijdensweg en hij keek mij aan. Die blik…o, wat deed dit zeer! Hij had gezegd dat ik hem zou verloochenen. Wie ben ik eigenlijk? Soms heb ik een grote mond en denk ik dat ik in staat ben de wereld te veroveren en mijn leven te geven voor Jezus. Mensen kunnen op me bouwen. Ook Jezus geloofde dit blijkbaar. Maar is dit zo? Als het echt moeilijk wordt, waar ben ik dan? Ben ik ondanks alles toch maar een bange haas? Een leugenaar om bestwil?”

Pilatus:
“Ik had het al zien aankomen. Ze broedden op iets en wilden Jezus’ dood, die schriftgeleerden en hogepriesters. Hij was hun een luis in de pels en tevens waren ze jaloers op zijn succes. Die man, Jezus, ik zag geen schuld in die man, maar wat moest ik? Ik ken de macht van de meute, van grote mensenmassa’s en ik weet hoe gevaarlijk dat kan worden, vooral hier, waar het verzet voortdurend onder de oppervlakte broedt. Ik wilde hen tot rede brengen, verschillende keren, en hen ervan overtuigen dat niets de doodstraf voor Jezus kon rechtvaardigen. Maar niets hielp. Ze verkozen zelf de vrijlating van Barabas, waarvan iedereen wist dat het een moordenaar was. “Kruisig hem, kruisig hem!” bleven ze maar roepen en ik werd steeds banger. Ik heb hun gegeven wat ze wilden. Het was hun wens, niet de mijne”.
       (Vrij uit: Post passion, IZB).

Joh. 19, 1-16 Jezus en Pilatus
Lied nr 311: “O hoofd vol bloed en wonden”

Maria: Geen woorden kunnen het verdriet van Maria beschrijven aan de voet van het kruis. Tijdens het beluisteren van het Stabat Mater gedenken we haar en ook alle ouders die wat hun het meest dierbaaris, één of meerdere kinderen hebben moeten afgeven of zien lijden: de ouders van Heverlee en Lommel, de ouders in Syrië en in alle gebieden waar oorlog of conflicten heersen, de ouders van kinderen die honger lijden, die ziek zijn…

Kruishulde: Muziek: Pergolesi, Stabat Mater

Om niet te vergeten zijn wij hier samengekomen. Om nooit te vergeten plaatsen wij het kruis hier in ons midden. Het kruis dat ons het verhaal vertelt van Jezus van Nazareth. Van een verworpene die tot leidsman werd, van een mens die zoon van God wordt genoemd. En duizenden na hem tot op de dag van vandaag gaan dezelfde weg als hij ter wille van gerechtigheid. Het kruis symboliseert de prijs die Gods liefde wilde betalen om in de wereld aanwezig te zijn. Door het kruis te vereren tonen we dat we ons bewust zijn van de uitdaging waarvoor het ons stelt: er te zijn voor anderen.

Het symbool van het kruis herinnert er ons aan dat we diep bemind worden en volledig aanvaard in wat we zijn. Wanneer we met de realiteit van het kruis geconfronteerd worden in ons dagelijks leven en we de woorden horen of zelf roepen: “Mijn God mijn God, waarom heb je mij verlaten?” laat ons dan Gods antwoord horen: “Ik ben met jou, jij bent niet alleen”.

Grote voorbeden

Bidden wij voor hen die in duisternis van dagen
Twijfelen aan alles, en aan u het allermeest:
Dat zij niet onbereikbaar worden
Voor u, voor ons.
Laten wij bidden.

Voor wie als kind liefde moest ontberen of misbruikt werd
en bij wie elke geestelijke spankracht ontbreekt
om met vertrouwen in het leven te staan.
Laten wij bidden.

Voor zieken en mensen in nood
die op zichzelf zijn aangewezen.
Dat zij zich zouden gedragen voelen door een liefhebbende God.
Laten wij bidden…

Voor wie elke weg is afgesneden, elk toekomstperspectief ontbreekt,
Dat zij nieuwe bronnen vinden waaruit zij hoop en moed kunnen putten.
Laten wij bidden...

Voor alle slachtoffers van overdreven winstbejag,
Voor allen die de zorgen voor de dag van morgen niet aankunnen.
Dat zij mensen mogen ontmoeten die hen helpen en bemoedigen.
Laten wij bidden.

Voor wie onschuldig lijden, mishandeld, vertrapt, vermoord worden
Omdat zij opkomen voor de rechten van de stemlozen
Voor wie zoals Christus onschuldig voor hun rechters staan
Laten wij bidden

Voor wie ons regeren in dit land
Dat zij hun macht ten dienste stellen van de mensen
Met oog voor de meest kwetsbaren.
Voor een solidair en gastvrij Europa
Laten wij bidden

Voor een warme, menselijke kerk
Die op de eerste plaats de liefde predikt
En belijdt.
Laten wij bidden…

Voor onze jongeren.
Dat hun godsvertrouwen mag groeien
hun voorgeleefd in de zorgende liefde van hun ouders.
Laten wij bidden…

Voor onszelf.
Dat wij in deugddoende vriendschap,
in een luisterend oor en helpende handen
Gods zorgende liefde aan het werk mogen zien.
Laten wij bidden…

Onze Vader
Communielied nr 125: “Neem en eet mij”
Muziek tijdens de communie: Chants de la liturgie Slavonne, (monniken van Chevetogne)

Slotbezinning: Jezus van Nazareth

Eindelijk iemand die zegt:
‘Ik ben gekomen om te dienen’
En niet: het gaat erom
Carrière te maken.

Eindelijk iemand die zegt:
‘Heb je naaste lief als jezelf’
En niet: het komt erop aan
Dat je iedereen het zijne geeft.

Eindelijk iemand die zegt:
‘Ik ben de goede herder,
Ik zet mijn leven in voor mijn schapen’
En niet: ben ik de hoeder van mijn broeder?

Eindelijk iemand die zegt:
‘Je zonden zijn je vergeven’
En niet: wie eenmaal steelt,
Is altijd een dief.

Eindelijk iemand die zegt:
‘Ik maak alle dingen nieuw’
En niet: de geschiedenis herhaalt zich.

Eindelijk iemand die zegt:
‘Wie in mij gelooft heeft eeuwig leven’
En niet ‘dood is dood’.
                                         (Jaap Zijlstra)

------