19 februari 2012: 7de zondag:
Verbinding, geloof, bevrijding (Mk. 2, 1-12)
Lut Saelens
Begroeting:
Als kind houd
ik heel mooie herinneringen over aan een aantal verhalen uit de
bijbel.Zo staat het verhaal
van de genezing van de lamme me nog heel levendig voor de geest.
Zuster Emilienne van de derde kleuterklas kon dit bijzonder aanschouwelijk
vertellen. Aan de hand van een tekening van een huis uit die tijd
legde ze ons met pijltjes uit hoe vier mannen de lamme door het
dak van het huis met touwen naar beneden hadden gelaten. Eigenlijk
was ik meer onder de indruk van dit huzarenstukje dan van de genezing
van de lamme. Want dat Jezus wonderen kon doen vond ik vanzelfsprekend.
En nu, zoveel jaren later, was ik bij het lezen van deze passage
in het Marcus evangelie opnieuw erg aangesproken door het geloof
van die dragers: gesterkt door hun geloof zijn ze bereid alles te
doen om de lamme bij Jezus te krijgen. Samen helpen ze een man die
verstard was en helemaal vastzat op weg naar een nieuw leven en
naar bevrijding. Als dat geen wonder is! Eigenlijk gaat hier de
belofte die God door de profeet Jesaja heeft uitgesproken en die
deel uitmaakt van de lezingen van vandaag in vervulling: 'Blijf
niet staan bij wat vroeger was, laat het verleden achter je. Ik
laat je door de woestijn van leegte en verlamming heen een nieuwe
weg gaan. Het begin is er al, merk je het niet?'
Inleiding op evangelielezing:
Eigenlijk bleef ik wat op mijn honger zitten betreffende die 4 dragers
van de lamme. Eigenlijk weten we niet zoveel over hen. Ik vertel
jullie daarom een kort stukje dat zou kunnen voorafgaan aan de tekst
over de lamme maar dat wel ontsproten is aan mijn eigen verbeelding:
Ze waren met vier, allen broers van de lamme en ze hadden van Jezus
gehoord en twee onder hen hadden Hem zelfs gezien. Hij had hen even
aangekeken en een nooit voorheen gekende liefde was bij hen beginnen
stromen, zo overvloedig dat ze niet anders konden dan deze met anderen
te delen. En vanuit die liefdevolle ingesteldheid zagen ze plots
hun lamme broer met heel andere ogen, met de ogen van hun hart.
Dat was het eerste wonder. De lamme was niet langer een zondaar
die moest boeten voor zijn zonden met een ongeneeslijke ziekte maar
iemand met het potentieel om terug in beweging te komen. Die twee
geloofden daar zo sterk in dat het een koud kunstje was om hun twee
andere broers te overhalen om hun lamme broer bij Jezus te brengen.
Ook de lamme zag dit helemaal zitten. En zo gingen ze samen op weg,
blakend van vertrouwen.
De vier vonden het niet eens lastig om hun broer te dragen, al was
de weg lang en brandde de middagzon want ze beseften dat ze echt
iets wezenlijks voor hem deden en een diepe vreugde doorstroomde
hen. Onderweg kon de lamme moeilijk zijn ontroering verbergen en
zijn dankbaarheid voor wat zijn broers voor hem deden. Het was reeds
heel lang geleden dat hij nog zo sterk geloofd had dat alles goed
zou komen.
Dit was het tweede wonder.
Toen het gezelschap bij het huis kwam stootten ze op een ernstige
hinderpaal: door een opeenhoping van volk konden ze onmogelijk door
de deur naar binnen. Dan maar door het dak zegde degene
van de vier met de meeste verbeelding en de minste realiteitszin
en, waar ze hem vroeger zouden uitgelachen hebben, stemden de andere
drie en ook de verlamde broer tot zijn grote verbazing daarmee onmiddellijk
in. En zo geschiedde het derde wonder: de lamme geraakt zonder slag
of stoot tot aan de voeten van Jezus.
De aandacht van Jezus gaat niet op de eerste plaats naar de lichamelijke
beperkingen van de lamme, maar naar het sterke geloof van de dragers
en van de lamme in een mogelijke opstanding en bevrijding. Getroffen
door hun geloof spreekt Jezus tot de lamme de bevrijdende woorden
van vergiffenis. Pas als de lamme geestelijk bevrijd is van alles
wat hem verstart nodigt Jezus hem uit om op te staan en ook fysisch
terug in beweging te komen: Sta op, pak uw bed en ga naar
huis zegt Jezus. Zo kan de lamme als een bevrijd man opnieuw
bij zichzelf thuiskomen. Luisteren we naar het verhaal uit het evangelie
zoals Markus het heeft opgeschreven.
Homilie
Zelf leef ik
momenteel erg mee met het drama in mijn familie en velen onder ons
hebben op bepaalde momenten in hun leven moeten ondervinden dat
het leven niet altijd even mild is en dat het lot genadeloos kan
toeslaan. Wie ooit uitgeteld neerlag, verlamd door angst, pijn of
verdriet, of in grote duisternis, zal kunnen vertellen dat het verre
van evident is om op zon momenten te blijven geloven dat we
ooit terug zullen opstaan om naar het leven terug te keren.
Op zon momenten is het belangrijk omringd te zijn door mensen
die vanuit een sterk verbindende liefde en een sterk geloof in onze
innerlijke kracht ons kunnen dragen. Mensen die hier op aarde een
afspiegeling zijn van Gods oneindige liefde omdat ze zich zelf erdoor
gedragen voelen. Om het met de woorden van Marcel vorige week te
zeggen: In hun aardse liefdevolle betrokkenheid eren mensen
de grootheid van God. Hun medeleven en geloof in onze kracht
helpt ons om terug in beweging te komen en opnieuw recht te staan.
Zo kunnen zij voor ons een brug vormen naar het leven, waardoor
wat we in onze wanhoop voor onmogelijk hielden toch gebeurt en het
wonder van onze opwekking toch geschiedt.
Velen onder ons kunnen getuigen van de genezende, goddelijke kracht
van liefdevolle mensen, en hoe een woord, een blik, een luisterend
oor of enkel stille aanwezigheid helend en bevrijdend kan werken.
Wie zich door dergelijke heilige kracht gedragen voelt zal geleidelijk
aan weer de verbinding kunnen leggen met de mensen, met het echte
leven.
De littekens blijven als stille getuigen, zoals de draagberrie onder
de arm van de lamme die naar huis wandelt, maar van onze zwaarste
lasten bevrijd, kunnen we opnieuw op weg gaan. Door liefde en mededogen
geïnspireerd gedrag overstijgt elke vorm van vervreemding en
dualisme, werkt verbindend en maakt mensen opnieuw heel.
Maar in ons dragen van anderen kan ook veel ambivalentie zitten
omdat we ons niet steeds even intens verbonden voelen met wie hulp
nodig heeft. Wellicht waren er momenten dat de vier broers van de
lamme er wel even genoeg van kregen om hun lamme broer altijd maar
bij te staan. Als deze laatste zich bijvoorbeeld te veel als slachtoffer
gedroeg en te veel vond dat de hele wereld om hem en om zijn grote
probleem draaide. Momenten waarop ze goesting hadden om hun gehandicapte
broer met draagberrie en al gewoon aan de deur te zetten om van
zijn geklaag af te zijn.
Ik denk hierbij niet zonder schroom en met veel dankbaarheid terug
aan het openhartige en moedige getuigenis in deze kapel van Geertje
over haar soms ambivalente relatie met Mieke die hulpbehoevend was.
En ook bij wie lijdt, vastzit en hulpbehoevend is, is er vaak weerstand
tegen het zich kwetsbaar opstellen en tegen vragen om hulp of het
ontvangen van hulp. Soms is het lijden zo groot dat men zich helemaal
op zichzelf teruggeworpen voelt en in stilte alleen zijn wonden
wil likken.
Wie gewoon is te geven heeft soms nog een ganse weg af te leggen
om ook de deemoed en de ontvankelijkheid te leren die nodig zijn
om zonder weerstand te kunnen krijgen. De momenten waarop wie geeft
en wie krijgt in verbinding zijn met elkaar zijn de meest helende
momenten, zijn momenten waarop het heilige volledig geïntegreerd
zit in het aardse. Waar Marcel het vorige week zo boeiend over had.
Op dergelijke momenten kunnen wonderen geschieden en bevrijding
tot stand komen, zowel voor wie geeft als voor wie krijg. Door niet
alleen met ons verstand maar ook met ons hart te kijken en te luisteren
ontdekken we een andere wereld dan de wereld van de pure logica,
komen we tot een weten van een andere orde, waar mensen in hun heel-zijn,
waardigheid en kracht benaderd worden en van daaruit geheeld.
Soms staan we verlamd voor de brug over de troebele wateren in ons
leven. We hebben de hulp van dragers nodig om over de brug heen
te geraken. Zoals het zo mooi wordt bezongen in het lied Bridge
over troubled water van Simon en Garfunkel: 'Als je uitgeteld
neerligt, als je in het duister zit en overal pijn hebt, kom ik
naast je staan en ik leg me als een brug over troebele wateren.'
Als onze liefde sterk genoeg is, geeft ze ons de kracht om verlamde
mensen over de brug te dragen. We kunnen ze op de schouders van
ons geloof dragen naar de barmhartige God toe die bevrijding brengt.
|