------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




12 juni 2011 – Pinksteren – Jonge Passie

Geert Craps en de jongeren

- Tekst van de viering
- Foto's Eva en Peter
- Foto's Vincent


Beginlied 714: "Hoe is uw naam, waar zijt gij te vinden?"

Inleiding

Goeiemorgen allemaal. Laten we samen zijn in de eenheid van onze God, de vader, zoon en heilige geest.

Pinksteren is traditioneel een jongerenviering in Filosofenfontein. Alleen werken dit jaar de heidense trekjes in onze geloofstraditie ons tegen: omdat de eerste volle maan na de dag-en-nachtevening zeer laat valt, valt Pasen laat dit jaar en ligt Pinksteren midden in de examenperiode. Ik moet dus vandaag de jongeren verontschuldigen: ze zitten achter hun cursussen (misschien zelfs van godsdienst). De jongeren laten u echter groeten, en verzekeren u dat alles goed met hen gaat. Hoewel ze er niet lijfelijk bij zijn vandaag, wilden ze toch meewerken aan de viering. Ik heb daarom samen met hen wat zitten brainstormen over hun bijdrage, en ze voelden er wel iets voor om met u te delen wat hun passie is.

Dat komt dus mooi uit. Want met Pinksteren vieren we dat de passie, de samenhorigheid, het enthousiasme, de naar-buiten-gerichtheid, de veelstemmigheid terugkeert, na een periode van twijfel en wachten. De bijdragen van de jongeren zitten kris-kras door deze viering. Ze geven ons een beeld van waar ze mee bezig zijn. Ik zal er dankbaar gebruik van maken.

Openingsgebed (Huub Oosterhuis)

Wees hier aanwezig, dat het goed mag zijn
wat wij hier doen: het woord ter harte nemen
dat Gij in Israël gesproken hebt
en ons in Jezus te verstaan gegeven.
Dat woord, als het nog leeft, spreek het ons toe,
doe ons tesamen horen, uw gemeente.
Wees hier aanwezig, nu, als toen in hem.
Wij waren ver weg, Gij een vreemde god,
een onbekende naam, één van de velen,
maar hij heeft ons uw naam bemind gemaakt
een zoon van uw Thora, in U geworteld,
die ons geworden is tot licht der wereld.

Inleiding op de lezing

Katelijnes verhaal gaat over een passie die weer oplaait in een dieptepuntmoment van het leven. Niet toevallig is die passie ook Katelijnes passie, maar de overeenkomst met het pinksterverhaal is ook duidelijk volgens mij: aangesproken worden om uit te breken, en er dan ook op ingaan. We luisteren eerst naar Katelijnes verhaal.

Ze was afgewezen. Alweer. Dit keer had ze niet eens de eerste ronde gehaald. De mensen van de auditie zeiden dat ze de nodige techniek had, en ook talent genoeg, maar dat haar presence niet goed was. Anna wist heel goed dat ze niet op een auditie kon komen met wallen onder haar ogen en ongekamd haar. Maar ze kon niet anders. Om de huur van haar appartement te betalen had ze een bijbaan in de supermarkt en daarna moest ze eindeloos repeteren. Jaren geleden, toen Anna begonnen was met ballet, had ze geweten dat het zwaar zou zijn. Het was een bewuste keuze geweest om naar een van de meest prestigieuze balletscholen van Moskou te gaan, om alles op te geven voor die ene passie. Maar de school had haar afgeschermd van het echte leven. Het zware leven, waarin ze de ene auditie na de andere afliep, waarin je met alleen talent en een goede opleiding niet voldeed aan de norm. (…) Het was alsof Parijs, waar ze nu woonde, alles teruggooide in Anna’s gezicht. En dat deed pijn. (…)

Ballet. Het woord alleen al had vroeger als muziek geklonken voor Anna. Een van haar eerste herinneringen was aan ballet. Ze wist niet waar of wanneer, alles wat ze zich nog herinnerde was de mooie meisjes in hun witte tutu’s, de prachtige muziek, en de prima ballerina. Ze wist dat zij dat ook wou kunnen op het moment dat de prima ballerina zo hoog had gesprongen dat het leek alsof ze vloog. Toen had emotie genoeg geleken, de emotie die ze voelde bij het horen van de muziek. Niet lang geleden, maar toch een ver verleden.
Nu zat ze op haar kamer in haar appartement, en ze nam een besluit. Ze besloot om te stoppen met dansen. Nooit meer zou ze de roze schoentjes die nu onder haar bed lagen aanraken. Het had een groot deel van haar leven verslonden, en nu was het genoeg geweest. Meer dan genoeg. En zo begon de sleur. Elke dag stond Anna om zeven uur op, ging ze werken in de supermarkt, en dan naar huis. Rustig eten klaar maken, geen stress, tv kijken tot ze begon te geeuwen en naar bed. Soms ging ze uit in het weekend. Alles was kalm maar op een bepaalde manier zinloos. Anna had geen doel meer (…).

Tot die ene dag. Het was zaterdagmorgen en de zomertijd was begonnen. Maar Anna had haar klok niet verzet en dus had ze zich een uur overslapen. In zeven haasten kleedde ze zich aan, waste ze zich en ontbijtte ze. Toen rende ze de trap van het appartementsgebouw af en stormde ze de straat uit. Plots bevroor ze. Van achter haar klonk een vaag bekende melodie. Het duurde even voor ze besefte dat ze naar een stuk uit het zwanenmeer stond te luisteren. Er liep en rilling over haar rug, maar niet door de kou. Anna herinnerde zich de variatie die ze jaren geleden had geleerd, toen ze nog op de dansacademie zat, op dit stuk. Ze draaide zich langzaam om om te zien waar de muziek vandaan kwam en zag een klein balletschooltje. Achter een raam stonden vier meisjes te dansen. Geen van hen was uitzonderlijk goed of getalenteerd maar Anna kon zien hoeveel plezier ze haalden uit hun dans. Dat was ze al heel lang vergeten. Dat iemand ook gewoon kon genieten van dansen. Toen zag ze in een hoek van het raam een papiertje hangen. ‘Balletleraar/lerares gezocht, vraag binnen voor info’, stond er op. Heel even twijfelde Anna nog, maar uiteindelijk liep ze naar de deur en opende die.

Tussendoor 536: "Lied aan de voet van de berg"

Lezing: Handeling 2, zoals verteld in Koning op een Ezel van Nico Ter Linden, p. 229-231

Bedenkingen bij de lezingen

“Het verhaal van jongeren en geloof gaat over afscheid. Jongeren hebben afscheid genomen van Jezus en staan er nu alleen voor. Velen hebben Jezus van nabij gekend. Gedurende enkele jaren waren zij trouwe vrienden, en zijn ze samen opgetrokken. Ze zijn erg geschokt door traumatische ervaringen…”

Jan zal wat ik net gezegd heb misschien herkennen: het is de inleiding van de viering van vorige week, waarin Jan weergaf hoe de eerste leerlingen zich gevoeld hebben toen Jezus weg was bij hen. Ik heb alleen de woorden “de leerlingen” vervangen door “de jongeren”. De zoekende en zeer twijfelende houding van jongeren valt ons altijd op.

Waar oriënteren jongeren zich op, tegenwoordig?: sommigen hebben een verbazingwekkende laissez-faire-houding, of een extreme oriëntatie op uiterlijkheden, sommigen zijn er ook gewoon niet mee bezig. Die “postmoderne” houding van gebrek aan sturing is naar mijn gevoel verwant met de houding van de leerlingen na de dood van Jezus: een gevoel van stuurloosheid, waardoor je gedachten en gevoelens alle kanten op gaan, waardoor je je vasthoudt aan een klein groepje van gelijkgezinden waarin je je veilig voelt. Net zoals de leerlingen zich terugtrekken in de bovenzaal.

Maar jongeren kunnen passioneel zijn. De passie voor natuur, voor schoonheid, voor rechtvaardigheid voor eerlijkheid vliegt u om de oren als ouder. Die passie spreekt bijvoorbeeld uit de twee fotoreeksen achteraan tegen de muur.

- De ene reeks foto's is van Eva.
Op de foto’s zie je Eva als klein meisje bij haar eerste paard, de lege stal van het afscheid - van Petrousjka, een paard waar ze een band mee had, de IJslander Freki waar ze grondwerk mee doet en een band mee opbouwt.

"Wat is mijn passie? Dat is niet moeilijk, paardrijden! Ik rijd al zo lang dat ik het me niet meer anders kan voorstellen. Paardrijden is eigenlijk echt belangrijk geworden in mijn leven door Petrouchka, een paard dat niemand meer liet opstijgen. Mama en ik hebben lang met haar gewerkt en uiteindelijk heb ik ook een paar keer op haar kunnen rijden. Op een dag stond ze niet meer in haar stal, en we hebben haar nooit meer teruggezien.
Enkele maanden daarna vroeg Kristien (de eigenares van de manege) of mama met een IJslander wilde werken, Freki. Zijn eigenares is een studente die er niet altijd genoeg tijd voor heeft. Natuurlijk zei mama ja. We werken nu nog altijd met Freki en we hopen dat dat nog lang zo mag blijven."

- De andere reeks is van Peter.
Peter heeft een passie voor fotografie, voor werken in de tuin (Arnout heeft maar geluk…), voor orgels.

"Mijn ‘Passies:
- Fotografie: Ik maak heel graag foto’s over allemaalverschillende dingen. Maar vooral van de natuur, de bloemetjes en de bijtjes,..
Maar ook van ‘Kunstige’ voorwerpen of alledaagse dingen. Ook maak ik graag close-ups’ (van heel dicht bij) en natuurlijk ook van andere dingen maar toch vooral van bovenstaande voorbeelden.

- Tuinieren: Ik werk zeer graag in de tuin. Dat kan van onkruid uittrekken tot de haag snoeien of het gras afrijden of takken afknippen gaan en noem maar op. Ik heb een paar weken geleden de hele achterkant van de tuin proper gemaakt en de tuin ziet er nu toch al een stuk beter uit!!En dat vind ik ook het leuke daaraan, als het resultaat duidelijk zichtbaar is en de moeite en het werk worden geapprecieerd."

Het is een passie waarmee jongeren alle aspecten van het leven aanraken: de passie is niet het nalopen van een idool, het is ook de aandacht voor het verlies en het verwerken ervan, het is ook de aandacht voor details, voor de pure schoonheid op zich voor de zinvolle aanwezigheid in een gezin.

Die passie leidt er bij jongeren toe dat ze aspecten van onze geloofstraditie passioneel afwijzen. Aspecten die ze als bijgeloof beschouwen, of niet cool vinden, of ouderwets, of – het ergste van allemaal – saai. Maar geloof vooral niet dat we als volwassenen met meestal toch een zekere leeftijd, per definitie hebben afgedaan. Een van de meest frappante bijdragen die de jongeren mij hebben bezorgd, is het korte gedicht-tekstje van Astrid. Zij schrijft het volgende.

Kruiswoordraadsels
Leerkracht wiskunde
verzot op taalspelletjes
meer en meer krimpen
iets kapot wordt weer gemaakt
niet grijs maar wit
bijna 90 jaar
mijn voorbeeld
Opa.

Zoals iemand mij onlangs schreef: “Een mens wil zich erkend weten in zijn zoektocht: niet voorgeschreven of gedicteerd, wel voorgeleefd. Het "woord" heeft zijn uiterste leegheid bereikt, omdat het niet wordt beleefd.” De vraag naar authentieke beleving kon ik niet beter verwoorden. Het is deze beleving die onze jongeren passioneel verlangen.
Op deze pinksterdag wens ik dat we ons laten inspireren door de passie. Dat is een stukje geest die in onze jongeren aanwezig is. Authentieke passionele betrokkenheid bij het leven. Mogen wij ons daarbij gesteund voelen door de Andere, door de hand die ons vaderlijk op de schouder ligt, door de aanwezigheid van hij die ons ongezien tot zich trekt, die ons niet overlaat aan onszelf.

Afsluiting van de woorddienst: Lied 569: "Die mij getrokken uit de schoot"

Zegening/Handoplegging/Zalving van Erik –

Erik wordt dit jaar opgenomen in de gemeenschap van de volwassen gelovigen. We willen als gemeenschap aan hem het teken geven dat we achter hem staan, dat onze gemeenschap een plaats is waar hij terecht kan, als dat nodig is. Daarom legt Marcel de handen op aan Erik. Wij bevestigen ons engagement door lied 137.

Bevestiging door de gemeenschap: Lied 137: "Tu sei sorgente viva"

Offerande
Groot dankgebed 152 – Refrein: 137: "Tu sei sorgente viva"
Onze Vader - Vredeswens

Communie

Wees hier aanwezig, rondom deze tafel
waar wij omheen zijn, om uw brood en wijn.
Van zaad en brood en lichaam uw woord,
een stekje wingerd, wijdvertakte wijnstok.
Wees hier aanwezig, dat het goed mag zijn
wat wij hier doen: zijn woorden van genade
delen als brood en wijn, totdat hij komt,
het visioen tot ritueel gelouterd.
Doe ons verstaan wat in hem openbaar werd,
hoe dood tot leven wordt, eind tot begin.

Tijdens de communie speelt de powerpoint van Vincent, met muziekkeuze van Wieland waarin de jongeren hun actieve betrokkenheid bij Filosofenfontein hebben uitgebeeld. Om even bij stil te staan.

Communielied 390: "Kom schepper geest".

Slotbezinning: Op weg gezonden

Je gaat Hem achterna
en ziet de mensen allerwegen.
Soms is Hij één van hen,
gewoon een man, een vrouw, een kind,
alleen maar ergens onderweg.
Of Hij staat kwetsbaar aan de kant,
met in zijn blik een vraag,
een oogopslag van hoop,
misschien een toegestoken hand
of een vermoeide schouder.
Je gaat Hem achterna
en zoekt zijn stem tussen de velen.
Soms doet het pijn
hoezeer de stilte zwijgen kan,
terwijl de stenen moesten spreken.
Maar toch is Hij nooit ver vandaan,
soms achter je, soms naast je.
Dan legt Hij over jou zijn kracht.
Zijn woord dat zich weer laat verstaan.
De warmte van zijn adem.
Je gaat Hem achterna.
En wordt de mens die Hij geroepen heeft,
om onverdeeld voor anderen
veelvoud te kunnen zijn,
vijf broden en twee vissen.
Jouw naam heeft Hij genoemd,
om in de vloed te staan
van lief en leed.
En namens Hem te worden:
altijd-iemand-anders-tochtgenoot.
Je gaat Hem achterna.
En vraagt de zegen van zijn handen
om lief te hebben, los te laten,
telkens weer te herbeginnen.
Dat Hij je wegen toont,
zijn schaduw bieden zal
en je tot mantel is.
Dat Hij je aan mag raken
en ten diepste zal beminnen.         (Kris Gelaude)

Mededelingen – uitnodiging op het kerkberaad
Zegen

------