------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




27 februari 2011 : 8° zondag

Wees onbezorgd (Mt. 6, 25 – 34)

Marcel Braekers

Openingszang 712 (psalm 95): "Hier in de stilte verzameld"

Begroeting

Op het moment dat ik deze tekst wil beginnen schrijven, komt de poes mijn werkkamer binnengelopen. En zoals gewoonlijk springt ze op mijn bureau, rekt zich nog eens grondig en gaat dan pal op de nota’s zitten waarmee ik mijn preek moet maken. Allemaal nota’s over ‘onbezorgdheid’, want daarover gaat het evangelie van vandaag. Ze legt zich in zalige onwetendheid neer, de ogen halft dichtgenepen, en hoopt maar één ding: dat ik haar krauw en dat ze daarna rustig verder kan soezen. Zou je niet jaloers worden van zo’n kommerloos leven.

Is het dat wat Jezus bedoelt als hij zijn leerlingen oproept te kijken naar de vogels in de lucht en de leliën op het veld? Maar als ik goed toekijk hoe zij leven, is het niet zo zorgeloos. Dicht bij mijn venster is een mezenkoppel hun veroverde nestkastje aan het inrichten, misschien zijn zelfs al de eerste eitjes gelegd. Maar, mijn God, wat een gedoe. Af en aan vliegen met allerlei materiaal, concurrenten wegjagen, zoeken naar rupsen en spinnen in de schors van de bomen, uitkijken of niet plots de sperwer tussen de bomen voorbij schiet en je huwelijksdroom met één slag omver haalt. En toch ben ik ook op hen jaloers.

Een Congolese vrouw vertelt over haar kleine handel in koffiebonen. Ze heeft een groot gezin en een man die werkloos wat rondlummelt en af een toe een klus mag klaren. Maar “Vandaag leven we en morgen zal God wel voor ons zorgen”, zegt ze. En weer voel ik jaloezie om zoveel innerlijke vrijheid.
Wat is met mij aan de hand dat ik naast mijn bed een notaboekje en balpen leg, zodat ik midden in de nacht kan opschrijven wat me plots tebinnen schiet en dringend moet gedaan?
Jaloersheid helpt me niet verder. Het enige dat me rest, is nadenken over mijn leven, mij niet alleen goed organiseren zodat ik niet door de chaos omver word gehaald, maar mentaal een andere houding zoeken. ‘Mindfulness’ is het nieuwe slagwoord geworden. Ik zie het als een vorm van religie, die via de achterdeur terug in het leven komt. Vroeger liepen mensen even een kerk binnen om stil te worden. Of men zat ’s avonds rond de tafel of de kachel: de ene breiend, de ander lezend terwijl de stilte van de avond zich van alles meester maakte. Vandaag organiseren we oefeningen om hetzelfde effect te krijgen en hopen zo een boog van rust over de jachtige, zorgwekkende dingen van elke dag te spannen.

Herkent u wat ik hier beschrijf? Dan is het stukje bergrede van deze zondag ook voor u een mooie en pijnlijke uitdaging.

Nr. 722 (psalm 150): "Loof God in zijn heilige woning"

Gebed

Hoor ons aan, eeuwige God:
HOOR NAAR ONS BIDDEN.
Gij, die ons hart aanziet,
Gij, die onze diepten peilt:
BLIJF ONS NIET VERBORGEN.
Wij herkenden U niet,
Wij zochten onszelf:
GIJ HEER? VERGEEF ONS
Doe ons herleven
En maak ons weer nieuw,
GEEF ONS UW GENADE.
Breng ons in het reine
Met U en met elkaar,
Zegen ons met vrede
En laat lichten uw aangezicht. (S. de Vries, Het rijk alleen, p. 24)

Matteüs 6, 25 – 34.

Lied

Homilie

De oproep om niet bezorgd te zijn is een prikkelende gedachte. Wie van ons is immers zonder zorgen? Bekijk je de tekst van dichtbij dan zitten er enkele boeiende wendingen in. In de nieuwe Bijbelvertaling zegt Jezus: “wees niet bezorgd om jezelf”. In het Grieks staat er psychè, wat je hier best vertaalt als ‘levenskracht’. En daarbij voegt Jezus: “noch wat je zult eten en drinken”. En je moet niet bezorgd zijn om je lichaam (sôma) en ermee verbonden je kleding. Je moet hierover niet bezorgd zijn omdat het leven méér is dan eten en kleding, zeg maar, méér is dan psychè en sôma. In de Joodse denkwereld zijn die twee onlosmakelijk verbonden als dat éne leven dat zoveel meer is en waarmee we meestal wegens onze drukke agenda geen contact hebben.

Vervolgens staan in de tekst een aantal waarschuwingen. De eerst is dat zorgelijk bezig zijn de aandacht voor het echte leven verdringt. De volgende waarschuwing is voor de man bedoeld: hij moet als de vogels zijn, die zaaien en maaien niet. Volgende is voor de vrouw bedoeld: ze moet als de bloemen zijn, die werken en weven niet. Andere waarschuwing: al dat gedoe kan je leven met geen dag verlengen. Pittige gedachte als je ziet hoe mensen tegenwoordig dag in dag uit bezig zijn om hun leven zo lang mogelijk te rekken. Maar ze doen het volgens de bergrede op een verkeerde manier. Want de oplossing is: elke dag voor zichzelf te laten zorgen. Al je zorgen aan God toe vertrouwen. En vooral: op de eerste plaats bekommerd te zijn om het rijk van God.

Ik ben even op details ingegaan, omdat je zo al een eerste inzicht krijgt in de redenering, die wordt gemaakt. Samenvattend onthoud ik hieruit volgende gedachte: richt je op het echte leven. Het leven diep in jezelf dat meer is dan lichaam en geest, meer is dan je eigen kleine leven van elke dag. Het echte leven dat gerechtigheid is en ‘rijk van God’. De oproep zich geen zorgen te maken is tegelijk een aansporing om wat echt belangrijk is wel bezorgd te zijn. Maar zo dat je er niet aan kapot gaat.

Ik moet daarbij spontaan aan een preek van Meister Eckhart denken over Marta en Maria. Marta wordt immers afgeschilderd als degene die teveel om dagelijkse dingen bekommerd is, terwijl Maria, de contemplatieve aan de voeten van Jezus wordt geprezen. Eckhart verzet zich tegen deze uitleg. Hij zegt: Marta was de echte gelovige, de volwassen vrouw, die zo met de dingen kon omgaan dat ze er niet door werd opgeslokt. “Ze was bij de dingen, maar de dingen waren niet in haar”, schrijft Eckhart. De echte, rijpe houding is er een waarbij men niet vies is van wat elke dag moet gedaan worden, maar er is een innerlijke vrijheid en ongebondenheid waardoor men verder ziet. Dieper in zichzelf en verder in de toekomst als een leven voor iedereen in gerechtigheid.

Dat alles wordt op een mooie en kernachtige manier verwoord in het ‘Onze Vader’ waarin we vragen dat Gods rijk opaarde mag komen en dat er voor iedereen elke dag brood zou zijn. Voldoende om te leven, zodat we gericht staan op het echte leven.

Tijdens groot dankgebed 715 (psalm 104): "Alles wacht op u vol hoop":

Bij gelegenheid (I) p. 316

Na de communie: 719 (psalm 139): "Gij, Gij peilt mijn hart, Gij doorgrondt mij"

------