------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




Viering 22 maart 2009

De levensboom omarmen

Wereldgroep

Welkom in deze viering, voorbereid door de Wereldgroep. Welkom ook aan Debjeet Sarangi, onze Indische gast van vandaag.
Daarjuist zongen we een Indische mantra, die de lof bezingt van wat goddelijk, heilig, essentieel is. Gedurende de veertigdagentijd willen we hier bij blijven stilstaan. Wat is voor ons essentieel, wat is echt belangrijk in het leven? Wat we tot hiertoe in de cirkel hebben gebracht, staat daar symbool voor. Vandaag brengen we mango’s aan, vruchten uit het woud in India. De mangoboom die altijd groen blijft, is voor Indiërs symbool van leven.

Hoe belangrijk het woud en zijn vruchten zijn voor de inheemse volkeren in India krijgen we te zien in het eerste deeltje van de campagnefilm over Tilak een vrouw uit een inheemse gemeenschap in India. Het woud vormt een erg belangrijk onderdeel van de cultuur en identiteit van de inheemse volkeren. Ze leven nog steeds gedeeltelijk van wat deze gulle schatkamer schenkt, en ze voelen zich er nauw mee verbonden.

Een religieuze duiding van deze verbondenheid vind ik mooi weergegeven op het doek van Lucy d’Souza, een Indische kunstenares.

Op dit doek schildert ze in het midden een levensboom: de immer groene mangoboom die voor de Indiërs symbool van leven is. Een menselijk figuur sterft aan de takken van de boom. Dat is de stervende MoederAarde. De andere personen die erbij staan vertegenwoordigen ook een element uit de natuur: De rode aarde klampt zich vast aan de boom. Het blauwe water aan de voet en het vuur in het geel drukken de pijn uit. Broeder Wind omarmt de boom. Allen helpen samen om de boom weer leven in te blazen omdat ze er één mee zijn.

Dit tafereel is geïnspireerd door de Chipkobeweging. Chipko betekent omarmen. Deze
beweging gaat terug op een verhaal van ongeveer 300 jaar geleden. Toen offerden vrouwen hun leven om heilige bomen tegen het kappen te beschermen. Ze omarmden de bomen en klampten er zich zo aan vast dat velen samen met de bomen gedood werden. De beweging bestaat tot op vandaag en kreeg door de bedreiging van het regenwoud in India en elders in de wereld een nieuwe impuls.

Lucy d’Souza integreert in dit religieuze kunstwerk het respect en de zorg voor de elementen aarde, water, lucht, en vuur vanuit een diepgeworteld eenheidsgevoel met de natuur en de kosmos. Ze drukt met dit beeld het vrouwelijke gelaat van God uit. Ze vindt dat onze God geen straffende, veeleisende God is, maar een God van mededogen en verbondenheid. De vier personen, water, wind, aarde, vuur vloeien immers samen in de zorg en de pijn om de boom die lijdt en bedreigd wordt.

Laten we bij dit beeld even bezinnend stilstaan, kijkend, biddend en zingend.
We zingen samen opnieuw de mantra.

Lezing: 2 Kronieken 36, 1220 (uit: De Bijbel, in onze taal, voor elke dag, 3 april)

In deze lezing wordt verwezen naar het volk dat in ballingschap moet gaan. Het volk van Israël overschreed immers de wetten die God via zijn profeten had gegeven. De wet waar het hier over gaat, lezen we in Exodus “ Zes jaar achtereen mag je je land inzaaien en de oogst binnenhalen. Maar het zevende jaar moet je het land braak laten liggen en het met rust laten.......Met je wijngaard en je olijfgaard moet je hetzelfde doen”. Met andere woorden: je mag Gods schepping gebruiken, maar geen roofbouw plegen.

Het overtreden van deze bijbelse wet doet ons denken aan het beeld van daarnet: een stervende moeder aarde wiens grenzen we aanhoudend met de voeten treden.
Is één van de belangrijke boosdoeners van dit fenomeen niet de economische logica waarin we leven? Deze logica gaat immers uit van de veronderstelling dat we oneindige behoeften hebben die vervuld moeten worden. En deze premisse wordt zelden in vraag gesteld: Is het inderdaad zo, dat we oneindige behoeften hebben, of simpel gezegd: nooit genoeg hebben? Of is het niet andersom, namelijk dat we de indruk hebben nooit genoeg te hebben omdat alsmaar behoeften worden gecreëerd?

Je zou denken dat ons consumptiegedrag afneemt omdat we stilaan toch genoeg hebben, nu we een digitale TV, een auto, een GSM en een pc hebben? Of omdat het nu crisis is? Op batibouw, het vakantiesalon of autosalon was er dit jaar nochtans niet minder volk. Bob Geldof schrijft in zijn boek “We consumeren ons kapot” dat ons consumptiegedrag alsmaar toeneemt onder druk van een soort collectieve koop-kalender. Ik citeer hem: “ Voor de Kerstman zijn er al Sinterklaas en de pompoenen van Halloween. Dan knalt het nieuwe jaar ons tegemoet met ieder jaar meer vuurwerk, pakjes en een recordaantal nieuwjaarswensen per sms. Onmiddellijk daarna volgt de rush op de winterkoopjes. Even later is het alweer pakjestijd voor Valentijn, enz…”

Wat ik hier vertel is niet nieuw. Ik hoor het Luc Versteylen nog uitleggen – twintig jaar geleden al met zijn sappige woordspelingen… en eigenlijk weten we het wel allemaal… maar misschien staan we er niet genoeg bij stil hoe fundamenteel deze economische principes van het nooit genoeg onze wereld bepalen en welke dramatische gevolgen deze hebben voor de hele aarde.

Ban Kimoon en Al gore luidden op 23 februari jongstleden de alarmbel. “2009 is het jaar van de waarheid. Als we nu niet investeren in groene energie en in armoede-bestrijding en als we dit jaar in Kopenhagen geen robuust klimaatakkoord hebben, dan wacht ons een ecologische ramp”. Deze wereldleiders pleiten voor radicale keuzes ten voordele van een groene economie, energiebesparing, hernieuwbare grondstoffen, meer openbaar vervoer, herbebossing, grotere investeringen in landbouw, wereldwijd, ten voordele van duurzame landbouwpraktijken en kredieten voor kleine boeren. Op wereldschaal zijn dus structurele maatregelen nodig die duurzaamheid, kleinschaligheid en besparing vooropstellen.

Wat geldt op wereldschaal, kunnen we ook vertalen naar onze eigen leefwereld toe, met de volgende spreuk: “live simply, that others may simply live”. Het betekent: “leef eenvoudig, zodat andere mensen simpelweg kunnen leven”. De keuze voor een eenvoudige levensstijl is volgens deze spreuk, levensnoodzakelijk voor anderen. De levensstijl die we nu kennen is immers niet haalbaar voor de hele wereld en overschrijdt de ecologische draagkracht van onze planeet. Het “consuminderen” hoeft niet negatief te zijn, integendeel , het geeft ons kansen om anders, echter, diepgaander te leven en juist te genieten van de positieve kanten van wat we hebben. In plaats van te winkelen op zaterdagnamiddag kunnen we bijv. een theetje drinken met dochterlief of een bezoekje brengen aan de buurvrouw of .. in de tuin werken?

Ik ben de viering begonnen met het beeld van de stervende Moeder Aarde en onze verbondenheid met haar. Lucy d’ Souza zag in deze verbondenheid het vrouwelijke gelaat van God. Ook voor mij is dit zo. Het kiezen voor eenvoud en duurzaamheid kan ik niet los zien van mijn geloof in God. Onze God is immers een God van Leven. Als we dit leven met Grote L liefhebben kunnen we niet anders dan keuzes maken , zowel maatschappelijk als persoonlijk, om de grenzen van de aarde te respecteren, en zo meer in harmonie met God, onszelf, onze onmiddellijke en wereldwijde omgeving te leven. Of, met andere woorden: Tilak en wij, we hebben iets met elkaar…

------