------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




10 januari 2009

Afscheid

van

Mieke Van Weddingen


°  20  juni  1962
+ 5 januari 2009

Voorganger: Marcel Braekers, o.p.


Openingszang: “Naar U gaat mijn verlangen Heer” (13)

Begroeting

Geertje, beste familie en vrienden,

Nog één keer zijn wij allemaal samen: wij, de vrienden, de familie, allen die zorgend Mieke hebben omgeven, bedroefd om haar weggaan, maar ook in diep respect voor deze uitzonderlijke persoonlijkheid die niemand onberoerd liet.
Sint Paulus schrijft in een van zijn brieven: “Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht. Thans wacht mij de kroon van de overwinning.” Datzelfde zou ook Mieke kunnen gezegd hebben.

Na een jarenlang gevecht tegen haar ziekte, een strijd om in alle omstandigheden waardig te kunnen leven, na een lang geestelijk proces van rijping heeft zij eindelijk de strijd moeten staken.

Mieke kende aanvankelijk een korte steile opgang waarbij ze uitgroeide tot een begaafde muzikante en een persoon die kon genieten van het schone en goede leven. In die periode heeft ze allerlei uitdagingen op zich genomen en overwonnen.

Tot ze ziek werd en gedurende twintig jaar een heel andere uitdaging moest opnemen: de strijd tegen zichzelf, de strijd om een nieuwe zin in haar leven te ontdekken en in loutering zich over te geven aan wat het leven haar ongevraagd en ongewild opdrong.

Mieke was een sterke persoonlijkheid, die graag vrij haar mening over alles zei, iets waar wij Vlamingen niet zo gewoon aan zijn. Ze kon scherp en zacht zijn, gedreven en ook gelaten, ze kon mensen, vooral haar leerlingen, bezielen maar durfde ook stevige kritiek te leveren.

Boven alles wilde ze daarbij altijd eerlijk en open zichzelf zijn. Niet toevallig koos ze de zang die wij dadelijk zullen zingen: ‘Wat ik gewild heb, wat ik gedaan heb. Neem het allemaal van mij. Dit was mijn liefde, hier ben ik.’ Zo was inderdaad haar liefde waarin ze zelf veel tekortkomingen voelde.

In haar naam zingen wij tot God dat Hij haar aanneemt zoals ze oprecht is geweest.

Lied: “Wat ik gewild heb” (H. Oosterhuis – muziek: A. Oomen )

Wat ik gewild heb wat ik gedaan heb
wat mij gedaan werd wat ik misdaan heb
wat ongezegd bleef wat onverzoend bleef
wat niet gekend werd wat ongebruikt bleef
al het beschamende neem het van mij.
En dat ik dit was en geen ander,
dit overschot van stof van de aarde:
dit was mijn liefde.
Hier ben ik.

Gebed
Doe mij binnengaan
In het oord van rust en vrede
Dat genoemd wordt met uw naam.
Licht van licht. Ontferming. Hemel.
Liefde is uw naam.

Dat ik kom in U, in vrede.
Dat ik door het vuur gegaan
En mijn laatste leed geleden,
Komen mag in U mijn vrede.
Dat Gij mij zult noemen
Bij mijn naam.
Sterveling, stof van de aarde,
Ziel en lichaam is mijn naam.
Adem was ik, vonken leven.
Vuur van liefde, eeuwig leven,
Nieuwe aarde is uw naam –

In uw oord van rust en vrede
Doe mij binnengaan. (H. Oosterhuis)


Lezing: 1 Korinthiërs 13, 1 – 13

Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen –
Had ik de liefde niet,
Zou ik niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.
Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen,
Al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen –
Had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven,
Al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn –
Had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.

De liefde is geduldig en vol goedheid.
De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.
Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken
En rekent het kwaad niet aan,
Ze verheugt zich niet over het onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid.
Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze
In alles volhardt ze.

De liefde zal nooit vergaan.
Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan –
Want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt.
Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen.
Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind,
Dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind.
Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten

Nu kijken we nog in een wazige spiegel,
Maar straks staan we oog in oog.
Nu is mijn kennen nog beperkt,
Maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.
Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie,
Maar de grootste daarvan is de liefde.

Lied: Kom in mij (H. Oosterhuis – muziek L. Lossius / J.S. Bach)

Kom in mij, win, ontwapen mij.
zie mij, doe mij aan.
Weersta mij, wacht mij, delf in mij.
Ontdooi mijn naam, ontraadsel mijn bestaan.

Kom in mij, maak geluid in mij,
dood is diep in mij.
versteend mijn stem -- ontsta in mij,
doe pijn, doorgloei mij,
leef mij, licht in mij.

Kom uit mij, scheur mij, kind van mij,
mens in mij ontwaak.
ontvang mij, overschaduw mij.
En ga met mij
waar niemand met mij gaat.

Homilie

Dikwijls wordt ons aanvoelen van iemand bepaald door wat we in de laatste fase samen hebben beleefd en vergeten we een hele periode daaraan voorafgaand. Dat is ook mijn ervaring als ik aan dit leven van Mieke Van Weddingen denk.
Alhoewel ze reeds 20 jaar getekend werd door een slepende ziekte die haar gaandeweg steeds meer mogelijkheden afpakte, blijft de laatste periode van haar leven mij het scherpste bij. Er heeft zich namelijk iets heel merkwaardig voorgedaan: naarmate haar lichamelijke mogelijkheden afnamen, groeide haar geest naar een gelouterde zuivering waar ik alleen maar in bescheiden luisteren stil van werd.

Mieke was een heel temperamentvolle vrouw, begiftigd met veel talenten. Ze was een begenadigde muzikante, ze gaf haar leerlingen een diep inzicht in de muziek en leerde hen uit zichzelf te komen en te groeien in persoonlijkheid. Ze hield passioneel veel van kunst, cultuur, van de ongerepte natuur. Ze hield zielsveel van jou, Geert, en van zoveel vrienden.

Tot onverwacht de Multiple Sclerose toesloeg en haar dwong tot een heel ander leven. Ooit sprak ze over die periode tijdens een eucharistieviering op de Filosofenfontein. Uit die homilie citeer ik enkele passages.

“Het enige antwoord dat ik kon geven, was: ‘laat me gerust, ik kén mijn weg, ik heb geen tijd om ziek te zijn, ik heb te veel te doen…. Dus ik deed door, altijd maar door, altijd maar sneller en harder.
Tot de tijd kwam, dat ik geen concerten meer kon geven, daarna niet meer kon musiceren, daarna niet meer kon lesgeven, bij momenten niet kon schrijven, niet kon lezen, moeilijk praten, zien, horen, voelen… Bij elk nieuw probleem was ik gefixeerd op de dingen die ik niet meer kon. Er waren momenten dat ik niets anders kon dan gewoon wachten; dat wat was, laten zijn. Het is tijdens één van die momenten van wachten dat ik gevoeld heb dat er ook een andere weg was…Ik voelde een hand op mijn schouder en een stem die zei:

                  Kijk, Mieke, je kan ook die weg nemen.
                  Ga maar, ga, die is ook mooi.
                  Laat los en wees niet bang.


Het moment dat ik dat inzag, was er één van genade, ik voelde het aan als een bevrijding. Ik voelde voor het eerst in mijn leven dankbaarheid voor hoe mijn leven loopt…
Ik geniet van de mooie herinneringen, maar hecht me er niet aan vast. Ik probeer te genieten van datgene wat er nu is en er geen voorwaarden aan te koppelen. Als ik kan bewegen, beweeg ik, als ik kan praten praat ik. Ik dwing mezelf niet om iets te kunnen. Evenmin dwing ik het leven mij iets te geven…

Het verliezen van zovele dingen was nodig om plaats te maken voor dàt waar ik altijd al naar verlangde, zonder het te kunnen uitspreken. De essentie van mijn leven: groeien, loslaten, licht worden."

Het is dit proces dat velen van ons met haar hebben mogen delen en dat je na een bezoek het gevoel gaf dat zij ons iets leerde. Terwijl haar lichaam noodgedwongen allerlei mogelijkheden moest prijsgeven, groeide haar geest in overgave, in een onthechtend opgaan naar het Licht. Toen ik haar voor het laatst de zegen kwam geven zei ze nog: ‘Het is goed zo, alles is volbracht. Er is alleen nog het Licht.’ Ik heb toen voor haar het stukje uit de brief van Paulus aan de Korinthiërs voorgelezen: "Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde."

Ze heeft dikwijls en lang in die wazige spiegel gekeken. Ze heeft geweend en gelachen, dikwijls verkrampend van pijn. Ze heeft gebeden, heel intens en oprecht. Naar het einde toe biddend zoals de Russische pelgrim ‘Heer Jezus Christus, zoon van de levende God, ontferm u over mij, arme zondaar.’ Tot ook dat niet meer ging en ze enkel haar lijden nog kon aanbieden en de manier waarop ze deze fatale ontwikkeling van haar leven aanvaardde. De gemeenschap van de Filosofenfontein en de vele vrienden hebben daarin een belangrijke rol gespeeld.

Zo dikwijls bekritiseerde ze zichzelf: dat ze te weinig geduld had, nog niet tot echte aanvaarding was gekomen. Maar ik ben ervan overtuigd dat ze meer en beter dan de beste missionaris op die manier voor velen van ons een inspirerend voorbeeld was van spirituele verdieping. Hoe dikwijls zei ze naar het einde toe: ‘ik kan niet meer stappen, niet meer lezen, ik kan mijn gedachten niet meer formuleren, maar het is goed zo.’ Om zover te geraken moet je over een uitzonderlijke mentale kracht beschikken. Maar alles is begrensd, ook deze kracht. Ik hoop en bid samen met jullie dat zij die doorheen haar lijden naar liefde groeide nu reeds mag zien van aangezicht tot aangezicht.

Ik kan deze homilie niet afsluiten zonder mij speciaal te richten naar Geertje. In zijn afscheidsrede laat de evangelist Johannes Jezus zeggen: “Niemand heeft groter liefde dan hij die zijn leven voor zijn vrienden geeft.” Wat jij in die lange periode van Miekes ziek-zijn hebt gedaan is je leven voor haar geven. Je hebt Mieke niet alleen verzorgd, je hebt haar in je bescheiden, ruimte gevende houding haar weg laten gaan. Je hebt haar opgevangen als ze moest worstelen, ook als ze soms vrank over alles haar mening gaf. Jouw stille nabijheid was van wezenlijk belang voor de spirituele weg die Mieke heeft gemaakt en is voor ons allemaal een ogen opener. Ik hoop dat in de periode die nu komt je kan rekenen op veel nabijheid en liefde van degenen die er altijd waren.

Als ik bij een bezoek afscheid van Mieke nam wuifden wij nog even door het venster naar elkaar. Toen, die laatste keer moest ik onwillekeurig denken aan het gedicht van Anton van Duinkerken, “De wuivende”.

Wie God wil begrijpen die heeft niet genoeg
Aan ons vorsend mensenverstand.
Hij zie naar het dansen van sterren en golven
En ’t wuiven der dierbaarste hand.

Al wat ik geloof en belijd vat ik samen
In deze, mijn opperste wet:
Mijn ziel zij een wuivende groet aan mijn God
Want ik heb geen volmaakter gebed.

Misschien is dat een samenvatting van wat haar leven was en wat ze voor jou Geert en voor ons is geweest.
Nogmaals een citaat uit de tekst van Mieke zelf:

Kijkend naar de weg die ik gegaan ben en nog altijd ga, voel ik me dankbaar. Hoe verder ik ga op die weg, hoe meer de liefde in mij groeit. Altijd meer en meer...naar de mensen toe, naar mezelf, naar het leven, naar God.
            God ik verlang naar U
            Zo’n groot verlangen
           God ontvang mij
           Neem mij op in uw liefde
           Dan word ik één met U.
           Mijn hart barst van liefde
           Mijn ziel komt vrij.
           Kom bij mij
           Ik kom bij U.

In zijn handen, aan zijn onnoembaar licht vertrouwen we haar toe.
Ik nodig jullie uit om daarom de hymne aan het licht te zingen. (cfr. boekje)

“Licht dat ons aanstoot in de morgen”

Groot dankgebed: “Die naar menselijk gewoonte” (140)

Lied na de communie: “Gij, Gij peilt nu mijn hart, Gij doorgrondt mij”

Na de absoute: Gregoriaanse zang:

In paradisum deducant te angeli:
In tuo adventu suscipiant te martyres,
Et perducant te in civitatem sanctam Jerusalem.
Chorus angelorum te suscipiat,
Et cum Lazaro quondam paupere
Aeternam habeas requiem.

Naar het paradijs mogen engelen jou begeleiden.
Bij je aankomst zullen allen die gemarteld zijn
Je in hun armen sluiten –
En dan dragen ze je mee naar de Stad, het heilige Jeruzalem.
Daar schaart een koor van lichtgestalten zich om je heen,
En met Lazarus, de arme zwerver,
Zal jij zijn in rust en vrede voor altijd.


Een laatste woordje van Mieke

Liefste familie, vrienden, leerlingen,

Kijk rondom je, kijk naar mekaar en zie wat jullie met elkaar verbindt: mijn liefde voor elk van u. Ik zie elk van jullie zo graag. Allemaal zo mooi, sterk en toch kwetsbaar, elk met zijn eigen verhaal, op zijn eigen manier zoekend naar het geluk, naar de zin van het leven.
Dit was en is mijn grootste wens, elk van jullie gelukkig te zien.

Marc, Frans, Anneke, Lieveke, Mieke en André, en de hele familie, dank voor jullie hulp, jullie geduld met mij. Ik zie jullie graag.

Lieve vrienden, jullie lieten me niet los, jullie hielpen mijn ziekte waardig te dragen en stonden altijd klaar in de moeilijke momenten.

Lieve leerlingen, we hebben samen magische momenten van vreugde en verdriet beleefd via de muziek. Jullie leerden me om respect te hebben voor ieders eigenheid. Jullie lieten me zien dat mijn geloof in jullie kunnen bergen deed verzetten, en dat we daardoor samen verder geraakten dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden.

Geertje, jou wil ik niet vergeten.
Jij was mijn engel, je gaf me veiligheid, rust en zoveel liefde dat het een droom leek.
Zorg goed voor jezelf Geert, en laat je omringen door al het goede.

Mensen, ik houd van jullie allemaal en voel me nu gelukkig.
Wees niet bang voor de dood.
Het is mooi geweest; aanvaard wat is.
Ik mag nu engel zijn, een engel voor elk van jullie.


Getuigenis van Claire:

Liefste Mieke,
We willen graag je leven vieren.
Je hebt het intens geleefd.

Ik leerde je kennen als een ondernemende vrouw,
een loyale vriendin, bezielde muzikante en toegewijde leerkracht
en als iemand die bruiste van levensenergie.

Je werd ziek
en naarmate je moest loslaten
deed je dit met steeds meer overgave en vertrouwen.
En in de plaats kwam iets heel mooi.
Je noemde het ‘de ervaring van Gods oneindige liefde’.

Je maakte ons deelgenoot, je onthulde en liet ons meeproeven…
Je getuigde van deze liefde door wie je was en door hoe je je verhield.
Omdat je echt contact maakte met mensen vanuit je hart,
Omdat je het leven en het universum naar waarde schatte.
Je ging voor kwaliteit. Tegelijk kon je jezelf relativeren en je leven in een ruim perspectief zien.
Omdat je gul en genereus bleef voor ons, ondanks jouw pijn en verlies.
Omdat je met deemoed je lot droeg.
Omdat Geert en jij zichtbaar met iets heel groots bezig waren/zijn :
Geert was jouw engel – nu ben jij haar engel.
Omdat je familie en vrienden wist te binden en verbinden.
Omdat je van mensen houdt.
Dank je Mieke om te getuigen van Gods liefde.
Je bracht ons bij het wezenlijke en maakte ons bewust.Ik zal onze gesprekjes missen.
Ik mis je hartelijkheid, je empathie, je humor, je speelsheid en je liefde.

We namen stilaan afscheid
en ik troostte me luidop met de gedachte dat je me na je dood zou blijven inspireren en steunen,
waarop jij hier aan toevoegde: ‘ik wil gids zijn van alle mensen die ik ken, want ik hou van alle mensen’.

Liefste Mieke, lieve schat,
Ik voel je. Je bent heel nabij.
Je bent onze engel.


Getuigenis van broer Marc:

Lieve Mieke,
Zo mooi lag je daar te slapen maandag.
Zo rustig, zonder pijn, zonder krampen, weg die misselijkheid.
Eindelijk die vreselijke ziekte overwonnen!
Zoveel vrede in je ontspannen gezicht. Vrede na twintig jaar vechten.
Vechten tegen elke dag opnieuw wat minder kunnen.
Vechten om er telkens opnieuw het beste van te maken,
voorbij de beperkingen te zien en te leven, van betekenis te zijn voor anderen.
Jij hebt gevochten als geen ander, je hebt letterlijk alles gegeven wat je in je had.
Hoe schoon ben je van ons weggegaan.
Stil en beslist. Waardig voor jezelf gekozen. Waardig los gelaten.
Je bent vertrokken zoals je geleefd hebt: bewust,
in overeenstemming met je geloof, met je liefste heel dichtbij.
“Het is goed” heb je gezegd, “het is goed” en je bent zacht vertrokken.
Overgegaan naar die andere wereld, de wereld van ons vader.
Toen je me ’s morgens nog even opbelde om jouw beslissing mee te delen,
heb ik nog eens kunnen zeggen wat je voor mij betekent,
hoe zeer ik jou zal missen.
Je hebt me gerust gesteld, zo was je nu eenmaal.
Al ben ik aan de overkant, zei je, ik zal er nog zijn voor jou als jij dat toelaat.

Mieke, jouw geloof is niet het mijne,
maar ik weet zeker dat je nog bij mij blijft. Bij ons blijft.
In mij blijf je leven om de kwajongen die je was,
om het heel erg gevoelige in jou, om je vechtlust in hele moeilijke tijden,
om je gedreven bezig zijn met schoonheid, de schoonheid van muziek,
om je zoektocht naar het echte, het ware, om de manier waarop je kon lachen, ook met jezelf, om je betrokken zijn op zoveel mensen,
om je vermogen mensen rondom jou te houden,
ook al kon je aan zoveel niet meer deelnemen.
Ik heb jou daarvoor bewonderd.

Als oudste broer wil ik al de mensen die Mieke jarenlang
gesteund en ondersteund hebben heel graag bedanken.
Samen met Geert hebben jullie Mieke gedragen, haar pijn verlicht,
haar leven betekenis en kwaliteit gegeven.
Maar misschien zal u denken zoals ik:
eigenlijk heb ik meer gekregen dan gegeven,
want telkens ik bij Mieke langskwam, nam ik iets mee naar huis:
een goed gesprek, haar aandacht voor wat me bezig hield,
moed om verder te gaan in mijn eigen leven, een gezellig ontbijt,
een weeral verloren scrabblespel, de voldoening voor haar iets te kunnen betekenen, …
Lieve Mieke, om al dit blijf je bij mij, een leven lang.

------