------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




30 december 2007:

Feest van de heilige familie

Herman Wouters

Inleiding

We vieren vandaag het feest van de heilige familie en de lezingen van vandaag doen ons nadenken over onze persoonlijke houding tav de familie(s) waarin wij leven. In het evangelie wordt verwezen naar het pas gestarte kleine gezin van Jozef en Maria en over hoe God via zijn engel over hen waakt;

Ik wil met jullie mijmeren over deze teksten en jullie wat van mijn associaties voorleggen. Tot wat deze teksten me oproepen. Kan ik daaraan beantwoorden in de volgende feest en familiedagen? Wat heb ik bij te schaven en te veranderen om meer evangelisch te leven?
De enige reden om dat te doen en daar bij stil te staan, vind ik bij Paulus in de eerste lezing waar hij tot de gemeente van de Kolossenzen spreekt: “Jullie moeten dat doen omdat God u heeft uitgekozen omdat jullie – wij die hier zitten – zijn heiligen zijn.”

1ste  Lezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirah 3, 2-6, 12-14

2de  Lezing  Kolossenzen 3, 12-21

Vanmiddag hebben we met mijn familie, de familie Wouters, ons jaarlijks Kerstfeest in zaal Pavo. Vorig jaar is het niet door gegaan, maar nu nemen we de draad terug op. We zijn grote familie en ik denk dat we de problemen hebben van elke familie. Er zijn de toffe dingen en de vreugde van elkaar - eens per jaar allemaal samen - terug te zien. Maar er zijn ook de moeilijkheden, de verstarde relaties, al jarenlang, de woordenwisselingen waardoor we zo vaak in dezelfde voorspelbare negatieve gemoedsgesteltenis geraken. Dat maakt ons triestig.

In de eerste lezing zegt Jezus Sirach me: “Herman wees je vader op zijn oude dag tot steun en doe hem geen verdriet zolang hij leeft. Als zijn verstand hem verlaat, heb dan begrip voor hem. Jij die nog al je kracht hebt mag niet op hem neerzien. Als je je over je vader ontfermt, wordt dat niet vergeten”

En Paulus zegt me: “Vanmiddag moet je innig met de familie meeleven. Niet zo maar gewoon meeleven, neen innig meeleven. En het “innig meeleven” is zeker geen talent van me of mijn natuurlijke houding. Je moet goed zijn, bescheiden, zachtmoedig en de andere geduldig verdragen en die verwijten – ook die terechte, die  objectief juiste, waar ik 200 % gelijk heb – ook die moet je vergeven. En als je elkaar te vermanen heb – en ook dat meen ik af en toe te moeten doen  - doe dat dan in wijsheid.”

En als je een vader bent  - en ik ben een vader – vit dan niet op je kinderen “je hebt weer vannacht de lichten laten branden toen je weer zo laat thuis kwam, als je vroeger beter gestudeerd had, dan zou je nu wel een goed werk hebben,  kom je weer op onze kap mee-eten,”…. Paulus zegt:  “Vaders vit niet want dat maakt je kinderen moedeloos.”

Ik dacht dat mijn bijdrage voor het feest vanmiddag zou volstaan met de gewone dingen: de zaal reserveren, koffie maken, broodjes te bestellen,… Maar dit is een oproep van een ander niveau.

Beste filosofenfontein, misschien hebben jullie ook nog familiefeesten voor de boeg. Kunnen we niet samen proberen om daar bewuster met een evangelische ingesteldheid naar toe te stappen? Het volstaat om – net voor het volk toekomt –  even kort stil te houden en het kompas goed te zetten. Het lijkt me een soort wilsact: onszelf in handen pakken, een “komaan” en onszelf op een meer evangelisch niveau zetten, om zo meer te beantwoorden aan ons ideaal van christen.

Maar er is meer. We moeten ons in het evangelisch leven niet steeds zelf aanporren. Soms lijkt het alsof plots een Ander een gedachte in ons hart legt. Ik denk dat iedereen zulke momenten van “inspiratie” heeft of hoe je dat ook noemt. Het lijkt dan alsof een engel van God in je binnenste suggereert wat je moet doen. Luisteren we eerst naar de evangelielezing en naar hoe Jozef daarmee omgaat

Evangelie Matteus,2, 13-15,19-23

De tekst uit het evangelie beschrijft de nogal belangrijke dialoog die er in de Heilige familie van Jozef en Maria bestaat met de engel van de Heer. Het doet hen besluiten om te vluchten en om terug te keren eens Herodes gestorven is. Uiteindelijk wijkt het gezin uit naar Galilea en zo gaat in vervulling wat door de profeten was gezegd.

Ik denk dat we zowel in ons persoonlijk leven als in ons familieleven  naar de inspiraties van boven moeten luisteren . Als we daar naar handelen gaan er soms dingen in vervulling door anderen voorzegd. Je speelt dan mee in een spel dat groter is dan je zelf vermoed.

Bujumbura – één maand geleden - zaterdagavond 1 december

Voor mij zitten en staan op een kleine binnenplaats een vijftigtal straatjongeren, allemaal jongens. Gaston, een Burundese vriend, vangt hen op in zijn huis in Bujumbura. Hij heeft een slaapzaal voor hen gebouwd. De jongeren hebben eerst gedurende enkele maanden een vorming automechaniek gevolgd en zijn nu in de hoofdstad om stage te lopen in verschillende garages. Gaston heeft hen echt van de straat opgeraapt. Het zijn thuislozen met soms erge misdrijven op hun kerfstok, waarvoor men hier zeker naar Everberg of naar de gevangenis zou vliegen. Enkele jaren geleden heeft Gaston zijn autohandel opgegeven om dit sociale project te beginnen. Hij heeft zich daar met zijn hebben en houden en met zijn familie – Gaston heeft 3 jonge kinderen -in geëngageerd met een ongelooflijk geloof, waar ik als Europeaan met grote ogen naar kijk. Hij krijgt de laatste twee jaar af en toe langs verschillende wegen hulp oa via een project van de Belgische Ambassade. Voor voedsel (rijst, bonen en palmolie) kon hij rekenen op steun van het wereldvoedselprogramma.

Gaston nodigde me die zaterdagavond uit op een contactmoment met zijn jongeren. Hij hield zelf een kort inleidend woordje – Afrikaans kort is wel wat langer dan bij ons –  en hij sprak over het feit dat de jongens echt voor elkaar zorgden. Hoewel ze geen natuurlijke familie meer hadden, zijn ze met elkaar een hechte familie geworden.

Dan roept hij wat luider: “Wie herinnert de naam van Herman ‘Wutters’ van één jaar geleden, lève les mains?” De grote meerderheid steekt een arm  de lucht in. “Qui se souvient - Wie herinnert er zich dat we vorig jaar al 3 dagen aan het bidden waren om eten en dat ons gebed verhoord werd?”

Vorig jaar december was er inderdaad een probleem met hun voedselvoorraad. Omdat het jaar ten einde liep was het onduidelijk of het wereldvoedselprogramma - dat eigenlijk alleen maar noodhulp in crisisgebieden geeft - nog verder rijst en bonen zou leveren. De voorraad was begin december op geraakt en men had niets meer te eten. Gaston had me dat in die periode via een mail laten verstaan, maar er onmiddellijk bijgevoegd dat ze “vertrouwden op God en dat er wel een oplossing zou komen.”

Ik was ondertussen een beetje geld aan het sparen - van lezingen en zo - om toch ooit eens samen met An in Burundi te geraken. Nu eens niet om er veertien dagen te gaan meewerken maar gewoon op bezoek. De zusters van het gehandicaptencentrum – waar ik al enkele jaren met Artsen zonder Vakantie naar toe ga - en ook Gaston hadden me overtuigd dat te doen. Ze zegden dat dat nuttig besteed geld was. En ik had inderdaad op een aparte rekening al een - naar onze normen -  klein bedrag. Maar in Burundi is één euro 20, 30, 40 x meer waard

Op een zondag net na een viering in de Filosofenfontein – december vorig jaar dus – kwam er  bij An en mij toch wat een wrang gevoel bij de gedachte dat we zelf voor zo’n reis zaten te sparen terwijl Gaston daar geen eten had. Noem het een inspiratiemoment, een stem van een engel, een plots opkomende appel. We hakten snel de knoop door en ik belde nog voor het middageten naar de GSM van Gaston om hem te zeggen dat we het gespaarde bedrag zou laten doorstorten zodat hij daarmee voedsel kon kopen. Gaston reageerde op mijn telefoon heel verheugd met: “Dieu soit loué” . Hij zegde dat ze op datzelfde moment met de jongeren in een kring zaten te bidden voor een oplossing.

Toen voelden we even aan dat we meespeelden in een groter spel, dat we ons kleine stukje deden maar dat de gevolgen groter waren dan we vermoedden. Misschien was het de engel van de God die over de familie straatkinderen in Bujumbura waakte, die deze inspiratie op dat moment in ons hart legde.

Ik denk dat we er als christenen goed aan doen om naar dat soort dingen, wanneer ze in ons hart op komen, te luisteren. Wat we dan doen, telt mee in een groter geheel bestuurd door boven, door God, door de goedheid, de solidariteit, de opbouw van verbondenheid tussen mensen, de heilige mensenfamilie… noem het zoals je wilt: er zijn zoveel namen voor.

------