25 november 2007: 34° zondag
Christus Koning (Lc. 23, 26-43)
Gerlinde Doyen
Vandaag is het de laatste
zondag van het Kerkelijk Jaar en vieren we het feest van Christus
Koning. Dit feest werd voor het eerst afgekondigd door paus
Pius XI in 1925. Het feest stamt uit de tijd waarin de christelijke
kerk regeerde in het Westen. Het was een periode van christelijk
imperialisme, een heersende kerk. Christus Koning werd op
een triomfalistische manier gevierd door marcherende en zingende
chiro-jongeren. Christus was op dat moment een strenge koning,
uitgebeeld met mijter en staf. Vandaag is de christelijke
kerk, zeker in België, een minderheid. Automatisch krijgt
het feest van Christus Koning iets veel bescheidener. Jezus
is geen heersende koning maar een dienende koning. In de evangelielezing
van vandaag hangt Jezus naakt en kwetsbaar aan het kruis.
Terwijl Jezus op Palmzondag nog werd bezongen en geëerd, wordt
hij nu door bijna iedereen in de steek gelaten. En de boodschap
van de lezing is niet dat Jezus koning is ondanks het lijden
en sterven, maar juist door het lijden en sterven.
Zoals Marcel vorige week
aangaf, verwijzen de teksten van deze laatste zondagen van
het jaar naar de eindtijd. Ze leren ons meteen welke houding
we moeten aannemen terwijl we ons klaarmaken voor de Advent
en de geboorte van de Messias. Kijken we uit naar de geboorte
van de Messias als naar de sterke leder die al onze samenlevingsproblemen
moet komen oplossen? Of zijn we cynisch geworden en denken
we: och, elk jaar opnieuw wordt het kerstmis en de ellende
blijft gewoon doorgaan? Welke houding zouden we moeten aannemen
opdat kerstmis werkelijk iets in ons teweeg kan brengen?
Marcel gaf ons vorige week
aan dat het vertrouwvol geloven een eerste voorwaarde is.
Anders dreigen we in de ellende om ons heen, de schouders
te laten zakken. Gefrustreerd door zoveel onmacht zouden we
zonder vertrouwen de moed opgeven. De lezing van vandaag geeft
ons een volgende hint: van wat voor Koninkrijk is Jezus koning?
En hoe realiseren we dit Koninkrijk?
Inleiding op de evangelielezing
Jezus wordt naar de plaats
gebracht waar hij gekruisigd zal worden. De meeste religieuze
leiders, Romeinse soldaten en één van de twee moordenaars
die naast hem worden gekruisigd, bespotten Jezus. Als je dan
toch Koning van de Joden bent, Zoon van God, red dan jezelf!
Vrouwen bij de omstanders wenen omdat Jezus wordt gekruisigd.
Jezus antwoordt hen: jullie wenen, omdat jullie niet inzien
dat de Messias moet sterven. Maar o wee, als in de eindtijd
Jerusalem zal vernietigd worden, dan zullen jullie smeken
om te mógen sterven, dan zouden jullie willen dat de berg
op jullie valt om verlost te zijn van jullie lijden. Jullie
lot zal zo vreselijk zijn dat jullie wensten dat jullie geen
kinderen hadden. Want ook de kinderen zullen niet gespaard
worden. Ween dus niet om mij, maar om het volk dat mij niet
erkend heeft en daarom vernietigd zal worden. Als God zelfs
zijn eigen Zoon niet redt van de kruisdood, dan zal hij het
zondige volk zeker niet ontzien.
In heel de menigte die
Jezus ofwel bespot ofwel compleet ontredderd onder het kruis
staat, is het een moordenaar die als eerste inziet dat de
schrift in vervulling gaat en dat de dood van Jezus niet het
einde van alles is. Tot op het kruis zien we dat het de marginalen
van de samenleving zijn die Gods bedoeling inzien en respect
tonen.
Evangelie: Lc.23,26-43
Homilie
Op welke manier kan deze
evangelielezing ons iets leren over Jezus als Koning en de
manier om dit koninkrijk te realiseren? Twee bedenkingen:
Een eerste bedenking:
Lucas geeft de verschillende spelers een rol in de evangelielezing.
Met wij kunnen wij ons vereenzelvigen? Of beter, herkennen
we in die spelers niet een aspect van onszelf? Zijn wij soms
niet de mensen die op afstand staan te kijken naar het tafereel
en blij zijn dat we ons niet te dicht in de kringen van die
revolutionair gewaagd hebben? We hadden even hoop maar zien
dat het op niets uitdraait en doen gewoon verder met ons leven.
Zijn we op andere momenten
niet de Romeinse soldaten die geloven dat de beste
samenlevingsvorm een rechtstaat is met rechten en plichten
en met voldoende sancties en dreigingen om de menselijke neiging
tot dissident gedrag te straffen en bij te sturen? Langdurig-werklozen,
illegalen, die passen niet goed in het plaatje en worden in
het beste geval getolereerd. Meer blauw op straat, nul-tolerantie,
discipline zullen veel van de hedendaagse samenlevingsproblemen
oplossen.
Zijn we soms ook niet de
schriftgeleerde? In het diepst van onszelf denken dat
we dat we wel weten hoe het allemaal beter zou kunnen zijn,
maar we brengen deze ideeën en idealen niet in de praktijk?
We kennen de bijbel, de parabels, de oproep van Jezus, maar
wat doen we er mee? Terwijl iedere parabel, iedere psalm verrassend
zou kunnen en moeten zijn, actualiseerbaar in verschillende
contexten, hebben we het gevoel dat we het al kennen. Het
raakt ons niet meer.
Op andere momenten zijn
we de moordenaar naast Jezus die verbitterd is door
alles wat we meegemaakt hebben, ons erbij neergelegd hebben
dat de mens van nature egoïstisch is en dat de machtige groepen
in deze wereld de touwtjes in handen hebben en altijd zullen
hebben. We geloven er allemaal niet meer in. Kom dan van het
Kruis als je de Messias bent!
Soms zijn we wel geraakt
maar zijn we als de vrouwen die staan te wenen onder
het kruis, compleet ontredderd door zoveel verdriet en ellende
om ons heen en zo hard ontgoocheld omdat de goede initiatieven
die door mensen genomen worden, ook weer doodbloeien.
Lucas roept ons op om te
zijn zoals de ‘goede moordenaar’. Deze man heeft berouw
voor zijn daden en vertrouwt op God. Hij ziet in dat Jezus
inderdaad Koning is, geen machtige koning die zichzelf van
het kruis haalt en zijn vijanden met geweld vernietigt. Jezus
is een Koning omdat hij zo trouw blijft aan zijn eigen oproep
om op God te vertrouwen en je vijanden lief te hebben. Als
alle mensen als Simeon, Jezus kruis zouden opnemen en Hem
volgen, dan zou de wereld er anders uitzien.
Tweede bedenking:
Daar waar organisaties of samenlevingen met moeilijke dilemma's
zitten, kiest men voor een sterke leidersfiguur die knopen
doorhakt, keuzes maakt en daarbij onvermijdelijk ook mensen
tegen de borst stoot. Deze mensen dragen de verantwoordelijkheid,
worden er dik voor betaald en krijgen de verwijten voor alles
wat er fout loopt.
Ook het volk van Israël
was op zoek naar een sterke leider die hen zou verlossen van
die lastige en heidense Romeinen. Men zag uit naar een koning
zoals de grote Koning David, die zijn land bevrijd had uit
de macht van de Filistijnen. Of naar een wijze koning als
Salomo. En dan komt Jezus, uit het koningsgeslacht van David.
Hij doet profetische tekenen en het volk ziet in Hem de langverwachte
koning. Maar wat een anticlimax bij zijn gevangenneming. Van
een koning wordt verwacht dat hij zich verdedigt met soldaten,
dat hij gekleed is in dure gewaden, de bezetter zou verslaan,
macht, aanzien, status heeft, geweld gebruikt. Jezus hangt
beroofd, naakt, gemarteld, veroordeeld en machteloos aan het
kruis.
Jezus is zijn hele leven
een dienaar geweest voor eenvoudige en uitgestoten mensen.
Hij wast de voeten van zijn apostelen, verdedigt de overspelige
vrouw, de arme weduwe. Dat hij tot zijn dood blijft vertrouwen
op God en zichzelf niet probeert te redden, wijst erop dat
hij Zijn boodschap tot het bittere einde wil overdragen. Jezus
roept de mens op tot liefde, en echte liefde gebruikt geen
macht om te overtuigen maar nodigt uit. Jezus als koning aanvaarden
kan niet opgelegd worden. Het kan alleen uit vrije wil. Jezus
bevrijdt ons niet 'aan de buitenkant' van verkeerde machtsverhoudingen,
ziektes, terreur. Het is enkel daar waar mensen 'aan de binnenkant'
bevrijd worden, omdat ze geloven in liefde en inzet voor elkaar,
dat Gods Rijk tot stand komt. En, daar geloof ik toch in,
vertrouwen en 'bevrijding aan de binnenkant', helpt ook om
veranderingen te kunnen realiseren 'aan de buitenkant'. Het
Rijk van God begint daar waar mensen niet alleen voor zichzelf
leven maar ook voor anderen. Dat is de boodschap van hoop
bij de lezing van vandaag.
|