|
22 oktober 2006: 29e zondag
Navolgen van Jezus
Rik Nuytten
Openingslied: Nr.
7: “Zomaar een dak”
Begroeting:
Goede morgen beste mensen,
Hebt U ook al eens meegemaakt
hoe in een gesprek iemand er helemaal naast zit en dan op
die verkeerde gedachte voort gaat? Hoe vervelend dit kan
zijn? Soms gebeurt het dat iedereen mekaar aankijkt, de
schouders ophaalt en het maar laat gebeuren. Nog vervelender
wordt het wanneer de persoon die verkeerd bezig is geleidelijk
beseft dat hij of zij fout zit, en dan onhandige pogingen
doet om weer op goede spoor te landen. Als het jezelf overkomt
kan je wel door de grond zinken van schaamte, gebeurt het
aan een ander, dan heb ik meestal een gevoel van plaatsvervangende
schaamte en meevoelen.
In het evangelie van vandaag staat ook een gelijkaardige
situatie. Het is een uittreksel uit Marcus. Dit blijkt dat
een standaard methode van Marcus. Bij hem zijn de twaalf
niet de toekomstige leiders van de kerk, maar zijn zij het
klankbord die vaak de woorden van Jezus verkeerd verstaan
en er verkeerd mee omgaan. Bij Marcus lijkt het alsof Jezus
niet begrepen wordt, dat de toehoorders niet snappen dat
Hij zal lijden en dat het zijn weg is om zich aan dat lijden
over te geven. In de context van die tijd werd de Messias
gezien als een koninklijk, krachtig figuur die met vlammend
zwaard, militaire macht, pracht en praal, het koninkrijk
van God zou vestigen. De leerlingen vermoedden wel dat Jezus
er iets mee te maken had, maar ze konden hem niet plaatsen
in het Messiaspatroon dat het hunne was. Zij begrepen het
niet. Jezus sprak over lijden en vernedering. Dat paste
al helemaal niet in het plaatje! De misverstanden bij Marcus
zijn dus te verklaren. Hij stelt de leerlingen menselijk
voor, met menselijke fouten, met de common wisdom
van hun tijd. Het is pas veel later dat hun ogen open gaan.
Er wordt aangenomen dat Marcus zijn evangelie in Rome geschreven
heeft, tijdens of kort na de vervolging door Nero. Dat helpt
om de lezingen beter te begrijpen.
Ik zou de viering van
vandaag willen gebruiken om over deze teksten na te denken.
Vooral de vraag wat het eigenlijk betekent Jezus te volgen
houdt mij bezig. Jezus spreekt over lijden, hoe vertaal
je dat voor ons? Is wat Jezus zijn leerlingen dure
de comprenure voorhoudt ook geldig voor ons? Of anders gezegd,
hoe moeten we dat vertalen voor mensen van de 21° eeuw,
met onze common wisdom en ons begrijpen?
Laten we bij het begin
van de viering eerst stil maken in onszelf.
Kyrie: Nr. 416: “Wat
ik gewild heb”
Openingsgebed:
Heer,
Die ons geroepen hebt,
Nog altijd ons zoekt,
Ons aanziet en wil kennen:
Blijf naar ons vragen.
Als wij niet horen,
Vluchten in zwijgen, -
Noem onze naam,
Noem ons uw geliefde:
Blijf naar ons vragen.
Die aan ons vasthoudt,
Ons leven ten goede:
Sta ons voor ogen.
Doe ons elkaar zien zien,
Zoals Gij ons ziet:
Sta ons voor ogen.
Die ons geroepen hebt,
Hoor ons gebed.
Amen. (Sytze De Vries, Bij gelegenheid,
deel I, 2005)
Inleiding op het Evangelie:
Ik heb het in de inleiding
reeds aangehaald dat Marcus zijn evangelie schreef in Rome
tijdens of na de vervolging door Nero. Er zijn een paar
opvallende kenmerken aan dit evangelie. Eerst en vooral,
het gaat vooruit! Jezus is in beweging, als je de tekst
bekijkt valt het echt op! Bij nader toezien blijkt ook dat
het evangelie mooi gestructureerd is, gecomponeerd. Marcus
heeft er niet met zijn klak naar gesmeten! Zo zijn er drie
lijdensvoorspellingen, iedere keer meer expliciet en duidelijker
dan de vorige. De laatste voorspelling, die ook de eigenlijke
lezing is van vandaag, gebruikt bijna letterlijk woorden
die ook in het lijdensverhaal voorkomen. Daarenboven hebben
de drie lijdensvoorspellingen een gelijke structuur. Eerst
komt de voorspelling, daarna komt het misverstand met de
leerlingen en tenslotte volgt de uitleg door Jezus.
Voor de lezing heb ik
de drie voorspellingen na elkaar gezet. Ik stel voor om
er nu naar te luisteren. Let op de driedelige structuur
van iedere voorspelling en ook hoe de voorspelling steeds
explicieter wordt.
Evangelie
Marcus 8, 31-35 Eerste
lijdensvoorspelling
Hij begon hun te leren
dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de
oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden
verworpen zou worden, en dat hij gedood zou worden, maar
drie dagen later zou opstaan; Hij sprak hierover in alle
openheid. Toen nam Petrus hem apart en begon hem fel terecht
te wijzen. Maar hij draaide zich om, keek zijn leerlingen
aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga
terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil,
maar alleen aan wat de mensen willen.’
Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en
zei: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen,
zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen. Want
ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen,
maar wie zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie,
zal het behouden.
Marcus 9, 30-37 Tweede
lijdensvoorspelling
Ze vertrokken uit die
streek en reisden door Galilea, maar hij wilde niet dat
iemand dat te weten kwam, want hij was bezig zijn leerlingen
onderricht te geven. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon
wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden,
maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ Ze begrepen
deze uitspraak niet, maar durfden hem geen vragen te stellen.
Ze kwamen in Kafarnaüm.
Toen ze in huis waren, vroeg hij hun: ‘Waarover waren
jullie onderweg aan het redetwisten?’ Ze zwegen, want
ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie
van hen de belangrijkste was. Hij ging zitten en riep
de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste
wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders
dienaar.’ Hij pakte een kind op en zette het in hun midden
neer; hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen hen: ‘Wie
in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij
op; en wie mij opneemt, neemt niet mij op, maar hem die
mij gezonden heeft.’
Marcus 10, 32-45 derde
lijdensvoorspelling
Ze waren onderweg
naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit; de leerlingen
waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren bang.
Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat hem zou
overkomen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon
zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden,
die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren
aan de heidenen. Ze zullen de spot met hem drijven en hem
bespuwen en hem geselen en doden, maar na drie dagen zal
hij opstaan.’
Jakobus en Johannes,
de zonen van Zebedeüs, kwamen bij hem en zeiden: ‘Meester,
we willen dat u voor ons doet wat we u vragen.’ Hij vroeg
hun: ‘Wat willen jullie dan dat ik voor je doe?’ Ze zeiden:
‘Wanneer u heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts
van u zitten en de ander links.’ Maar Jezus zei tegen hen:
‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker
drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik
moet ondergaan?’ ‘Ja, dat kunnen wij,’ antwoordden ze. Toen
zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen de beker drinken die
ik zal drinken en de doop ondergaan die ik zal ondergaan,
maar wie er rechts of links van mij zal zitten, kan ik niet
bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie ze zijn
bestemd.’
Toen de andere leerlingen hiervan hoorden, werden ze woedend
op Jakobus en Johannes. Jezus riep hen bij zich en zei tegen
hen: ‘Jullie weten dat de volken onderdrukt worden door
hun eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken.
Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste
wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie
de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want
ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden,
maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor
velen.’
Lied: Nr. 630: “Al
wat een mens te kennen zoekt”
Homilie:
Zoals ik eerder zei,
begrijpen de leerlingen bij Marcus Jezus vaak verkeerd.
Het is eigenlijk heel menselijk, plastisch beschreven. Je
kan je het zo voorstellen: Petrus die Jezus opzij neemt
om hem wat goede raad te geven, of de leerlingen die ruzie
maken over de postjes in het latere rijk van God, of de
twee broers die apart of Jezus afkomen om een woordje te
doen over een goede positie. En als de anderen erachter
komen en er kwaad over zijn! Ze snappen echt niet wat Jezus
bedoelt met zijn lijdensvoorspellingen. Slechts twee keer
in heel het Marcus evangelie wordt Jezus erkend voor wat
Hij is: Eén keer door Petrus die Hem erkent als de levende
zoon van God en nog eens, na zijn dood op het kruis, door
de honderdman.
Ieder keer dat Jezus uitlegt geeft, heeft Hij het over dienstbaar
zijn, over zijn lijden opnemen, over zijn leven geven als
losgeld voor velen.
Hoe moet je dit verstaan? Vraagt Jezus van de mensen een
offer? Is God een God die eist dat mensen een constante
aanvoer van offergaven verzorgen? Ik dacht dat dit een heidense
gedachte was, die juist door het jodendom en door Jezus
werd overstegen. Of heeft het met een lijdensmystiek te
maken zoals dat leefde in de middeleeuwen en een hele tijd
erna? Deze lijdensmystiek zindert soms nog na in sommige
preken en stichtelijke geschriften.
Ik denk dat het over iets anders gaat. Ik denk dat Jezus
het hier heeft over trouw aan jezelf, trouw aan je diepste
overtuigingen en bereid zijn om daarvoor the lijden. Jezus
heeft het over dienstbaarheid, authentiek jezelf zijn in
dienst van de medemens. Het betekent ook dat je bereid bent
om daarvoor het conflict aan te gaan, en conflict brengt
lijden met zich mee. Jezus zelf heeft dit voorgeleefd tot
het extreme uiterste: Hij bleef trouw aan zichzelf en zijn
missie, en betaalde daarvoor de ultieme prijs, zijn leven.
De volgende vraag wordt hoe je dit vertaalt voor ieder van
ons, in ons leven van iedere dag. Voor mij betekent het
dan dat wij, in onze eigen situatie, trouw moeten blijven
aan onszelf, niet toegeven aan druk van mode of omgeving
(zou dit “bekoring” zijn?) maar authentiek en dienstbaar
in het leven staan. Ik denk dat dit iets is wat wij wel
kunnen in de praktijk brengen. Ik denk dat dit een haalbare
kaart is. Ik denk dat dit kan in het beroepsleven. Is dit
geen goede raad om om te gaan met de druk om iets minder
ethisch te zijn? Geldt dit ook niet voor de opvoeding? Is
opvoeden niet proberen om kinderen te leren zichzelf te
zijn, te leren weerstaan aan de druk om toch maar toe te
geven, ook als het eigenlijk minder netjes is?
De zonen van Zebedeus vroegen om links en rechts van Jezus
te mogen zitten in zijn rijk. Dit zijn normaal de plaatsen
van de troonopvolger en van de moeder van de koning. Bij
Jezus zitten de armen en de zwakken aan de linker en rechterhand
van God. Ik denk dat de kern van de navolging van Jezus
precies dit is: nederig, dienstbaar en rechtlijnig in het
leven staan en bereid zijn om daarvoor te lijden. Niet omdat
je moet lijden om in het Rijk van God te komen, maar omdat
lijden een integraal deel is van het authentiek zijn en
blijven. En dat is wat Jezus ons geleerd heeft en wat ons
maakt tot zijn volgelingen. Het gebeurt met vallen en opstaan.
Ik vind de inspiratie van Jezus een krachtige stimulans
om het te blijven proberen. Amen
Offerande - Muziek
: (Quinten)
Canon
Onze Vader
Communie
Slotlied: Nr. 653:
“Zij die stom zijn”
Voorbede: (Fons)
Elke dag komen op de
kusten van de Canarische Eilanden in gammele bootjes migranten
uit Senegal toe.
Het verhaal aan de andere kant --waarom wagen deze Senegalezen
hun leven om het geluk in Europa te zoeken -- is minder
bekend.
Radiojournaliste Katrien Vanderschoot en tv-journaliste
Greet Pluymers trokken naar Senegal op zoek naar het verhaal
van de migranten. Voor vrtnieuws.net hielden ze een dagboek
bij. Interessant om te lezen en om te weten. Maar veel
hebben we er in de media niet van gehoord. Ik herinner
me één bijdrage op 'Voor de dag'.
Over het verhaal van de adoptie van de kleine David Banda
uit Malawi door Madonna hebben we deze week wél veel gehoord.
Er was oa de reportage van de BBC die de vader aan het
woord liet. En op vrijdag haalde het verhaal bij ons zelfs
de krantencommentaren. Madonna kreeg hier, ietwat onverwachts,
de steun voor haar adoptie van Frans De Smet in het Nieuwsblad.
Het roept bij mij allemaal heel veel vragen op:
- Waarom is er zoveel meer aandacht in de media voor wat
eigenlijk een 'fait divers' zou moeten zijn? De problematiek
van de Afrikaanse vluchtelingen is toch een van de meer
fundamentele problemen in onze samenleving?
- Waarom krijgt deze adoptie door Madonna de steun van
Frans De Smet in het Nieuwsblad? Waarom wordt niet
eerder, en telkens weer, de vraag gesteld hoeveel kinderen
in Malawi, in een voor hen vertrouwde omgeving, kunnen
geholpen worden met het fortuin van de rijke superster?
- En ja, ... waarom wagen deze Senegalezen hun leven om
het geluk in Europa te vinden?
Laat ons de moed en durf hebben om dergelijke vragen te
blijven stellen! Ook al weten we dat het antwoord niet
eenvoudig te geven is. Maar ook als we het antwoord eigenlijk
kennen, maar het misschien niet graag horen. Laat ons
toch steeds weer deze vragen stellen en niets vanzelfsprekend
vinden.
Gij zijt de bron, God
Die door Christus in ons wordt geslagen
Gij zijt de bron
Die met U zelf ons laaft,
Die in het dorre zand
Én in de harde rots
Ontspringt.
Gij zijt ons leven zelf,
Gij lest de dorst
Van wie oprecht U zoeken.
Gij zijt ons
Louter lafenis.
Ontspring dan
Telkens weer
In wat wij zeggen,
Zingen, bidden.
Wel in ons op
als vreugde, die
ook onze droogte overwint.
Geef ons te drinken
Van U zelf
Door Jezus Christus, onze heer.
Amen. (Sytze De Vries,
Bij gelegenheid, deel I)
Mededelingen, Zegen
en wegzending:
Muziek
|
|
|