21 mei 2006:
Viering 30 jaar Filosofenfontein
Als
ranken aan de wijnstok met elkaar verbonden
Kris Gelaude
Begroeting
Van harte welkom aan u
allen,
met deze gemeenschap verwant en vertrouwd.
Maar minstens zozeer welkom aan ieder van u
die misschien voor het eerst de weg naar hier gevonden heeft.
Laten we ons in het licht van deze dag
keren naar Hem die we Vader noemen, Zoon en h. Geest.
Als veelstemmige gemeenschap voegen wij ons
bij de veelstemmigheid van het licht.
Dat doen we al zingend:
Lied
nr. 504: “Lied aan het licht
Inleiding
Filosofenfontein…
De naam van een domein dat veel ouder is dan onze herinnering.
Een Dominikaanse plek, waar de bron nog altijd blijft borrelen.
Het trefpunt van een kapelgemeenschap die reeds meer dan 30
jaar bestaat.
Een wijkplaats vaak voor zoekende mensen.
Een bloesemende kerk vanuit de basis, waarin Marcel 30 jaar
reeds een verankerde, bezielende kracht is…
Een oord met een geschiedenis dus.
Maar minstens zo belangrijk is dat het ook een verhaal
van vandaag is.
Zo’n verhaal van een volk onderweg – met zijn wortels in die
oude, joods-christelijke traditie - is moeilijk denkbaar
binnen de marge van veilige voorschriften of volgens een opgelegd
patroon. Er moeten permanent ervaringen en inzichten kunnen
aan toegevoegd worden. Wat levengevend wil zijn, kan niet
vooraf uitgetekend worden. Het zijn veeleer de eigentijdse
vragen en gebeurtenissen, de noden die zich aandienen, dat
waar mensen zelf toe oproepen, die ons daarbij tot wegwijzer
horen te zijn. Dat is wat hier gebeurt. Zo alleen kunnen we
waakzaam blijven in deze niets ontziende wereld. Zo alleen
kunnen we aan de stroom van ‘leven voor allen’ bedding geven.
Dat God op deze weg nooit veraf moge zijn, daarom bidden wij :
Openingsgebed
God, nooit geziene,
niet te begrijpen, onaantastbaar,
door geen mens te benoemen.
En toch
als een minzame vriend,
soms genaakbaar nabij.
Leg uw hand op de schouder
van wie onderweg zijn.
Doortrek met uw warmte
allen die het leven liefhebben.
Wees zelf de kracht in wie
U blijven zoeken in de ander.
Gij mensenzoeker
met uw woord van licht.
Gij toekomstdroom
van voor het begin. Amen.
Toen wij met de Liturgische
Werkgroep erover zijn gaan nadenken waar we de klemtoon wilden
leggen in deze viering, werd ‘verbondenheid’ de kerngedachte.
Deze gemeenschap ontleent voor een groot deel haar overlevingskracht
aan de verbondenheid die steeds weer groeit onder de kapelbezoekers.
Maar meer nog is het voor christen gelovigen dé uitdaging,
om als verbindingsmensen in deze wereld te staan. Mensen die
ontmoeten en samenbrengen. Mensen die niet bang zijn om tegenstellingen
te integreren. Mensen die tegen alle apathie en onrecht in,
er alles voor blijven doen om het visioen van een geheelde
mensheid steeds weer te laten doorbreken.
‘Blijf in mijn liefde’ is het woord dat ons in het evangelie
van Johannes vandaag op het hart gedrukt wordt. Wij mensen
die niet kunnen leven zonder elkaar, die zonder liefde, als
een afgescheurde tak zouden verdorren, laten we als aanzet
tot dat evangelie de woorden zingen : ‘Voordat ik bomen zag/
de hazelaar in bloei en kou/ de steeneik de kastanje/ zag
ik jou’
Lied : "Van de één en de ander"
Evangelielezing : Joh. 15, 1-17
De Liturgische Werkgroep
wil sinds jaar en dag teelaarde zijn voor het leven in deze
gemeenschap. Een opdracht die soms moeilijk is af te lijnen.
En de vraag ‘Waar zijn jullie allemaal mee bezig?’ klinkt
niet onvertrouwd. Vandaag verzorgen wij als groep deze woorddienst.
(uitnodiging aan de groep om samen vooraan te komen staan)
Duiding
In de evangeliewoorden
vinden we, van godswege, een enorme toezegging van geborgenheid.
‘Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun
je vragen wat je wilt en het zal gebeuren’. Maar de ultieme
voorwaarde die aan deze toezegging voorafgaat, is wel onaantastbaar:
‘Heb elkaar lief’. De waarborg die we krijgen, staat of valt
met de waarborg die wij anderen geven. Geloven betekent geënt
zijn op een levend weefsel, om zelf levenskracht naar alle
kanten door te geven.
Verbondenheid valt dus
niet als regen uit de hemel. Ze moet altijd weer uit de aarde
opstijgen en zichtbaar worden in onze zorg en bewogenheid
om elkaar, hoorbaar in de taal die wij met elkaar spreken,
tastbaar in de standpunten die we innemen in deze wereld.
Aandacht voor de klanken en de wanklanken in onze samenleving
is onmisbaar en dient steeds weer de aanzet te worden tot
een zeer persoonlijk antwoord. Daarom zijn we met de groep
de actualiteit zoals ze in de media verschijnt gaan lezen,
om ze te verbinden met de liturgie. Een collage van gedachten,
waarmee we willen oproepen tot een ethisch-religieuze keuze.
Frank:
Vorig weekend vond het muziekfestival ‘Ten Vrede’
plaats rond de Ijzertoren in Diksmuide. Het organiserend comité
wou dit jaar zijn protest tegen de massavernietigingswapens
laten horen. De gedachten van Willem Vermandere daarbij, brachten
mijn gedachten bij de recente gebeurtenissen.
-
De
moord op Joe Van Holsbeeck, de moord op Luna en haar oppas…
-
De
aanslepende discussies rond mensen zonder papieren, enz…
Het kan een lange lijst worden, waar je hoofdschuddend
moet van gaan zitten.
In een dergelijke actualiteit
klinkt het evangelie van vandaag als een zeer sterke oproep,
om op weg te gaan om lief te hebben, tegen de stroom in. Verbonden
met God, verbonden met elkaar. De liefde is de zachte kracht
bij uitstek, die een antwoord kan zijn op de vele vragen die
in de gekke wereld van vandaag naar boven komen.
Zoals voor de eerste leerlingen
is onze eerste opdracht : ons hart oriënteren naar de
mens van elke ontmoeting. Daarom, laten wij met z’n allen
‘ten liefde’ trekken.
Lied nr. 653: “Gehoord van mensen” (strofe 1+3)
Lisette:
Elke week brengt Tine Hens het verhaal van twee
onbekende mensen.
Recent ontmoette zij Zakia Assadiki en Assia Byaa, twee vrouwen
van allochtone afkomst, maar hier geboren en opgegroeid.
Zakia en Assia voelen zich op en top Belgisch. Ze zijn ook
telkens weer verontwaardigd als men hen vraagt naar hun afkomst.
Op hun antwoord dat ze Belgisch zijn, komt dan de reactie :
‘Toch geen echte Belg…’
Assia vertelt ‘Ik ben opgegroeid tussen Turken, Belgen,
Italianen, Albanezen. Ik heb een droom van een jeugd gehad.
We stelden ons geen vragen over kleur en afkomst. Zo zou het
leven altijd moeten zijn’
Volgens Zakia is een gebrekkige en onbestaande communicatie
één van de grootste oorzaken van misverstanden. ‘Er wordt
te weinig gepraat…’, zegt ze. ‘Tussen ouders en kinderen,
tussen ouders en leraars, tussen mensen in het algemeen.
Mensen kijken, oordelen en denken er het hunne van.’
Haar zoontje wil ze opvoeden in alle openheid en verdraagzaamheid.
Ze zijn allebei gelovig : ‘Ja de Islam is belangrijk
voor ons. Hij is onze opvoeding, ons waardepatroon, wat we
hebben meegekregen aan principes en ijkpunten.’ Als ze bidden
leggen ze een sluier op hun hoofd’ uit respect. Net zoals
wij niet in korte boek een kerk zullen binnenwandelen.
Een verhaal van twee gewone mensen in de straat, twee mensen
met een positieve ingesteldheid, ranken aan de wijnstok, die
vruchten zullen dragen.
Rik:
'De
grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie
veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn.’
Deze evangeliezin trekt mijn aandacht.
In een artikel van vorig weekend lees ik hoe Vlaamse
vrouwen steun verlenen aan Afrikaanse vrouwen : ‘Onze
projecten hebben geen website, geen e-mail, vaak geen telefoon.
De projectaanvragen worden geregeld op papier ingediend, met
de hand geschreven, vol spelfouten. We steunen er op dit moment
veertien.’
Hier wordt ‘vruchten dragen’ vertaald door met een zeer
lage drempel te werken. Het illustreert hoe iedereen op een
eenvoudige manier iets kan doen om de boodschap van de God
van liefde uit te dragen en waar te maken. Waar Jezus in het
evangelie een hoge standaard voorhoudt, wordt dit door eenvoudige
mensen vertaald in heel concrete actie, hier en nu.
Lied
619: “Voor kleine mensen is hij bereikbaar"
Hildegard:
De verhalen die we hier horen, spreken mij zowel
over hoop als over verbondenheid.
Ik zou graag willen getuigen van een minder zichtbaar teken
van verbondenheid. In een relatie zijn er steeds twee kanten.
En langs de kant van God hoor ik in het evangelie van vandaag :
‘Los van Mij kunnen jullie niets’.
Ik heb ergens in Bouillon een vriendin wonen, die leeft in
een klooster als contemplatieve. Ze leidt een teruggetrokken
bestaan, louter gebaseerd op geloof.
Zonder beeld en zonder zekerheden leeft in het zich open stellen
voor Gods aanwezigheid, hier en nu.
Af en toe geef ik wel wat nieuws door van hier, af en toe
dwingt mijn kritische ingesteldheid mij toch tot het stellen
van vragen. Maar steeds opnieuw geeft ze mij zicht op die
onzichtbare band : Kristus als persoonlijk relatie, als
bron, van waaruit de liefde aanhoudend doorstroomt, als wijnstok
die ranken voedt.
Haar stem van stilte wou ik ook hier even laten horen, omdat
ik weet dat zij vandaag in gebed bij ons is, met ons verbonden.
Stilte
Jacques:
In IPB Transparant vraagt iemand ‘Wie bij de famie
hoort en wie niet’ en haalt daarbij de woorden aan van aartsbisschop
Bruno Forte van Chieto-Vasto (Italië) tijdens zijn bezoek
aan Leuven. De aartsbisschop stelt terecht dat de scheidingslijn
vandaag niet loopt tussen gelovigen en ongelovigen, maar wel
tussen degenen die willen nadenken en zij die dat niet meer
doen ; tussen hen die zich nog confronteren aan de wereld
en zij die dat niet meer doen. Vanuit dit opzicht
is geloven niet iets dat je verworven hebt, maar iets dat
je elke dag opnieuw moet leren. Het geloof is als een voort-durende
initiatie en is helemaal geen zekerheid die je met je meedraagt.
En het is een initiatie die we aan elkaar te verkondigen hebben.’
Deze gedachte werpt voor mij een nieuw licht op de vraag wie
tot onze gemeenschap behoort of met wie we ons verbonden moeten
weten.
Orgelmuziek:
Peter
Kris:
Er is een beeld uit de krant dat mij steeds weer
voor de ogen komt.
Een vreemde vrouw. Thuisloos. Met een troosteloze blik zit
ze onder het beeld van de Mater Dolorosa in de St. Antoniuskerk
in Gent. Ze heeft er kerkasiel gekregen. Boven de foto staat
geblokletterd: ‘Geen geld meer voor asielzoekers’.
Is het toeval dat de vrouw aan de voeten van ‘dé moeder’ zit,
degene die – zij het in de schemer van het ongeziene – een
onmisbare verbindingsfiguur is geweest in de geschiedenis
van de mensheid.
Een samenleving die de draden met de kwetsbaren in deze wereld
doorknipt, schreeuwt om mensen die het omgekeerde doen. Mensen
die vanuit een diep bewustzijn van verbondenheid, anderen
tegemoet gaan in hun verlatenheid om voor verbinding te zorgen
en op die manier het leven te helen. Zalig zij die zulke verwantschap
scheppen en in stand houden.
Marcel:
In de voorbije dagen had ik enkele indringende gesprekken
met mensen die een diepe haat voelen tegenover alles en iedereen
die met geloven te maken heeft. Elke keer kwam hetzelfde gevoel
terug : afkeer en gekwetstheid om de pretentie, de zelfzekerheid,
de zelfgenoegzaamheid waarmee gelovigen kijken naar het leven,
naar het lijden en de zinloosheid. ‘Voor alles grijpen ze
altijd weer terug naar hun God’.
Zeker, de media stellen gelovigen graag voor in een strakke
identiteit van beterweter. Maar de kritiek deed mij de vraag
opnieuw stellen : wat zoeken wij hier en wat vinden wij ?
Of hebben we enkel een plaats gevonden waar vragen scherper
en dieper mogen gesteld worden dan in het gewone leven ?
Zijn we mensen die zoals de kinderen bij het aanbrengen van
de offergaven, een klein lichtje voor zich uitdragen, hopend
dat het niet uitwaait? Zou dat onze identiteit kunnen zijn :
behoeders van een klein licht dat we voor ons uit dragen:
belangloos, kwetsbaar, in een nacht van niet weten ?
Lied: Zal er ooit een dag van vrede (1-3)
Genade en hoop is ons toegezegd,
opdat wij anderen ook genade en hoop zouden toezeggen.
Laten wij dat geloof uitspreken en daartoe ons woord geven.
Credo
(Kr. G.)
Ik geloof in God.
Ik geloof dat Hij ‘Ik zal er zijn’ heet.
Ik geloof dat Hij de aarde liefheeft.
Ik geloof dat Hij van bloeiende natuur houdt.
Ik geloof dat schoonheid over Hem spreekt.
Ik geloof dat Hij bij kinderen zich thuis voelt.
Ik geloof dat Hij niet zonder ons kan.
Ik geloof dat Hij ons roept bij name.
Ik geloof dat Hij zijn woord getrouw is.
Ik geloof dat Hij zijn adem uitzaait.
Ik geloof dat Hij het leven koestert.
Ik geloof dat Hij als brood wil worden.
Ik geloof dat Hij zijn kracht blijft lenen.
Ik geloof dat Hij met elke mens wil omgaan
als de liefste der geliefden.
Als de God met open armen.
Offerande: muziek door groep Estampie
Groot
Dankgebed
Kind:
Lieve God,
hoe moet ik met mijn kleine woorden
spreken over U?
Gij geeft ons de aarde
met weiden, velden, bomen en bloemen.
Een zee van dingen die ons blij maakt
en verwondert,
een wereld wijd die op ons wacht.
Al onze vragen komen U ter ore.
Ons lachen en ons spelen is muziek voor U.
Gij wilt ons hier gelukkig zien.
Gij droomt ervan dat elk van ons
de aarde weer een beetje nieuw maakt.
Gij hoopt dat wij velen tot vriend worden.
En dat wij grote mensen helpen te onthouden
hoe eenvoudig leven toch kan zijn.
Allen:
Wie anders zou de hemel dragen
dan
zij die van de aarde houden
in
een zachtmoedige omarming.
Werkgroep
liturgie (samen)::
Gezegend zij die zich
inzetten
om alle kinderen in de wereld
een eerlijke kans te geven in het leven.
Zo wordt aan een nieuwe,
rechtvaardiger toekomst gebouwd.
Gezegend zij die telkens opnieuw
in hun diepste kern geraakt worden
door het leed en onrecht dat medemensen
hier en elders moeten ondergaan.
Gezegend zij die op vreedzame wijze
daartegen verzet aantekenen.
Gezegend zij die ons voorgegaan zijn
met woorden, symbolen en waarden,
met geloof in de kracht van het goede,
getuigend van verdraagzaamheid en liefde.
Allen : Wie anders
zou de hemel dragen…
Marcel :
Gezegend de mens Jezus,
die het onverhoopte heeft gedaan
en die de hemel heeft gedragen.
Uw woord werd vruchtbaar
in zijn aarde.
Opnieuw heeft Hij het uitgezaaid,
in mensen, duizendvoudig.
Toen en ook vandaag.
Zo is Hij zelf geworden,
levenskrachtig graan,
ontkiemde toekomst,
brood vermenigvuldigd.
Voorganger::
Want op de laatste avond
heeft Hij heel zijn bestaan herleid
tot dat eenvoudige gebaar.
Hij dankte U, zijn Vader,
nam brood en brak het
voor de ogen van zijn vrienden,
terwijl Hij zei:
‘Dit ben Ik.
Gebroken, uitgedeeld,
opdat er Leven is voor allen.
Deel met elkaar dit brood en
doe dan ook wat Ik gedaan heb.’
Dankend nam Hij de beker
en zei:
‘Dit ben Ikzelf, deze wijn,
Mijn liefde is het voor u.
En teken van het woord dat God
de mensheid heeft gegeven.
Wees in mijn liefde en
blijf ze schenken aan elkaar.’
Allen: "Wie anders
zou de hemel dragen…"
Kris:
Zijn naam, al wat Hij is geweest
gedenken wij.
En dat Gij God, dié zoon van mensen
in zijn kracht en in zijn onmacht,
als uw zoon gezien hebt.
Leven heeft Hij gekregen,
voller dan wij kunnen denken.
Zijn geest blijft overal
ontegensprekelijk zijn weg gaan.
Hij is de onrust in ons hart.
Hij is de drijfveer van ons zoeken.
Hij is de stem die ons verzamelt.
Gezegend die ons,
ver van de vervreemding, vrienden noemt.
En kinderen op weg naar huis.
Gij, onze Vader…
Onze Vader
Vredelied gezongen
door de kinderen: "Heveinu
Shalom":
Communie
: muziek
Estampie
Communielied : "Die mij getrokken" (H.O.)
Bezinning
bij het kunstwerk ‘De Hemeldragers' van Willy
Peeters
Wie
anders zou de hemel dragen
dan zij die van de aarde houden
in een zachtmoedige omarming.
Zij die knielend groter worden.
De wakenden onder de sterren
bewogen door een stem
hen ingeschapen als hun eigen adem.
Die niet kunnen
niet willen geloven
dat van de liefde
één korrel vergaat.
Zwaartekracht
houdt hen niet gevangen.
Hoop gist in hun woorden.
Licht trekt hen op
uit de grond.
Op een dag is het waar:
hemel en aarde
door niets of niemand te scheiden.
En mensen als deze
overal opgestaan.
(Kr.
Gelaude)
Slotlied
nr 521:
“In ‘t laatste van de dagen zal het zijn”
|