9 april 2006: Palmzondag
Als er geen weg terug is
Marcel Braekers
Intredezang 619: Psalm 72: “Voor kleine
mensen is Hij bereikbaar”
Inleiding
Soms gebeurt het dat je
in je leven een keuze maakt die zo duidelijk en ingrijpend
is dat je niet meer terug kunt. Misschien zou premier De Villepin
in Frankrijk graag van zijn jongerenbanenplan willen afgeraken,
maar hij heeft zich in een zodanige positie gewrongen dat
een terugweg niet meer mogelijk is tenzij met veel gezichtsverlies.
Soms brengt het leven zelf
ons in een zodanige situatie dat terugkeren naar vroeger niet
meer kan. Bijvoorbeeld als je partner je plots in de steek
laat, of je lichaam laat het afweten. Het leven brengt je
dan in een situatie waarin je alleen maar kunt aanvaarden
en wat geweest is moet loslaten om zo vooruit te kunnen zien.
Ik zeg dit alles, omdat
we vandaag en de volgende dagen de weg van Jezus vervolgen
vanaf het moment dat er voor Hem geen weg meer terug is. En
de vraag daarbij is: heeft Hij dit zelf gewild of heeft het
leven Hem in deze situatie gebracht. Is zijn lijden en dood
het gevolg van keuzes die hij bewust maakte of diende Hij
als een soort zondenbok die moest geofferd worden om de rust
te doen terugkeren?
Ik heb altijd het gevoel
gehad dat Jezus bewust de provocatie heeft gezocht. Dat het
dus geen toeval was dat Hij precies in de paastijd naar de
tempel trok op het moment dat er veel pelgrims waren en dat
hij op het hoogtepunt van de tempelcultus als heel de dag
door dieren werden geslacht en geofferd bewust is gaan protesteren.
Daarmee trof hij het hart van zijn godsdienst zoals die door
de jaren heen was geëvolueerd.
Waarom deed Hij dit en
waarom was er geen weg terug? Omdat Hij opkwam voor de kansarmen,
de vergetenen in de samenleving, de vrijheidstrijders in de
bergen, het slijmende uitschot van het volk. Kortom iedereen
die werd afgesplitst en opzij gezet om deze religieuze samenleving
geolied te laten functioneren. En nauw hiermee verbonden omdat
Jezus wist dat God anders kijkt en omgaat met de mens dan
dat daar in Jeruzalem gebeurde. Er was geen weg terug. En
dat is zo ook voortaan voor iedereen die in Hem gelooft. Wie
dat doet kŕn niet anders dan dezelfde keuze maken. Dat gedenken
wij vandaag.
Gebed
Gij komt ons tegemoet
o God
En toont uw ware gelaat in Jezus van Nazareth:
Teken van tegenspraak,
Hoop voor verdrukten
Toevlucht voor wie niemand heeft.
Hij die uw weg gegaan is
En door zijn lijden en dood
uw geheim aan ons onthulde:
Van liefde zonder grenzen
Hoop tegen alle wanhoop.
Hem begroeten wij als de Dragende en Verdragende,
Uw toekomstmens en onze broeder.
Lied 407: “Niemand leeft voor zichzelf”
Inleiding op de lezing
In deze vasten staat
het weefgetouw centraal. Het is een krachtig symbool van solidariteit,
van verbondenheid tussen Noord en Zuid, tussen vroegere generaties
en nu, tussen onze oppervlakkige persoonlijkheid en ons diepere
zelf. Maar we mogen niet vergeten dat het weefgetouw ook het
instrument was van slavenarbeid. Dat een van de grote sociale
revoluties in de 19° eeuw plaats had toen het weven werd geďndustrialiseerd.
En deze crisis gaat nu voort in de ontwikkelingslanden. Met
het weefgetouw willen we ook al diegenen in het centrum
plaatsen die verlangen naar menswaardige werkomstandigheden,
naar een eerlijk leefloon voor hun gezin.
De intocht van Jezus
in Jeruzalem is wellicht een collectieve opstand geweest van
al diegenen, die maatschappelijk en spiritueel waren uitgerangeerd.
Jezus kon hun materiële omstandigheden niet veranderen, maar
wel had Hij een spirituele boodschap die hen deed hopen op
een grote omkeer.
Luister naar dit verhaal van hoop en omkeer
uit ellende.
Verhaal van de intocht in Jeruzalem
Lied 412: “Jezus, om Uw lijden groot”
Wijding van de palmtakken
God van leven
Gij laat uit dorre winter en harde grond
Helder groen, nieuwe lente opschieten.
Zegen deze altijd groene palmen,
Zegen hen die ze straks een plaats geven in hun huis,
Op hun land, de wegen die ze gaan.
Zegen allen die metterdaad
In dit teken van leven en vrede willen geloven.
Zegen hen, waar ter wereld ook,
Met uw naam: Vader, Zoon en Heilige Geest.
Processie
Lezing uit de brief aan de filippenzen
2, 6-11
Lied 410: “Christus, de gestalte van
God”
Homilie
In de Bijbel en ook later
in de geschiedenis van het christendom hebben altijd twee
geloofsmodellen tegenover elkaar gestaan. Er is het Exodusmodel
en het tempelmodel. Het Exodusmodel gaat terug op de grondervaring
van de Uittocht uit slavernij. Ook alle later geloven volgens
dit model heeft te maken met een uitweg naar bevrijding. God
wordt in dit model gezien als een niet plaats gebonden, meetrekkende
God. God verschijnt als verbonden met de geschiedenis van
volkeren. De cultus, de rol van de priester en de heilige
plaats zijn ondergeschikt aan het dagelijkse leven, het ethische
engagement, de oproep van de profeet, enz.
Heel anders is het tempelmodel.
Hier primeert het brengen van offers op een vaste, heilige
plaats. God is verbonden met die plaats en wordt ervaren als
de heilige die nabij komt dankzij de rituelen. Het leven is
meer stabiel en geordend volgens de seizoenen en de ermee
verbonden grote feesten. Omdat God als veraf wordt beleefd
is de rol van de priester heel belangrijk, want hij overbrugt
de afstand door de cultus en door de mensen te wijzen op hun
plichten.
Deze twee modellen zijn abstracties en bestaan nooit zuiver
in de realiteit, maar het onderscheid kan helpen om scherper
te zien. Je vind ze terug in de Bijbel, maar ook in het latere
jodendom en in het christendom. De Romeinse liturgie voorgegaan
door een bisschop verschilt in zijn ritueel verloop en inhoud
grondig van een religieuze samenkomst onder leiding van een
catechist ergens in het Amazonewoud. Misschien schuilt hier
ook het grootste onderscheid tussen basisgemeenschappen en
de meer traditionele parochies. Zelfs in wat ze gemeenschappelijk
hebben zoals sommige sacramenten zullen ze bij het vieren
andere accenten leggen en voel je weer het onderscheid tussen
het uittrekken, de mondiale zorg en anderzijds de bevestiging
en de heiliging van de plaats waar men woont.
In het NT valt het op dat Jezus zichzelf helemaal heeft geplaatst
in de lijn van het Exodusmodel en dus moest Hij onvermijdelijk
in botsing komen met de aanhangers van het tempelmodel. Immers
de God van Jezus is niet veraf en aan een plaats (de tempel)
gebonden maar heel nabij in het hart van de mensen en wel
vooral in de ‘armen van Jahwe’. Niet de Thora is het zout
der aarde, zegt Jezus, maar jullie armen. Jezus gedraagt zich
niet als een priester, maar heeft alle trekken van een profeet
die oproept tot gerechtigheid.
Een botsing was dus onvermijdelijk. Voor beide partijen stond
heel veel op het spel. Ik denk daarom dat Jezus heel bewust
de confrontatie heeft gezocht en wel op een moment dat veel
pelgrims in Jeruzalem waren en veel armen en randmensen zich
in de stad bevonden. Zowel de tempelreiniging als de intocht
wijzen op de hoop die Hij had gelegd in de geest van zovele.
Er was voor Jezus geen weg terug. Moedig heeft Hij de uitdaging
opgenomen en zichzelf geofferd om zo de zaak van God te redden.
Maar wat niemand kon weten
of vermoeden gebeurde. God zelf bevestigde dit leven door
het niet ten onder te laten gaan, maar het op te nemen in
zijn eeuwige liefde. De verrijzenis is het antwoord van God.
Het is het goddelijke perspectief dat menselijk logisch gezien
onmogelijk is.
Misschien zullen wij in deze Goede Week een beetje zoals de
leerlingen Jezus van op afstand aarzelend volgen. Misschien
eerder bang en nieuwsgierig dan overtuigd en moedig. Toch
is het vieren van deze laatste dagen geen vrijblijvende zaak,
maar zullen we plots moeten merken dat een weg terug onmogelijk
is.
Groot Dankgebed
Na de communie 503: “Een lied tot Jezus
Christus”Voorbeden
Stad van mijn hart, wereld
van mijn hart
Wat ben je nog ver.
Ik zie nog zoveel steden, landen van oorlog tegen vrede,
Van gevangenissen tegen vrijheidsstrijders,
Van speculanten tegen woningzoekenden,
Van trotse machtsgebouwen tegen krottenwijken.
Stad van mijn hart, wereld van mijn hart
Wanneer doem je op voor onze ogen?
Wanneer zullen de stratenmakers van de gerechtigheid jouw
pleinen
ongestoord plaveien?
Wanneer zullen de vredesduiven zich voor altijd
Nestelen in jouw poorten?
Stad van mijn hart, wereld van mijn hart
Met de armsten van de armen blijf ik op je hopen.
Met de verdrukten trek ik naar jou op.
In hun midden krijg ik oor en oog
Voor de droom van slaven.
In hun midden leer ik opnieuw zeggen:
Eens wordt het waar: Jeruzalem, stad van de vrede,
Voor eeuwig alles in allen.
|