------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




9 februari 2005 :Aswoensdag

“Is dit het vasten dat ik van u vraag?

Marcel Braekers

Intredelied nr. 400: "Als God ons thuisbrengt uit deze ballingschap"

Gebed

Hoor een stem klinkt op:
Baan een weg voor Hem,
Dwars door de woestijn.
Trek voor onze God door dit land heen,
Een geëffend pad.
Graaf de heuvels af, haal de bergen neer,
Vul de ravijnen op.
Kap het ruige oord
Maak de steilste rots tot begane grond.
Openbaar als licht,
Onweerlegbaar nieuw zal Hij met ons zijn.
Alle vlees dat leeft zal zijn toekomst zien
In één oogopslag.
Uit zijn eigen mond hoorden wij dit woord,
In ons eigen hart. 
(Oosterhuis naar Jesaja 40)

Muziek
Lezing uit de profeet Jesaja hoofdstuk 5
Lied nr. 406: "Bekleed u met de nieuwe mens"

Wijding van de as
Lezing uit de bergrede in het evangelie van Mattheüs 6, 1 - 18
Stilte
Bezinning : (telkens nr. 129 als antwoord)
Tekenen met het assenkruis

Psalm 103

Prijs de Heer, o mijn ziel
Zijn heilige Naam uit het diepst van je hart.

Prijs de Heer, o mijn ziel,
En vergeet zijn weldaden nooit.

Hij vergeeft al je misgrepen
Hij geneest al het leed datje lijdt.

Je leven koopt Hij vrij van het graf.,
Zijn medelijden en liefde staan om ie heen.

Hij overstelpt je bestaan met geluk:
Je jeugd herleeft als een arend.

De Heer maakt waar wat Hij heeft beloofd:
Hij komt op voor het recht van de onderdrukten.

De Heer is barmhartig, de Heer is genadig;
Geduldig is Hij en groot is zijn liefde.

Hij behandelt ons niet naar onze zonden
Hij vergold ons niet naar onze misgrepen.

Nee, als de hemel boven de aarde, zo hoog
Welft zijn liefde boven degenen die Hem vrezen.

Als van oost naar west zo ver
Heeft Hij onze misdaden van zich afgeworpen.

Zoals een Vader zich over kinderen ontfermt
Zo ontfermt de Heer zich over hen die Hem vrezen.

Hij kent ons, Hij weet waarvan we zijn gemaakt
Indachtig dat wij gevormd zijn uit stof

Als gras zijn de dagen van een mens
Hij bloeit als een bloem in het veld,

De wind waait en weg is de bloem
En niemand weel-waar zo heeft gestaan. -

Maar van oudsher is de liefde van de Heer,
Zij duurt eeuwig voor degenen die Hem vrezen.

Lied: Aan die mij droeg

Die mij droeg
Op adelaarsvleugels
Die mij he
bt geworpen
In de ruimte
En als krijsend viel
Mij ondervangen
Met uw wieken
En weer opgegooid
Totdat ik vliegen kon
Op eigen kracht.
(H. Oosterhuis)

Zending en zegen

Zegenen wij elkaar bij het begin van deze veertigdagentijd.
Zegenen wij elkaar en staan wij elkaar bij
In wat ons te doen staat,
In ons oprecht voornemen ons om te keren
Rechtvaardigheid en barmhartigheid na te streven.
En vragen wij daartoe de zegen van God
Wiens goedheid blijft
Bloeit en ontkiemt in onze stuntelige trouw.

------