------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




11 juli 2004

Wie is mijn naaste?

Monique Van der Capellen


Kruisteken en gebed:

Heer, we danken U voor dit samenzijn.
Als we zo samenkomen in Uw naam, zijt Ge in ons midden.
Jezus gaat ons de mooie parabel van de Barmhartige Samaritaan vertellen.
Moge ook de Geest ons hier begeleiden.
Daarom beginnen wij met het kruisteken.

Muziek

Gebed

Heer, het verhaal dat we gaan beluisteren,
hebben we al ettelijke keren gehoord.
Het is een diepmenselijk verhaal,
Laat ons in een groot geloof, God om barmhartigheid vragen
en op Hem vertrouwen
dat Hij het beste met ons voorheeft, als wij het Hem vragen,
zelfs als we het niet altijd begrijpen.
Bidden we daarom.

Kyrie

Eerste lezing: Jesaia 42, 10-17

De lezing die we gaan beluisteren, komt uit Jesaia, en vertelt hoe Israel gered wordt door Gods genade. Het sluit dus goed aan bij de bedoeling van Lucas.

Muziek

Evangelie: Lukas 10, 25-37

Homilie

In de viering van vandaag stellen we ons de vraag: Wie is mijn naaste?
In het evangelie van Lucas stelt een farizeeër deze vraag aan Jezus. Als antwoord vertelt Jezus het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Willen wij het verhaal ten volle begrijpen en aanvoelen, dan moeten we het situeren in zijn tijd.

Lucas heeft zijn evangelie geschreven, na Mattheus en Marcus. De volgelingen van Jezus krijgen het steeds moeilijker met de overheid. Ze worden steeds meer als een gevaar voor het bewind beschouwd. Lucas ziet het gevaar en wil door andere accenten te leggen Jezus woorden trachten over te brengen . Zo verwijst hij dikwijls naar de joodse afkomst van Jezus, en benadrukt op die manier Zijn verbondenheid met de profeten. In de eerste lezing horen we straks hoe Israël gered wordt door Gods genade.

Hij richt zijn evangelie aan Theofilus, een vooraanstaand man, omdat hij denkt hem te kunnen overtuigen van de good-will van de leerlingen. Zijn woordkeuze is blijkbaar ook subtieler dan bij Mattheus en Marcus. Op die manier hoopt Lucas de joodse overheid wat milder te stemmen. Lucas heeft ook veel oog voor de marginalen, vandaar het optreden van de Samaritaan, tegenover de zelfgenoegzamen, die menen dankzij hun rijkdom of status alles te mogen. Door al die zijdelingse of zogenomen gewone bemerkingen hoopt Lucas de weg te effenen voor Jezus’ volgelingen.

Deze korte situering lijkt mij nodig, willen wij het verhaal vandaag correct interpreteren.
Nu kunnen we ons de vraag stellen wie onze naaste is. Iedereen, uiteraard. De Ander, zou Levinas zeggen. Autrui est d’emblée le frère de tous les hommes. D’emblée, dadelijk is de ander onze broeder.

En toch… Ik vrees dat, als we de ellende van heel de wereld op onze schouders willen nemen, we vlug zullen ontmoedigd raken. We hebben immers allemaal een eigen charisma dat we moeten volgen en vanuit dat charisma voelen we dat we slechts voor enkelen bereikbaar zijn.

In de praktijk, zullen we, in alle nederigheid, moeten erkennen dat we beperkt zijn, dat we allemaal een eigen charisma hebben, en dat we die moeten volgen: nederigheid is zeker heel belangrijk in het belijden van ons charisma.

Wat leert de parabel ons nog? Dat de priester en de leviet zo ingenomen zijn met hun wetten, dat ze de essentiële noden uit het oog verliezen. Inderdaad ze zijn op weg naar Jeruzalem, om daar een dienst waar te nemen, en het verzorgen van een gekwetste zou hen onrein kunnen maken.

Hoe kan die houding van legalisme echter opwegen tegen de opvang van een mens in nood? Jezus geeft hier geen antwoord op. Hij veroordeelt de priester en de leviet ook niet. Wat doet Jezus wel? Hij brengt een man ten tonele, die een en al barmhartigheid is. De Ander, zou Levinas zeggen, de Ander die mij nu volledig opeist.
Die man ziet de gekwetste en krijgt medelijden, en vanaf dat ogenblik, handelt hij helemaal in functie van het slachtoffer: hij verzorgt hem, zet hem op zijn paard, brengt hem naar de herberg, betaalt voor hem, en belooft terug te komen na zijn reis om de resterende kosten te dekken.

De Samaritaan stelt zichzelf zeer kwetsbaar op door zo te handelen. Hij weet maar al te goed dat zijn volk niet geliefd is, en toch doet hij wat zijn hart hem ingeeft en zorgt voor de gekwetste. Hij gaat nog verder: hij schenkt zijn vertrouwen aan de herbergier, door hem de zorg voor de man toe te vertrouwen en hij verwacht vertrouwen vanwege de herbergier en het slachtoffer door te beloven dat hij terugkomt. Hij neemt dus ook zijn verantwoordelijkheid op tegenover de Ander.

De Samaritaan heeft zijn charisma gevolgd. Ik denk dat we allemaal, mutatis mutandi, met gelijkaardige situaties te maken krijgen; zaak is het dan, om alert en oprecht te reageren. In geval wij de rol van Samaritaan toebedeeld krijgen, zal het grotendeels van onze bewogenheid en eerlijkheid afhangen, of we een band kunnen krijgen met de ander. indien wij zelf slachtoffer zijn, zal het van ons vertrouwen afhangen en van de uitstraling van de Ander afhangen of we een band kunnen smeden. Als slachtoffer is het een geweldige ervaring om een mens te ontmoeten die, gratuit en zonder bijbedoeling, mede lijdt

Onze Samaritaan had medelijden, hij leed mee met het slachtoffer, maar hij erkende ook zijn grenzen. Hij heeft er niet over gedacht om bij het slachtoffer te blijven tot diens genezing. Hij vertrouwt hem wel toe aan de herbergier, waar hij in alle veiligheid kan herstellen. Dat lijkt mij wel een belangrijk punt.

Medelijden, mededogen, medevoelen, zijn zeer sterke gevoelens, mits ze altijd respect en erkenning uitstralen voor het slachtoffer. Slechts dan kan het slachtoffer, de persoon in nood, de geliefde, de vriend, de zieke, de bejaarde, de eenzame ten volle genieten van de ontmoeting Een slachtoffer voelt zeer vlug of iemand bijbedoelingen heeft, maar als de hulp echt is, zal het hem geweldig sterken. Het zal hem steunen, door hem zijn zelfbeeld terug te geven, want een slachtoffer is bijzonder kwetsbaar.

Toegepast op onze Samaritaan, zal het voor het slachtoffer zeer belangrijk zijn dat de Samaritaan verwacht hem terug te zien na zijn reis. Het zal hem ook deugd doen, hem verzoenen met de hem omringende wereld, te voelen dat de Samaritaan hem met eerbied behandelt.

Het is toch wel wonderlijk hoe een verhaal van 2000 jaar geleden, zo naar vandaag kan getransponeerd worden. De slotwoorden van de parabel kunnen wij onveranderd in ons geheugen prenten “doet u dan voortaan net zo”. We kunnen ook de woorden van levinas Levinas herhalen: “Autrui est d’emblée le frère de tous les autres hommes

Offerande

Canon: 142

Onze Vader: kinderen rond het altaar.

Communie met muziek

Gebed

------