28 maart 2004 : 5e zondag van de vasten
Zevenmaal zeventig… omdat
Gij het zijt
Ides Nicaise
Soms hoor je weleens dat vergeven een teken van
naïviteit en zwakte is. Een mens moet assertief zijn, mag niet op
zijn kop laten zitten. Daar is wellicht iets van aan, maar zoals
alleen buigzame materialen kunnen ‘veren’, zo gaat ook bij mensen
veerkracht samen met een vorm van zachtheid. Elkaar vergeving schenken,
en van een ander vergeving ontvangen, kan beide partijen enorm veel
levenskracht geven. Ik begin bij een vreemd verhaal uit mijn vriendenkring.
(Voor alle duidelijkheid, alle namen zijn gewijzigd).
(Het ‘verhaal van Tomas’ is hier om privacy-redenen
weggelaten. Dit is het slot:)
Na al wat er gebeurd is tussen Myriam en Tomas, kunnen we begrijpen
dat zo’n vergeving niet vanzelfsprekend is. Wat kan Tomas zover
brengen ? Ik weet dat hij diep gelovig is, en durf erop vertrouwen
dat hij Myriam vroeg of laat terug kan zien als kind van dezelfde
God, die ons mensen in zijn hart draagt. Die God, die ervan droomt
dat wij één zijn, en elkaar met zijn tederheid bejegenen. We doen
het om zijnentwil: omdat hij het is, groter dan ons hart… Vergeving
wordt dan a.h.w. gedragen door dat gevoel van éénheid, Gods levensadem,
de Heilige Geest, die terug tussen mensen gaat stromen. Als een
bries die de vervuilde lucht verjaagt. Daarin ligt de veerkracht
die ons samenleven herschept.
Gebed om vergeving
God, wij vragen u voor alle mensen die, zoals
Tomas en Katrien, met elkaar in de knoop zijn geraakt: Geef hen
uw tederheid om hun wonden te helen. Geef hen vriendschap die hen
herschept en in staat stelt elkaar met nieuwe ogen te zien.
(koor + volk) Omdat Gij het zijt…
Laten wij aan elkaar en aan mensen buiten deze
gemeenschap vergeving vragen:
voor de zieken die we niet hebben bezocht, de hulp die we niet geboden
hebben, de bedelaar die we met een ‘neen’ zijn voorbij gestapt,
de grenzen aan ons engagement, de bekrompenheid waarmee we anderen
hebben beoordeeld, ons geroddel en gemor; de ijdelheid die we in
ons werk botvieren, onze agressie in het verkeer…
God, vergeef ons. Maak ons steeds zachtmoediger en milder, u tegemoet
Voor terroristen en invasielegers, voor machthebbers
die hun volk bedriegen en de dood injagen,
voor vrouwenhandelaars en pedofielen, voor hen die ouderen mishandelen.
Vergeef ons God, dat wij er niet in slagen hen te vergeven. Het
gaat onze krachten te boven.
Geef troost en veerkracht aan de slachtoffers. Help ons om een klimaat
te scheppen waarin mensen elkaar die wreedheden nooit meer aandoen.
Evangelie: Johannes 8: 1-11
Het tafereel uit het evangelie klinkt ons welbekend
in de oren, en toch komt het voor mij ook nu weer verrassend nieuw
en actueel over.
De voorbije jaren heeft Amnesty herhaaldelijk
spoed-petities gehouden voor jonge vrouwen uit Senegal, Mali e.d.
die door het gerecht tot steniging waren veroordeeld. Ze hadden
hun man verlaten, of waren gewoon niet gehuwd, en hadden een buitenechtelijk
kind ter wereld gebracht. In eigen land noemen we dat tegenwoordig
bijna een pekelzonde. We hebben er dan ook geen moeite mee om partij
te kiezen en met zijn allen de moslim-regimes in Afrika aan te klagen
voor dergelijke onmenselijke rechtspraak. Maar is daarmee het verhaal
uit de tijd ?
Eén reden waarom wij in ons post-modern Europa
zo tolerant geworden zijn tegenover zogenaamde atypische gezinsvormen,
is wellicht de verwatering van onze familieverbanden: we beschouwen
het traditionele gezin niet meer als ‘heilig’; elk individu krijgt
bij ons de vrijheid om zijn geluk te zoeken op zijn eigen manier,
als de relaties die je aangaat maar authentiek zijn en de vrijheid
van je medemens niet fnuiken.
Mooi principe, maar feit blijft dat achter het
verhaal van de overspelige vrouw minstens één man schuilt wiens
huwelijk naar de knoppen is. De strafmaat (steniging) kan ook gezien
worden als de keerzijde van de waarde die een samenleving aan het
huwelijk hecht.
Laat ons even door een nieuwe bril naar dit oude
verhaal kijken. De vrouw was niet alleen een slachtoffer: ze had
gezondigd tegen haar man en tegen de wet; de Joodse samenleving
zocht naar een nieuw antwoord dat recht deed aan de bedrogen echtgenoot,
aan de waarde van het huwelijk, aan een heilige wet, en dat tegelijk
een menselijke behandeling moest verzekeren aan de dader. Misschien
zochten de farizeeën wel in alle oprechtheid Jezus op voor theologisch
advies.
Zelfs Jezus heeft het blijkbaar behoorlijk moeilijk
gehad met dit geval. Het plastische beeld van de piekerende profeet
die een pose aanneemt en ‘tijd wint’ door met een stok in het zand
te woelen, wijst op een moment van hevige spanning. Wat ging er
in hem om ? Zocht hij een manier om zich uit de slag te trekken
bij de strikvraag van de farizeeën ? Kookte hij misschien inwendig
van woede om hun brutaliteit tegenover de vrouw ? Volgens mij
zat hij te bidden om wijsheid, omdat het antwoord op de vraag helemaal
niet vanzelfsprekend was.
Had hij dan niet simpelweg kunnen adviseren,
zoals bij ons nu: geen doodstraf, maar levenslang ? Maar waarschijnlijk
kon een arme samenleving in de eerste eeuw zich om puur financiële
redenen geen levenslange opsluiting permitteren. Waarom sprak hij
de vrouw dan niet gewoon vrij ? Wellicht niet uit schrik voor
de farizeeën, maar eerder omdat hij zelf ook doordrongen was van
het waardensysteem van zijn tijd: diezelfde Jezus heeft immers bikkelharde
uitspraken gedaan over echtscheiding (je mocht bij manier van spreken
nog niet genieten van de décolleté van een andere vrouw). Ongetwijfeld
zal hij zwaar getild hebben aan de zonde, niet het minst omwille
van de gebroken man achter de schermen. Waar zou hij trouwens het
lef vandaan halen om de overtreding te vergeven, als hij niet wist
of de bedrogen echtgenoot tot vergeving in staat was ?
Jezus was geen rechters-type. Hij heeft altijd
het beeld van de straffende God willen doorbreken. Voor hem was
het essentieel, dat de éénheid tussen mensen hersteld werd. Dus
zocht hij koortsachtig naar een antwoord waardoor de situatie niet
vastgepind werd in een soort alternatief rechtssysteem. Recht is
mensenwerk, plaats- en cultuurgebonden, en steeds aanvechtbaar.
Hij zocht naar een manier om de drie partijen (vrouw, man, omgeving)
de veerkracht te geven om opnieuw te kunnen samenleven.
Zijn uiteindelijke uitspraak was een appèl: “bedenk,
mensen, dat jullie allemaal bij elkaar in het krijt staan. Ga bij
jezelf eens na wat God en je medemensen je allemaal te vergeven
hebben, stel je kwetsbaar op, en vergeef elkaar vanuit die grondhouding”.
Het spitsvondige in Jezus’ antwoord zit hem hierin, dat hij de drie
partijen in éénzelfde uitspraak vat en zo het gebroken evenwicht
in het kluwen herstelt. En het wondere is, dat ze alledrie tot inkeer
komen. Er staat niet, zoals we dat altijd hebben geleerd, dat de
vrouw triomfantelijk vrijuit gaat, en evenmin dat de farizeeën met
hun staart tussen de benen zijn afgedropen. Wellicht waren ze allen
erg geraakt door die profetische les in zachtmoedigheid, en vonden
ze daarin de kracht om het opnieuw met elkaar te proberen.
Slotbezinning:
Jezus, het verhaal van de overspelige vrouw
is één van je vele verwijzingen naar vergeving.
Vergeving en verzoening liepen als een rode draad door je optreden.
Je at met tollenaars, liet je door een zondares zalven, dreef
duivels uit.
Vóór je de lamme liet lopen, gaf je hem psychische veerkracht
door zijn zonden te vergeven.
Ik ben gekomen voor de verloren schapen en verloren zonen, preekte
je.
Toen je de leerlingen leerde bidden, ging het zo: ‘vergeef ons,
zoals ook wij vergeven’
en toen Petrus vroeg hoe vaak, antwoordde je ‘zeven maal zeventig’
Je zond hen uit met de bevoegdheid om namens God vergiffenis te
schenken.
Bij het doorgeven van de beker wijn sloot je een nieuw verbond
tot vergeving van zonden
En in de minuten vóór je eigen marteldood vroeg je om vergiffenis
voor je beulen en schonk je vrijspraak aan de gekruisigde naast
jou.
Duidelijker kan het appel niet zijn. Wij willen het wagen, omwille
van jou – omdat jij het bent, groter dan ons hart.
|